GoedBericht.nl logo
English Blog

GoedBericht.nl wijst op de ene GOD die alles beschikt en bij wie nooit iets mis gaat. Zij wijst op Jezus Christus als Redder der wereld. Jazeker, van alle mensen! Omdat GOD nooit laat varen de werken van zijn handen.


Uitgangspunt is de Bijbelse boodschap zoals Paulus deze als “apostel en leermeester van de natiën” heeft mogen bekendmaken. GoedBericht wil uitsluitend wijzen op wat “er staat geschreven”. Want “de Schrift” bewijst én verklaart zichzelf.

 

De levende GOD is een Redder van ALLE mensen, speciaal van gelovigen!

1 Timotheus 4:10

Prikbord

Recente Artikelen

spreekt Paulus over ‘homoseksuelen’?

Het Nederlands Dagblad publiceerde een artikel plus video waarin wordt beweerd dat in diverse bijbelvertalingen (o.a. het Boek) ten onrechte sprake zou zijn van 'homoseksuelen'. Het gaat om het Griekse woord 'arsenokoites' in de teksten 1Korinthe 6:9 en 1Timotheüs 1:10. De NBG-vertaling vertaalt dit woord met 'knapenschenders' en de Statenvertaling met "die bij mannen liggen". Hoe zit dat? Laten we enkele belangrijke feiten op een rijtje zetten. woordopbouw Het Griekse woord 'arsenokoites' is opgebouwd uit de elementen  'mannelijk' (Gr. arsen) en 'ligger' (Gr. koite). Van dit laatste woorddeel is ons woord 'coïtus' afgeleid. Seksuele gemeenschap dus. Overigens is het woord 'ligger' in het Grieks ook mannelijk. Puur vanuit de woordopbouw verwijst het begrip naar een man die ligt met een man. Zo hebben de Statenvertalers het ook weergegeven. Waarbij 'liggen'  een eufemisme is voor seks, vergelijkbaar met onze uitdrukking 'naar bed gaan met...' een nieuw woord Wanneer we onderzoek doen naar het woord 'arsenokoites' (Strongcode 733), dan blijkt al gauw dat dit woord nergens elders wordt aangetroffen in de Griekse literatuur vóór of ten tijde van Paulus. Dus om de betekenis van het woord te achterhalen via buiten-bijbels gebruik, geraken we op dood spoor. Paulus zelf heeft het woord kennelijk geïntroduceerd. De vraag dringt zich dus op hoe Paulus op dit nieuwe woord is gekomen? ontleend aan Leviticus Vrijwel alle lexicons verwijzen daarvoor naar de Griekse vertaling (LXX, de Septuagint) van Leviticus 18:22 en 20:13. En inderdaad, de link met die passages is onmiskenbaar. Hieronder een screenshot vanuit de Griekse tekst: Zelfs voor wie niet vertrouwd is met de Griekse taal, kan moeilijk de overeenkomst tussen beide fragmenten ontgaan. Het woord  'arsenokoites' is een samentrekking van dezelfde woorden als in Leviticus 20 en ook nog eens in dezelfde volgorde! Door te spreken van 'arsenokoites' verwijst Paulus overduidelijk naar Leviticus 18 en 20 en onderstreept daarmee hoe God tegen dit gedrag aankijkt. Een man die gemeenschap heeft met iemand van het mannelijk geslacht (LXX: arsenos koiteen), zoals men gemeenschap heeft met een vrouw, beiden hebben een gruwel gedaan... -Leviticus 20:13- universeel Het is waar: gelovigen vandaag staan volgens Paulus "niet onder de wet" (1Kor.9:20). Maar de verwijzing naar Leviticus 18 en 20 impliceert dat ook helemaal niet. Dat deze bepaling in de wet van Mozes staat opgetekend, is omdat het een regel betreft die terug gaat tot ver vóór Mozes. Tot op Noach, ja zelfs tot op Adam. Al vanaf de creatie van Adam en Eva geldt dat seksuele gemeenschap ("één vlees zijn") is bestemd voor een man en zijn vrouw (Gen.2:24, vergl. Mat.19:8 en 1Kor.6:16). Dat is nooit anders geweest. Met andere woorden: de afkeuring van homoseksualiteit in Leviticus is helemaal geen specifiek Mozaïsche regel. Het is een universeel beginsel. theologisch gedraai Tegenwoordig proberen vele theologen onder het duidelijke onderwijs van de Schrift uit te komen met de redenering dat het in zulke passages enkel zou gaan om homoseksualiteit in de context van afgoderij, prostitutie of verkrachting. Het zijn ongegronde excuses, uitvluchten die slechts voortkomen uit de moeite die men heeft met de klip-en-klare uitspraken van de Schrift. verwante artikelen

16-04-2024 Lees verder

Recente Toespraken
Prikbord

Goed Belicht - Dagboek
donderdag, 25 april

1Timotheüs 5:22 – handoplegging als Joods gebruik

Leg niemand vlug de handen op. Heb ook geen deel aan zonden van anderen, bewaar jezelf zuiver.

Wanneer we nadenken over de betekenis van handoplegging dienen we ook te bedenken dat het om een bekend Joods gebruik ging. In Hebreeën 6 worden de lezers herinnerd aan het fundament van onderwijs dat zij reeds kenden vanuit hun Joodse achtergrond. De schrijver wijst o.a. op waarheden als bekering, geloof in God, dodenopstanding en eeuw-ig (aeonisch) oordeel, maar ook “op een leer van dopen en van oplegging van handen” (Hebr.6:2). Joden waren vanuit de Tenach (ons ‘Oude Testament’) vertrouwd met “een leer van dopen” dat wil zeggen: met rituele reinigingen in tal van omstandigheden. Vandaar dat synagogen van oudsher vaak voorzien zijn van een bad waar men zich kan dopen (mikwah).

Maar behalve dat de Hebreeën vertrouwd waren met een “leer van dopen”, kenden ze dus ook een “leer van oplegging van handen”. Met name in verband met de offerdienst is daarvan vaak sprake (Lev.1:4; 3:2,8,13, enz.). Door handoplegging maakte de offeraar zich één met het offerdier. Maar ook bij andere gelegenheden werden de Israëlieten opgedragen de handen op te leggen (Num.8:10). Vanuit die achtergrond begrijpen we hoe zowel Paulus als Timotheüs vertrouwd waren met dit gebruik (4:14). Niets nieuws en zeker ook geen wet.

Delen: