GoedBericht.nl logo
English Blog

GoedBericht.nl wijst op de ene GOD die alles beschikt en bij wie nooit iets mis gaat. Zij wijst op Jezus Christus als Redder der wereld. Jazeker, van alle mensen! Omdat GOD nooit laat varen de werken van zijn handen.


Uitgangspunt is de Bijbelse boodschap zoals Paulus deze als “apostel en leermeester van de natiën” heeft mogen bekendmaken. GoedBericht wil uitsluitend wijzen op wat “er staat geschreven”. Want “de Schrift” bewijst én verklaart zichzelf.

 

De levende GOD is een Redder van ALLE mensen, speciaal van gelovigen!

1 Timotheus 4:10

Prikbord

Een NIEUW BOEK is zojuist verschenen!

Dit boek is gratis online te lezen, te downloaden en (let op!) ook geheel om niet te bestellen bij Evangelieomniet!


Ook ALLE andere boeken uitgegeven bij Evangelieomniet zijn VANAF NU NIET MEER TE KOOP, maar (evenals alle brochures) uitsluitend gratis te bestellen bij genoemde stichting!


donderdag 7 december
Nunspeet (20.00 uur)
thema: TOP SECRETS (4)
– de onthulling van het geheim

Recente Artikelen

gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest?

Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. Matteüs 28:19 (NBG51) corrupte tekst? Over de formulering in bovenstaand vers is in de loop der kerkgeschiedenis veel te doen geweest. Als Jezus met deze woorden een doopformule bedoelde te geven, dan dringt de vraag zich op waarom we nimmer lezen dat zijn discipelen deze formulering daadwerkelijk hebben gebruikt. Het is opmerkelijk dat onder theologen tamelijk algemeen de mening heerst dat de formulering van Matteüs 28:19 niet oorspronkelijk zou zijn, maar om liturgische redenen is aangepast aan de belijdenis van het concilie van Nicea. De drie grote handschriften (Alexandrinus, Sinaiticus en Vaticanus) die dateren uit de tijd van dit concilie, zouden daardoor beïnvloed zijn en hun theologie hebben geprojecteerd in de vertaling. geen drie-eenheidsleer Gaan we echter uit van de betrouwbaarheid van de drie grote manuscripten dan dienen we de verklaring in een heel andere richting te zoeken. Inderdaad, de formulering in Matteüs 28:19 doet denken aan de formulering van van de leer van de drie-eenheid. Maar meer dan associatie is dat niet. Ga maar na. Matteüs 28:19 noemt het woord drie-eenheid niet en het refereert er inhoudelijk evenmin aan. Het beweert niet dat "de Zoon", God Zelf zou zijn. En evenmin leert het dat de heilige Geest een aparte persoon binnen de Godheid zou wezen. Met andere woorden: de formulering in Matteüs 28:19 is geen bewijs en zelfs geen argument voor de drie-eenheidsleer geen waterdoop Wanneer tegen het einde van deze aeon (Mat.28:20), het Evangelie van het Koninkrijk door Israël gepredikt zal worden, dan zullen alle volken ondergedompeld worden in zuiver onderwijs aangaande de naam van (God) de Vader. Er is geen noodzaak om hier te denken aan een doop in water (vergl. Mar.10:38; 1Kor.10:2), het onderwerp is hier onderwijs. Nergens in het NT lezen we een opdracht waarbij niet-Israëlieten in water zouden moeten worden gedoopt. De waterdoop is een Israëlietisch ritueel (Joh.1:31; Hebr.6:2), waaraan gojim hooguit als "vreemdelingen binnen de poorten" deel krijgen (Hand.10:47). de laatste generatie Wanneer in de laatste generatie van deze aeon 'de grote opdracht' door Israël met succes zal worden vervuld (Mat.24:14; Hand.15:16,17), dan zullen alle natiën worden onderwezen (lett. gediscipeld) in de naam van de Vader. Maar ook in onderwijs aangaande de Zoon van God en Gods heilige Geest.

10-11-2023 Lees verder

kan een gelovige ‘de erfenis’ kwijtraken?

In 1Korinthe 6:9 waarschuwt Paulus zijn lezers dat onrechtvaardigen het Koninkrijk van God niet zullen beërven. Of zoals de meer letterlijke weergave luidt: zij zullen geen lotbezit ontvangen in het Koninkrijk van God. In het daarop volgende vers (:10) licht Paulus nader toe wat hij onder onrechtvaardigen verstaat: hoereerders, afgodendienaars, echtbrekers, enzovoort. Daarna vervolgt hij te zeggen (:11): sommigen van jullie waren zo, maar inmiddels zijn jullie gewassen, geheiligd en gerechtvaardigd. Soortgelijke waarschuwingen van geen lotbezit te zullen ontvangen in Gods Koninkrijk treffen we ook aan in Galaten 5:19-21 en Efeze 5:5. Dat aan het einde van Christus' heerschappij de dood zal worden teniet gedaan, waarna alle mensen zullen zijn levend gemaakt, gered, verzoend en gerechtvaardigd (1Kor.15:22-28), is buiten kijf. In deze blog gaat het echter over de tijd die hieraan vooraf gaat en waarin onrechtvaardigen geen lotbezit in Gods Koninkrijk zullen hebben. Vaak kom ik de uitleg tegen dat de onrechtvaardigen in de genoemde passages gelovigen zouden zijn die wel deel uitmaken van het Lichaam van Christus maar door hun wangedrag de bonus van het lotbezit zullen missen. Hieronder in het kort de argumentatie: Dat Paulus zijn lezers voor deze praktijken waarschuwt, geeft aan dat het kennelijk mogelijk is dat zij hun lotbezit in het Koninkrijk verliezen. Anders zou de waarschuwing immers overbodig zijn. Paulus bedoelt niet te zeggen dat gelovigen met deze praktijken niet in het Koninkrijk zullen komen, maar dat ze daarin geen lotbezit zullen verkrijgen. De portie waarover ze beheer zouden krijgen verliezen ze. Dat is ook, aldus deze uitleg, waar Paulus op doelt in 2Timotheüs 2:12: als gelovigen verduren, dan zullen ze met Christus heersen maar als gelovigen Hem daarentegen verloochenen, dan zal Hij ook hen verloochenen en zullen zij niet met Hem regeren. Hoewel deze uitleg vaak wordt verdedigd, zie ik aantal onoverkomelijke bezwaren die ertegen pleiten. Ik noem er vijf: In 1Kor.6:11 lezen we: "sommigen van jullie waren dit... maar jullie worden schoongewassen, jullie worden geheiligd, jullie werden gerechtvaardigd...". Het feit dat Paulus schrijft dat sommigen van zijn lezers zo waren, maar inmiddels zijn schoongewassen, geheiligd en gerechtvaardigd, betekent dat deze praktijken voor hen tot het verleden behoren. Ze zijn niet alleen gerechtvaardigd, maar ook daadwerkelijk schoongewassen (=verschoond van deze praktijken). De reden dat Paulus waarschuwt voor deze praktijken is niet omdat gelovigen hun lotbezit zouden kunnen verliezen (zie punt 4). Waar hij voor waarschuwt is dat naam-gelovigen hun vermeende (!) lotbezit kwijtraken. Dat gebeurt wanneer zij als schijn-gelovigen door de mand vallen. Eerder in 5:11 waarschuwde Paulus al om zich "niet te vermengen met iemand die broeder genoemd wordt die een hoereerder of oplichter of afgodendienaar of uitschelder of dronkaard of rover is...". Het type boosdoeners die Paulus hier benoemt vertoont veel overeenkomsten met de praktijken die worden opgesomd in 6:11. In 1Korinthe 5 is de concrete aanleiding (5:1) dat er iemand hoererij pleegde zoals dat zelfs onder de natiën zeldzaam is (incest). En Paulus zegt dat men met zo'n hoereerder (of een ander soort boosdoener) niet zou communiceren als broeder. Het is mogelijk dat hij inderdaad een broeder is, maar in dat geval zal de Heer hem wederom 'schoonwassen'. Maar zolang hij zich opstelt als boosdoener (zie volgende punt), zou men niet met hem omgaan als broeder. Paulus heeft het in 6:9-11 niet over mensen die vallen in een zonde (zie 10:12), maar over mensen die allerlei zonden praktiseren (Gal.5:21). Vallen is incidenteel en zonder opzet. Zonde praktiseren daarentegen, betekent de zonde opzettelijk als praktijk beoefenen. Wie dat laatste doet stelt zich in de praktijk op als ongelovige. Schoonwassing en heiliging is evenals rechtvaardiging een kenmerk van wat God doet met degene die Hij roept "door de naam van de Heer Jezus" (6:11).  Het idee dat de gelovige zijn lotbezit zou kunnen verliezen is vreemd aan Paulus' onderwijs. Volgens Efeze 1:13 en 14 zijn gelovigen verzegeld met Gods geest "die een onderpand is van ons lotbezit"(zie ook 4:30). Het lotbezit van de gelovige is verzekerd en onvervreemdbaar. God Zelf staat garant voor het verkrijgen ervan. 2Timotheüs 2:12 leert helemaal niet dat gelovigen de Heer kunnen verloochenen. De "wij" in de verzen 11 t/m 13  zijn geen gelovigen maar mensen in het algemeen. Dat levert dan deze zin op: "Indien wij (als mensen) verduren, zullen wij (als mensen) ook samen met Hem koning zijn. Indien wij (als mensen) zullen verloochenen, zal Hij ook ons (als mensen) verloochenen". De eerste groep mensen, nl. die verduren, dat zijn gelovigen. Zij zullen met Christus koning zijn. De tweede groep mensen daarentegen, nl. die verloochenen, dat zijn ongelovigen. Zij zullen op hun beurt ook worden verloochend en geen deel hebben aan Christus' heerschappij. Samengevat: (1) Mensen die door God worden geroepen, worden door Hem gerechtvaardigd en geheiligd maar ook schoonwassen. Met andere woorden: wie niet wordt schoongewassen (lees: opzettelijk volhardt in boze praktijken), bewijst daarmee geen geroepene te zijn (1Kor.1:24; Rom.8:30). (2) Het is onmogelijk dat gelovigen hun lotbezit zouden kunnen verliezen aangezien zij zijn verzegeld met de Geest van belofte die een onderpand is van het lotbezit.

23-08-2023 Lees verder

Recente Toespraken
Prikbord

Een NIEUW BOEK is zojuist verschenen!

Dit boek is gratis online te lezen, te downloaden en (let op!) ook geheel om niet te bestellen bij Evangelieomniet!


Ook ALLE andere boeken uitgegeven bij Evangelieomniet zijn VANAF NU NIET MEER TE KOOP, maar (evenals alle brochures) uitsluitend gratis te bestellen bij genoemde stichting!


donderdag 7 december
Nunspeet (20.00 uur)
thema: TOP SECRETS (4)
– de onthulling van het geheim

Goed Belicht - Dagboek
woensdag, 6 december

1Timotheüs 3:8 – eerbaar en respectabel

Evenzo zouden de dienaren eerbaar zijn, niet met twee tongen spreken, geen acht geven op veel wijn, niet op winstbejag uit…

Terwijl “de opziener” toeziet op het onderwijs en de gezonde leer, zijn “de dienaren” degenen die hem daarin helpend terzijde staan. Een deel van de vereiste eigenschappen die Paulus benoemde van “de opziener” komen we ook weer tegen bij “de dienaren”, maar de opsomming is korter. De positie van de dienaren is (hiërarchisch) ondergeschikt aan die van “de opziener”: zij geven geen leiding maar dienen. Paulus benoemt de kwaliteiten die juist voor hen prioriteit verdienen.

Van de drie negatieve eigenschappen luidt de eerste: “niet met twee tongen spreken”. Anders gezegd: dienaren zijn betrouwbaar. Ook voor “de opziener” is het van belang dat hij op zijn helpers aankan. Dat is helemaal noodzakelijk als zij ook het beheer van de kas hebben. Zeker zulk werk dient vanzelfsprekend eerlijk te geschieden. Het zou een aanfluiting zijn wanneer dienaren uit zouden zijn op winstbejag en een graantje mee zouden willen pikken van bijvoorbeeld inzamelingen. Maar ook veel wijn drinken zou hun dienst schade berokkenen. Voor alles “zouden de dienaren eerbaar zijn”. Respect verdienen. Deze ene positieve eigenschap sluit alle negatieve kenmerken automatisch al uit. Dat geldt niet alleen voor dienaren, maar voor alle gelovigen!

Delen: