GoedBericht.nl logo
English Blog

GoedBericht.nl wijst op de ene GOD die alles beschikt en bij wie nooit iets mis gaat. Zij wijst op Jezus Christus als Redder der wereld. Jazeker, van alle mensen! Omdat GOD nooit laat varen de werken van zijn handen.


Uitgangspunt is de Bijbelse boodschap zoals Paulus deze als “apostel en leermeester van de natiën” heeft mogen bekendmaken. GoedBericht wil uitsluitend wijzen op wat “er staat geschreven”. Want “de Schrift” bewijst én verklaart zichzelf.

 

De levende GOD is een Redder van ALLE mensen, speciaal van gelovigen!

1 Timotheus 4:10

Prikbord

VERS VAN DE PERS!
Gratis online te lezen maar ook gratis te bestellen bij Stichting ‘Evangelie Om Niet’.

Recente Artikelen

7. Wat veranderde er sinds Handelingen 28?

Handelingen 28 is niet alleen de afsluiting van Lucas tweede boek, maar ook de afsluiting van een periode waarin de Jood voorrang genoot. Sinds het begin van het boek Handelingen werd aan Israël "het Evangelie van de besnijdenis" verkondigd (Gal.2:7) waarin het volk werd opgeroepen om de opgewekte Messias alsnog te aanvaarden. Zou Israël zich in die dagen hebben bekeerd, dan was daaraan de belofte gekoppeld dat de Messias vanuit de hemel zou terugkeren en daarmee tijden zouden aanbreken "van wederoprichting van alles waarvan de profeten hebben gesproken" (Hand.3:19-21). in deze tijd? Aan het begin van het boek Handelingen wordt de vraag door de discipelen gesteld: "Heer herstelt U in deze tijd het Koninkrijk voor Israël?" (Hand.1:6). Toen werd hen aangezegd dat het hen niet toekwam om de tijden en gelegenheden te weten waaraan de Vader de beschikking aan Zich heeft gehouden. Maar aan het einde van het boek Handelingen komt alsnog het antwoord. 'De twaalf' in Jeruzalem mochten het niet weten, maar de dertiende apostel, Paulus, geeft in Rome duidelijkheid. ... en zonder het eens geworden te zijn, gingen zij uiteen, nadat Paulus dit ene woord gesproken had: Terecht heeft de Heilige Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen gesproken, 26 zeggende: Ga heen tot dit volk en zeg: Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken; 27 want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen en met hun oren niet horen en met hun hart niet verstaan en zij zich bekeren, en Ik hen zou genezen. -Handelingen 28:25-27- het doek valt voor Israël Het speciale appèl dat op Israël wordt gedaan, loopt als een rode draad door heel het boek Handelingen. Totdat in hoofdstuk 28 het doek valt.  Vanaf dan is de mogelijkheid van Israëls herstel uitgesloten. Het Koninkrijk voor Israël zal niet in die dagen worden hersteld. De bijzondere positie van Israël is voorbij en "het Evangelie van de besnijdenis" dat aan Petrus en de zijnen was toevertrouwd, was niet langer aan de orde. werd gezonden Pal na het bovenstaande citaat volgt dan ook Paulus' veelzeggend statement: Het zij u dan bekend, dat dit heil Gods aan de natiën werd gezonden; die zullen dan ook horen! -Handelingen 28:28- Nu Israëls bekering en herstel van de baan zijn, blijft over de mededeling dat het heil Gods (dat in de eerste plaats aan het volk was gezonden; Hand.3:26) naar de natiën gezonden werd. Let op: "werd gezonden" en niet zoals veel vertalingen zeggen: "gezonden is", alsof het heil Gods pas bij deze mededeling naar de natiën toeging. Paulus refereert aan de tijd dat hij een "apostel van de natiën" werd (Rom.11:13), veelzeggend gemarkeerd door zijn naamsverandering ("Saulus, anders gezegd Paulus"; Hand.13:9). Paulus' boodschap veranderd? Niet Paulus' boodschap is veranderd sinds Handelingen 28, zoals sommigen ten onrechte hebben geconcludeerd. Men (ver)knipt Paulus brieven in tweeën: de brieven die hij vóór en ná Handelingen 28 schreef. Slechts de latere brieven zouden voor ons nog geldig zijn, zo is de redenering in deze opvatting. Maar deze gevaarlijke conclusie berust op het misverstand dat "het Evangelie van de voorhuid" zoals onderwezen door Paulus zou zijn veranderd sinds Handelingen 28. Het is omgekeerd: Paulus verklaart dat "het Evangelie van de besnijdenis" 'over de datum'! Sinds Handelingen 28 houdt Paulus vanuit de gevangenis zijn lezers voor dat "de tussenmuur van afscheiding" tussen Jood en heiden is weggebroken (Ef.2:14). De verdeling van "de twee', behoort sindsdien tot het verleden. Paulus predikte nooit "het Evangelie van de besnijdenis" Het boek Handelingen ving aan met de prediking van uitsluitend "het Evangelie van de besnijdenis". Sinds Handelingen 13 voegde zich daarbij ook Paulus die "het Evangelie van de voorhuid" predikte, naast het reeds bestaande getuigenis van 'de twaalf'. Het is de tijd van twee soorten bedieningen (Gal.2:1-9). In Handelingen 28 zet Paulus een punt achter "het Evangelie van de besnijdenis" en blijft over het ene "Evangelie van de voorhuid". Paulus heeft nooit "het Evangelie van de besnijdenis" aan Israël gepredikt. (Hand.13:40,41; 22:18). Hij predikte "het Evangelie van de voorhuid" ('een heidens evangelie') aan Jood en heiden. Zonder onderscheid. Juist om die reden stond hij ook in kwade reuk in Jeruzalem, ja zelfs bij de achterban van Jakobus (Hand.21:20,21). Paulus' ondankbare taak in de Handelingen-tijd bestond daaruit dat hij aan het Joodse volk moest vertellen dat het Evangelie naar de natiën was gezonden. Het werd de reden van zijn gevangenneming in Jeruzalem (Hand.22:21). Paulus aanzegging in Rome dat Israël niet in die dagen zou worden hersteld, vormt het sluitstuk van deze ontwikkeling.

22-06-2024 Lees verder

spreekt Paulus over ‘homoseksuelen’?

Het Nederlands Dagblad publiceerde een artikel plus video waarin wordt beweerd dat in diverse bijbelvertalingen (o.a. het Boek) ten onrechte sprake zou zijn van 'homoseksuelen'. Het gaat om het Griekse woord 'arsenokoites' in de teksten 1Korinthe 6:9 en 1Timotheüs 1:10. De NBG-vertaling vertaalt dit woord met 'knapenschenders' en de Statenvertaling met "die bij mannen liggen". Hoe zit dat? Laten we enkele belangrijke feiten op een rijtje zetten. woordopbouw Het Griekse woord 'arsenokoites' is opgebouwd uit de elementen  'mannelijk' (Gr. arsen) en 'ligger' (Gr. koite). Van dit laatste woorddeel is ons woord 'coïtus' afgeleid. Seksuele gemeenschap dus. Overigens is het woord 'ligger' in het Grieks ook mannelijk. Puur vanuit de woordopbouw verwijst het begrip naar een man die ligt met een man. Zo hebben de Statenvertalers het ook weergegeven. Waarbij 'liggen'  een eufemisme is voor seks, vergelijkbaar met onze uitdrukking 'naar bed gaan met...' een nieuw woord Wanneer we onderzoek doen naar het woord 'arsenokoites' (Strongcode 733), dan blijkt al gauw dat dit woord nergens elders wordt aangetroffen in de Griekse literatuur vóór of ten tijde van Paulus. Dus om de betekenis van het woord te achterhalen via buiten-bijbels gebruik, geraken we op dood spoor. Paulus zelf heeft het woord kennelijk geïntroduceerd. De vraag dringt zich dus op hoe Paulus op dit nieuwe woord is gekomen? ontleend aan Leviticus Vrijwel alle lexicons verwijzen daarvoor naar de Griekse vertaling (LXX, de Septuagint) van Leviticus 18:22 en 20:13. En inderdaad, de link met die passages is onmiskenbaar. Hieronder een screenshot vanuit de Griekse tekst: Zelfs voor wie niet vertrouwd is met de Griekse taal, kan moeilijk de overeenkomst tussen beide fragmenten ontgaan. Het woord  'arsenokoites' is een samentrekking van dezelfde woorden als in Leviticus 20 en ook nog eens in dezelfde volgorde! Door te spreken van 'arsenokoites' verwijst Paulus overduidelijk naar Leviticus 18 en 20 en onderstreept daarmee hoe God tegen dit gedrag aankijkt. Een man die gemeenschap heeft met iemand van het mannelijk geslacht (LXX: arsenos koiteen), zoals men gemeenschap heeft met een vrouw, beiden hebben een gruwel gedaan... -Leviticus 20:13- universeel Het is waar: gelovigen vandaag staan volgens Paulus "niet onder de wet" (1Kor.9:20). Maar de verwijzing naar Leviticus 18 en 20 impliceert dat ook helemaal niet. Dat deze bepaling in de wet van Mozes staat opgetekend, is omdat het een regel betreft die terug gaat tot ver vóór Mozes. Tot op Noach, ja zelfs tot op Adam. Al vanaf de creatie van Adam en Eva geldt dat seksuele gemeenschap ("één vlees zijn") is bestemd voor een man en zijn vrouw (Gen.2:24, vergl. Mat.19:8 en 1Kor.6:16). Dat is nooit anders geweest. Met andere woorden: de afkeuring van homoseksualiteit in Leviticus is helemaal geen specifiek Mozaïsche regel. Het is een universeel beginsel. theologisch gedraai Tegenwoordig proberen vele theologen onder het duidelijke onderwijs van de Schrift uit te komen met de redenering dat het in zulke passages enkel zou gaan om homoseksualiteit in de context van afgoderij, prostitutie of verkrachting. Het zijn ongegronde excuses, uitvluchten die slechts voortkomen uit de moeite die men heeft met de klip-en-klare uitspraken van de Schrift. verwante artikelen

16-04-2024 Lees verder

Recente Toespraken
Prikbord

VERS VAN DE PERS!
Gratis online te lezen maar ook gratis te bestellen bij Stichting ‘Evangelie Om Niet’.

Goed Belicht - Dagboek
woensdag, 3 juli

1Timotheüs 6:20 – bewaar het pand

O Timotheüs, bewaak het [jou] toevertrouwde [en] heb een afkeer van de onheilige, ijdele klanken en tegenstellingen van de ten onrechte zogenoemde ‘kennis’.

Het slot van deze persoonlijke brief begint als een hartenkreet. “O Timotheüs…!”. Heel persoonlijk maar ook emotioneel en urgent. In 2Tim.1:2 noemt Paulus Timotheüs “mijn geliefd kind” wat de innige verhouding tussen beiden typeert. Paulus had hem door het Evangelie ‘verwekt’ en vervolgens ook meegenomen op zijn reizen en intensief onderwezen in alles wat hijzelf van Christus persoonlijk had geleerd. Dat is het aan Timotheüs toevertrouwde (vergl. 2Tim.1:12,14). Zo zorgvuldig als Paulus dat aan hem had doorgegeven, zo zorgvuldig zou Timotheüs dat onderwijs ook bewaken.

Deze brief (1:3) begon met de oproep dat Timotheüs geen andere leer zou verdragen dan hetgeen Paulus had onderwezen. Als een rode draad loopt dit thema door heel de brief en Paulus sluit er ook hartstochtelijk mee af. Timotheüs zou het aan hem toevertrouwde onderwijs bewaken wat al suggereert dat er ondermijnende gevaren dreigden. Daarbij moest hij zich afkerig tonen van andersluidende gedachtengangen die hier “onheilige, ijdele klanken” worden genoemd. De woorden kwamen ongetwijfeld impossant over, maar inhoudelijk stellen ze niets voor. Ze staan haaks op het onderwijs dat Timotheüs was toevertrouwd. Dat onderwijs is de toetssteen – toen, en vandaag niet minder!

Delen: