GoedBericht.nl logo
English Blog

GoedBericht.nl wijst op de ene GOD die alles beschikt en bij wie nooit iets mis gaat. Zij wijst op Jezus Christus als Redder der wereld. Jazeker, van alle mensen! Omdat GOD nooit laat varen de werken van zijn handen.


Uitgangspunt is de Bijbelse boodschap zoals Paulus deze als “apostel en leermeester van de natiën” heeft mogen bekendmaken. GoedBericht wil uitsluitend wijzen op wat “er staat geschreven”. Want “de Schrift” bewijst én verklaart zichzelf.

 

De levende GOD is een Redder van ALLE mensen, speciaal van gelovigen!

1 Timotheus 4:10

Prikbord

donderdag 4 december
Nunspeet (20.00 uur)
thema: naar de natiën gezonden (4)
– de sleutelrol van Caesarea 

Recente Artikelen

de wereldbevolking in Abrahams dagen

Wanneer we de periode van de aartsvaders betreden – de dagen van Abraham, Isaak en Jakob – ontmoeten we in Genesis een wereld van steden, volken en koningen. Maar hoe groot was de mensheid op dat moment werkelijk? Zeker wanneer we bedenken dat de zondvloed nog geen vijf eeuwen daarvoor had plaatsgevonden en de mensheid toen opnieuw begon met slechts acht zielen. Elders op deze website is uiteengezet dat de geboorte van Abraham ongeveer 2000 jaar vóór Christus plaatsvond, en dat dit zo’n kleine 350 jaar na de zondvloed is. Met die tijdlijn in het achterhoofd kunnen we de bevolkingsgrootte in Abrahams dagen goed benaderen. een nieuwe mensheid uit acht zielen Na de vloed begint de mensheid met drie vruchtbare echtparen: Sem, Cham en Jafeth met hun vrouwen. Genesis 10 noemt hun zonen en besluit met de conclusie dat uit hen de volken der aarde zijn voortgekomen na de vloed (Genesis 10:32). Het hoofdstuk schetst een mensheid die zich snel en breed over de aarde verspreidt. Dat ligt ook voor de hand. Genesis 11 vermeldt dat de mensen in die tijd een lange levensduur hadden, waardoor meerdere generaties eeuwenlang naast elkaar leefden en de bevolkingsgroei niet werd afgeremd door snelle sterfte. Bovendien hadden de gezinnen doorgaans vele kinderen: Genesis noemt vooral de zonen, maar doet daarmee vermoeden dat er achter de namenrij nog meer kinderen schuilgingen. De aarde moest opnieuw bevolkt worden; de wereld lag open voor de nakomelingen van Noach. Daarbij klonk ook de goddelijke opdracht om vruchtbaar te zijn en zich te vermenigvuldigen (Genesis 9:1). In zo’n situatie – lange levensduur, grote gezinnen, een lege wereld en een duidelijke opdracht – is een snelle groei van de mensheid volkomen logisch. Het ligt dan ook voor de hand dat de populatie zich in de eerste eeuwen na de vloed snel uitbreidde. een nuchtere berekening Hoeveel mensen zou je dan mogen verwachten na zo’n 350 jaar groei vanuit een begin van acht personen? Het is niet nodig om ingewikkelde modellen te gebruiken. Wanneer de bevolking zich gemiddeld eens per 35 à 40 jaar verdubbelt – een voorzichtige schatting voor een jonge mensheid waarin grote gezinnen de norm waren – komt men al snel uit op tienduizenden mensen. Een trage verdubbelingstijd van veertig jaar leidt tot een wereldwijde populatie van ongeveer dertigduizend mensen; een iets snellere groei, met een verdubbelingstijd van 35 jaar, komt uit rond de tachtigduizend mensen. Wanneer de groei nog iets sneller verloopt, bijvoorbeeld een verdubbeling per 25 tot 30 jaar, stijgt de populatie gemakkelijk naar honderdduizenden mensen. Zulke groeipercentages zijn helemaal niet uitzonderlijk. Ook in de afgelopen decennia zagen we in delen van Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Azië bevolkingsgroei van 2 tot 3 procent per jaar, wat eveneens neerkomt op een verdubbeling binnen 25 tot 35 jaar. En dat zónder de lange levensduur en sterke gezinsstructuren die Genesis 11 veronderstelt. Wat demografisch in onze tijd al voorkomt, is in de omstandigheden van de vroege mensheid dus helemaal niet bijzonder. sluit dit aan bij het Bijbelse beeld? Wanneer Abram wordt geboren – ongeveer 350 jaar na de zondvloed – toont Genesis een wereld die volop in ontwikkeling is. Er zijn steden zoals Ur en Haran, en even verderop Sodom en Gomorra. De volken hebben zich sinds Babel verspreid en er zijn regionale koningen en stedelijke machtscentra, zoals beschreven in Genesis 14. Dat veronderstelt geen immense wereldbevolking, maar wel een stevige basis. Een groei van enkele tienduizenden tot mogelijk honderdduizenden mensen past uitstekend bij het Bijbelse beeld van die periode. In de eeuwen na Abrahams roeping wordt dat beeld alleen maar duidelijker. De wereld is in wording. Nieuwe steden ontstaan, volken ontwikkelen zich en statelijke structuren krijgen vorm, al zijn ze nog relatief klein. Genesis beschrijft precies zo’n opkomende wereld: een mensheid die net is begonnen, maar al voldoende omvang en diversiteit heeft om de beschreven ontwikkelingen te dragen. conclusie Wanneer Abraham zijn intrede doet – ongeveer 2000 v.Chr., zo’n 350 jaar na de zondvloed – is de mensheid naar alle waarschijnlijkheid uitgegroeid tot vele tienduizenden, en mogelijk honderdduizenden mensen. Dat is ruimschoots voldoende om de volkenlijst van Genesis 10, de steden van Genesis 11–14 en de politieke structuren van Abrahams dagen te verklaren. De Bijbelse chronologie en de demografische realiteit sluiten naadloos op elkaar aan en vormen een logisch geheel.

03-12-2025 Lees verder

geen planeet die aarde heet…

Onlangs zei ik tijdens een spreekbeurt terloops dat in de Bijbel de aarde geen planeet is. Naderhand werd ik daarover aangesproken en gevraagd of ik dat ook Bijbels hard kan maken. Ja, dat kan ik zeker en in meerdere studies heb ik dit ook uiteengezet (zoals in deze serie). Maar omdat het een onbekend Bijbels gegeven is, hieronder een korte verantwoording. In onze tijd is het volstrekt vanzelfsprekend om de aarde te beschouwen als een planeet: één van de hemellichamen die zich beweegt in het heelal. Maar die gedachte is niet ontleend aan de Bijbel. In de Schrift is de aarde géén hemellichaam. Zij behoort niet tot de hemel, maar bevindt zich daaronder. de aarde is het droge Wanneer we het Bijbels spraakgebruik volgen, dan ontdekken we dat “aarde” eenvoudig verwijst naar het droge land. In Genesis 1 lezen we: God noemde het droge aarde…-Genesis 1:10- De aarde is dus niet de bol waarop wij leven maar het vaste land, onderscheiden van de zee. Wie zich op zee bevindt, is in Bijbelse zin niet “op de aarde”. Dat verklaart ook de uitdrukking “de einden der aarde” (Ps.2:8; 65:5; 72:8; Jes.41:5; 42:10; Zach.9:10): dit zijn de uiterste grenzen van het land – daar waar het droge ophoudt en het water begint. Het zijn de kustgebieden. Moeilijker is het niet. Wie meent dat de uitdrukking "de einden der aarde" duidt op een plat vlak waar je aan de randen vanaf kunt vallen, miskent simpelweg de Bijbelse terminologie. onder de hemelen Behalve het horizontale onderscheid tussen aarde en zee, is er ook het verticale onderscheid tussen aarde en hemelen. Reeds het eerste Bijbelvers spreekt al van "hemelen en aarde". De aarde bevindt zich onder de hemelen (Gen.6:17; Ps.103:11). Dat betekent dat zij niet behoort tot de hemelse regionen of hemellichamen. De zon, maan en sterren zijn hemellichamen; zij bewegen zich "in het uitspansel van de hemelen" (Gen.1:14,17). De aarde daarentegen staat vast en wankelt niet (Job 38:4; Ps.102:26; Jes.51:16). In geen enkel Bijbelvers wordt de aarde gerekend tot de hemellichamen. De Griekse term voor planeet (planētēs) komt van het werkwoord planan, dat “dwalen” betekent. Een planeet is letterlijk een dwaalster: een hemellichaam dat zich verplaatst tussen de sterren. Maar de aarde dwaalt niet; zij wordt niet gerekend tot de hemellichamen en staat vast in haar orde. Bijbels gesproken is de aarde geen planeet, maar het vaste land dat God schiep en bij name noemde. Onder de hemelen, en vast in zijn orde.

01-11-2025 Lees verder

de plaats van de derde tempel – nieuwe ontwikkelingen

In februari 2020 verscheen op deze website een artikel onder de titel de plaats van de aanstaande tempel. Daarin werd de vraag gesteld of de tempel van Jeruzalem wel heeft gestaan op de plaats die daar tegenwoordig traditioneel voor wordt aangewezen: het plateau dat bekendstaat als de Haram al-Sharif, waarop de Rotskoepel en de al-Aqsamoskee staan. In dat artikel werd, mede op basis van het onderzoek van dr. Ernest L. Martin (The Temples that Jerusalem Forgot), het scenario naar voren gebracht dat dit plateau niet de tempelberg is, maar het Romeinse fort Antonia. De werkelijke tempellocatie zou dan gezocht moeten worden ten zuiden daarvan, in de Stad van David, bij de Gihonbron. Destijds was dat een excentriek en weinig bekend idee. Inmiddels zijn er ontwikkelingen die dit scenario steeds dringender onder de aandacht brengen. de tempel niet op het plateau maar bij de Gihonbron Het uitgangspunt van de alternatieve tempellocatie is eenvoudig en bijbels onderbouwd: het heiligdom moest voorzien zijn van “levend water” voor rituele reiniging (Lev. 14:5; Num. 19:17). De enige natuurlijke bron in Jeruzalem was – en is – de Gihonbron, gelegen in de Stad van David. Op de huidige Haram al-Sharif bevindt zich geen natuurlijke waterbron. Daarentegen vinden we bij de Gihonbron uitgebreide waterinstallaties, bassins en kanalen die wijzen op intensief cultisch gebruik. In 1 Koningen 1:38-39 lezen we dat Salomo bij deze bron tot koning werd gezalfd. Dat dit juist dáár gebeurde, is moeilijk los te zien van de heilige status die deze plaats had. Ook Openbaring 11 werd destijds aangehaald als opmerkelijke bevestiging. Daar wordt een tempel beschreven die wordt opgemeten, maar de “hof buiten de tempel” wordt nadrukkelijk uitgesloten omdat die gegeven is aan de natiën. Dat komt opvallend overeen met de huidige situatie: de Haram al-Sharif ligt wel binnen Jeruzalem, maar valt niet onder Joods bestuur; het beheer is in handen van Jordanië en de islamitische wereld. De gedachte dat de tempel naast dit plateau herbouwd zal worden – en niet erop – blijkt intussen aan actualiteit te winnen. archeologische ontwikkelingen sinds 2020 Sinds het verschijnen van het genoemde artikel in 2020 zijn er belangrijke ontdekkingen gedaan in de Stad van David. De Israëlische archeoloog dr. Eli Shukron, jarenlang verbonden aan de Israel Antiquities Authority, heeft overtuigende aanwijzingen gevonden voor een vroege cultusplaats direct bij de Gihonbron. In recente publicaties en interviews heeft hij verklaard dat hij daar de oudste heilige plaats van Jeruzalem situeert. Hij wijst op massieve platforms, rituele baden en waterkanalen die duiden op priesterlijke handelingen. Volgens Shukron is dit “de plaats waar Jeruzalem begon als heilige stad”. Daarnaast is er groeiende aandacht voor de vraag of de huidige tempelberg wel de enige optie is voor de historische tempellocatie. Terwijl de traditionele opvatting dat de tempel op het huidige plateau stond, nog steeds dominant is, wijzen recente studies erop dat de Stad van David mogelijk het oorspronkelijke heilige centrum was. De vondsten bij de Gihonbron sluiten nauw aan bij de bijbelse vereisten voor de tempeldienst, waaronder de aanwezigheid van levend water. Het ontbreken daarvan op het huidige plateau maakt dat de vraag naar de exacte locatie opnieuw wordt gesteld. Deze ontwikkelingen zijn geen randverschijnsel meer, maar worden besproken in serieuze archeologische publicaties en presentaties binnen Israël. Wat in 2020 nog vooral een hypothese was, wordt nu onderwerp van onderzoek en debat. verschuiving in de joodse bewustwording Ook binnen de Joodse wereld is er verandering zichtbaar. Organisaties die zich bezighouden met tempelvoorbereiding, zoals het Tempelinstituut, spreken tegenwoordig niet meer met absolute zekerheid over de exacte locatie van de tempel, maar verwijzen naar “voortgaand onderzoek”. Rabbijnen zoals Yehuda Glick (voormalig Knesset-lid en voorvechter van de tempelherbouw) hebben publiekelijk verklaard dat de HERE in onze dagen nieuw licht geeft op deze kwestie en dat de vraag naar de oorspronkelijke tempellocatie onderwerp is van voortgaande openbaring en onderzoek. Daarnaast groeit in bredere religieuze kringen het besef dat de Haram al-Sharif juridisch en religieus onder beheer staat van de volken. Dat versterkt de gedachte dat de tempel niet op dat plateau kan staan, maar dáárbuiten gebouwd zal worden. Deze verschuiving is deels opportunistisch, maar niet zonder betekenis. Wat jarenlang onbespreekbaar was, wordt nu voorzichtig onder woorden gebracht. Niet in de marge, maar in kringen die serieus bezig zijn met voorbereidingen voor een toekomstige tempel. geopolitieke omstandigheden die ruimte scheppen Terwijl het tempelvraagstuk lange tijd theoretisch bleef, is de geopolitieke context van de laatste jaren opvallend veranderd. De Abraham-akkoorden brachten gesprekken op gang over interreligieuze samenwerking in Jeruzalem. Daarbij is meermalen gesproken over de Tempelberg als “huis van gebed voor alle volken” – een uitdrukking die rechtstreeks is ontleend aan de profeet Jesaja. Vanuit de traditionele aanname dat de tempel op de huidige Rotskoepel zou moeten komen, was dit feitelijk ondenkbaar. Maar wanneer de tempel elders staat – op een plek die zowel historisch als Bijbels gerechtvaardigd is – verandert dat geheel het gesprek. Dan ontstaat het scenario van co-existentie: niet óf de Rotskoepel, óf de tempel, maar beide – ieder op zijn eigen plaats. Dit idee wordt niet langer alleen besproken in alternatieve kringen, maar komt steeds vaker aan bod in interviews, lezingen en opiniebijdragen binnen Israël zelf. steeds meer een serieuze optie Alles bij elkaar genomen – de archeologische ontwikkelingen bij de Gihonbron, de groeiende aandacht voor de Stad van David, verschuivingen binnen de Joodse wereld en de veranderende geopolitieke realiteit – maakt dat het idee van een tempel naast de huidige Haram al-Sharif niet langer kan worden afgedaan als pure speculatie. Wat in 2020 nog gezien werd als een alternatieve hypothese, ontwikkelt zich tot een serieuze optie die steeds breder onderzocht en besproken wordt. Het is niet de vraag of deze kwestie opnieuw op de agenda van Israël zal komen, maar wanneer dit zal gebeuren. En wie weet hoe spoedig. Zeker is dat de bouw van deze derde tempel een spectaculair kantelpunt zal vormen in de geschiedenis van het Midden-Oosten en die van Jeruzalem in het bijzonder.

18-10-2025 Lees verder

man en vrouw: zoveel meer dan traditie

Een onbekende jongeman, Davey Verbeek, sprak zich onlangs in een datingprogramma op de Nederlandse televisie uit voor een klassieke rolverdeling: de man als kostwinner en de vrouw primair bij de kinderen. Op zichzelf geen wereldschokkende gedachte – generaties lang werd het zo beleefd. Maar de reacties logen er niet om. Alsof door een wesp gestoken sprongen de (linkse) media erbovenop. Opvallend is hoe de veelgeprezen “inclusiviteit” in de praktijk selectief blijkt te zijn. Iedere afwijkende levensstijl of opvatting wordt omarmd, zolang het maar niet de traditionele visie betreft. Dáár houdt de tolerantie op en wordt men ronduit sektarisch en veroordelend. En voorspelbaar wordt de link gelegd met Andrew Tate, die bekendstaat om vrouwonvriendelijke en zelfs gewelddadige uitlatingen. Zo is de karikatuur snel gemaakt en wordt de discussie bij voorbaat beslecht. Tegelijk schiet ook de verdediging van een louter traditionele rolverdeling tekort. Want de vraag is niet of iets altijd zo geweest is, maar waarop het berust. De Schrift leert dat de man geschapen werd naar Gods beeld: “En God schiep de mens (ha-adam) naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen” (Genesis 1:27). Vandaar dat, zoals Paulus uitlegt, de man beeld en heerlijkheid van God is, terwijl de vrouw de heerlijkheid van de man is (1 Korinthe 11:7). Overigens (maar dat terzijde) is het Beeld van God in de Bijbel altijd Christus (Kolossenzen 1:15). Dat betekent dat de man God representeert als Schepper, terwijl de vrouw de schepping representeert. Dat is niet minderwaardig, integendeel! Beide 'rollen' zijn complementair. Het ene kan niet zonder het andere. Schepper en schepping zijn wezenlijk onderscheiden, maar evenzeer op elkaar betrokken. Daarom spreekt de Bijbel over God als Vader en consequent in mannelijke termen als Hij en Hem. Hij is de Eerste, Degene die het initiatief neemt, zorg draagt en leiding geeft. En de schepping daarentegen wordt voorgesteld als vrouwelijk, ontvangend. Ook als een vrouw die zwanger is en in blijde verwachting van nieuw leven (Romeinen 8:22). De man representeert dus de Schepper, de vrouw de schepping die door Hem is gemaakt en haar vervulling vindt in wat zij van de Man ontvangt. Het is typologie in de zuiverste zin. Daarin ligt het fundament van de verhouding tussen man en vrouw. Het is geen willekeurige traditie, maar een diepgeworteld gegeven dat verankerd is in de schepping zelf. Wie dit uit het oog verliest, vervalt óf in karikaturen, óf in leeg traditionalisme – een verdediging die hooguit steunt op pragmatische argumenten of op hoe de natuur nu eenmaal functioneert, maar die geen geestelijke inhoud heeft. Alleen waar de man de Schepper weerspiegelt en de vrouw de schepping, komt de verhouding werkelijk tot haar recht.

01-10-2025 Lees verder

Recente Toespraken
Prikbord

donderdag 4 december
Nunspeet (20.00 uur)
thema: naar de natiën gezonden (4)
– de sleutelrol van Caesarea 

Nieuwsflits

Israël als opkomend economisch centrum

Tijdens de Israel Hayom Summit sprak de Joods-Amerikaanse investeerder Michael Eisenberg, partner bij Aleph VC, over een wereldwijde verschuiving van economische macht. Volgens hem maakt New York deel uit van “een afnemend rijk”, terwijl Israël behoort tot “het opkomende midden van de wereld”.

Hij riep Joden in de diaspora op om niet via Florida of andere tussenstops te reizen, maar rechtstreeks naar Israël te komen, dat volgens hem uitgroeit tot een nieuw financieel en strategisch knooppunt. Eisenberg wees daarbij op technologische innovatie, nieuwe financiële structuren en regionale handelscorridors die Israël steeds centraler zouden positioneren.

Past dit soort uitspraken niet precies in het profetische beeld van een afvallige Joodse natie die in de eindtijd het Midden-Oosten domineert? Een ontwikkeling die uitloopt op de verwoesting van Jeruzalem, waarna het godloze deel van het volk zal uitwijken naar Babylon om daar de financiële hoofdstad van de wereld te vormen en de strijd aan te binden met het rijk van de Messias.

Delen: