De Nieuwe Levenswandel

In Efeze 4 vanaf vers 17 spreekt Paulus over het contrast tussen de natien die in duisternis wandelen en degenen die GOD hebben leren kennen. Het is het contrast de tussen de oude mens(heid) die haar oorsprong heeft in Adam, gekarakteriseerd door zonde en dood én de nieuwe mens(heid) die in de opgewekte Christus aanving en gekenmerkt wordt rechtvaardigheid en leven. Zowel bij de oude als de nieuwe mensheid passen bepaalde gedragingen, waaraan zij beiden herkend kunnen worden. Paulus vergelijkt het met bijpassende kledingstukken die men kan aan- of uit kan trekken. Zoals liederlijkheid, getier, gevloek, leugen, diefstal, bitterheid ‘past’ bij de oude mensheid, zo ‘past’ genade, vriendelijkheid, waarheid, vrijgevigheid en vreugde bij de nieuwe mensheid. De clou van ons leven als gelovigen is, dat we verjongd worden door de vernieuwing van ons denken, d.w.z. van binnenuit. Niet door het ons eigen maken van een moraal maar door bewustwording van wat we bezitten en wie we zijn in Christus.

Delen: