GoedBericht.nl logo
English Blog

GoedBericht.nl wijst op de ene GOD die alles beschikt en bij wie nooit iets mis gaat. Zij wijst op Jezus Christus als Redder der wereld. Jazeker, van alle mensen! Omdat GOD nooit laat varen de werken van zijn handen.


Uitgangspunt is de Bijbelse boodschap zoals Paulus deze als “apostel en leermeester van de natiën” heeft mogen bekendmaken. GoedBericht wil uitsluitend wijzen op wat “er staat geschreven”. Want “de Schrift” bewijst én verklaart zichzelf.

 

De levende GOD is een Redder van ALLE mensen, speciaal van gelovigen!

1 Timotheus 4:10

Prikbord

zondag 22 december
Den Haag (10.00 uur)
thema: een lamp in een troebele plaats

Recente Artikelen

nog eens: de wandaad van Cham

Enkele maanden geleden besprak ik tijdens een bijbelstudie de merkwaardige geschiedenis van Noachs dronkenschap (Gen.9:20-27). Wat deze geschiedenis vooral merkwaardig maakt is de mysterieuze schande die Cham Noach heeft aangedaan. Terwijl het enige wat de tekst daarover opmerkt is dat Cham zijn vaders naaktheid heeft gezien. Maar wat is daar schandelijk aan? Noach had zichzelf toch in dronken toestand ontbloot en wat kon Cham er aan doen dat hij dat heeft gezien? Of zit 'm het kwalijke in het feit dat hij heeft nagelaten wat zijn broers vervolgens wel deden (namelijk hun vaders naaktheid bedekken)? wat deed Cham zijn vader aan? Nadat Noach uit zijn roes is ontwaakt bemerkt hij wat Cham hem heeft aangedaan. Het is een heftige gewaarwording want het is de aanleiding om Chams vierde zoon Kanaän te vervloeken. Kanaän wordt aangezegd dat hij "een knecht van knechten" zal zijn. Extreem ondergeschikt dus. De vraag dringt zich dan op: wat heeft Noach opgemerkt dat Cham hem tijdens zijn dronkenschap heeft aangedaan? En de tweede vraag is: wat heeft Chams zoon Kanaän hier mee te maken? De gangbare uitleg komt erop neer dat Cham zijn vader niets heeft aangedaan, maar juist heeft nagelaten om iets te doen. Dat echter niet Cham, maar Kanaän werd vervloekt, blijft in deze uitleg geheel onbeantwoord. Cham zag zijn vaders naaktheid Tijdens de bijbelstudie waaraan ik zojuist refereerde, stelde ik de nogal onconventionele uitleg voor dat Cham bij zijn moeder Kanaän heeft verwekt. Dat lijkt op het eerste gezicht erg vergezocht, maar laat ik een aantal overwegingen nog eens op een rijtje zetten. Deels aangevuld met nieuwe argumenten. Daarmee reflecteer ik ook op verschillende kritische opmerkingen die ik ontving n.a.v. de presentatie destijds. Noach ontblootte zich niet in "zijn tent", zoals de meeste vertalingen zeggen, maar in "haar tent" (Hebr. aholah). Deze Hebreeuwse vervoeging is vrouwelijk van vorm.  Een vrouwelijke vorm die we ook aantreffen in Gen.24:67 waar het gaat om Izaäk die Rebekka brengt in "de tent van zijn moeder". De vrouwelijke uitgang van 'tent' in Gen.9:21 suggereert dat Noach zich ontblootte in de tent van zijn vrouw. De term 'zien van naaktheid' (of 'zien van schaamte') is een bekend Bijbels eufemisme voor seksuele gemeenschap (Lev.20:17). Het is vergelijkbaar met de vele eufemismen (=discrete formuleringen) die ook wij voor seksuele gemeenschap kennen. Wanneer wij spreken van 'met iemand slapen' of 'met iemand het bed delen' of 'met iemand een beschuitje eten', dan bedoelen we daar doorgaans meer mee, dan dat we feitelijk zeggen. De terminologie is dubbelzinnig: we kunnen ze strikt letterlijk en 'onschuldig' opvatten, maar ook als subtiele hint. In Leviticus 18 en 20 wordt de term 'naaktheid zien/ontbloten' 24x gebruikt als aanduiding voor seksuele gemeenschap. Het verschil tussen naaktheid ontbloten en zien is dat ontbloten (Lev.18:6) wijst op een actieve daad van degene die het intiatief neemt tot de seksuele gemeenschap. Naaktheid zien (Lev.20:17) daarentegen is passiever en laat in het midden wie het initiatief tot de seks heeft genomen. Iemands naaktheid reikt in het geval van een huwelijk verder dan het individu. Ze omvat ook de naaktheid van de huwelijkspartner. In Leviticus 18:8 wordt expliciet gezegd dat "de naaktheid van de vrouw van uw vader... de naaktheid van uw vader is". had Cham gemeenschap met zijn moeder? Laten we deze overwegingen eens meenemen in de geschiedenis van Genesis 9:20-27. Noach heeft zich in dronken toestand ontkleed in de tent van zijn vrouw. Wilde hij seks met haar? Hoe dan ook: Cham ziet zijn vaders naaktheid. Zoals we reeds zagen kan dat ook betekenen dat hij tevens zijn moeders naaktheid heeft gezien (Lev.18:8). Sterker nog: het kan zelfs betekenen dat hij gemeenschap met zijn moeder had (Lev.20:17). Toegegeven: de tekst vermeldt noch het één, noch het ander en dus moeten we oppassen met overhaaste conclusies. Maar volgens de Schrift kan de uitdrukking "hij zag zijn vaders naaktheid" dit beide wel degelijk ook betekenen. Het is het vervolg van deze geschiedenis dat m.i. duidelijk in deze richting wijst. de reactie van Chams broers We kunnen slechts raden naar het motief van Noachs vrouw. Waarom zou ze gemeenschap met Cham hebben gehad? Werd zij verkracht? Of heeft ze vanuit minachting voor haar dronken man, Cham laten begaan? De tekst rept er niet over. Wel dat Cham vervolgens aan zijn beide broers vertelt dat hij hun vaders naaktheid heeft gezien. Hoe hebben zij deze formulering opgevat? Letterlijk en dus onschuldig? Van een veroordeling van Cham door hen is in de tekst in elk geval geen sprake. Het enige wat Sem en Jafeth doen is hun vaders naaktheid discreet bedekken. Cham beging een gruweldaad Noach ontwaakt uit zijn roes. Hij wordt zich bewust van wat Cham hem heeft aangedaan. Wat ontdekte hij? En wanneer? Het staat er niet bij, behalve dat hij de zoon van Cham, Kanaän vervloekt. Daarmee veronderstelt de tekst een causaal verband tussen Chams wandaad en Kanaäns vervloeking. Dit leidt tot de bijna onvermijdelijke conclusie dat het zien "van vaders naaktheid" door Cham, een gruwelijke betekenis moet hebben. En zoals we hebben gezien, voorziet de Schrift ook in die betekenis. Het was incest waaraan Cham zich schuldig maakte. Oftewel: Cham had gemeenschap met zijn moeder en verwekte Kanaän bij haar. Wilde hij zijn vader vernederen die hem "de kleine" noemde (Gen.9:24, lett.)? Voelde hij zich gepasseerd daar niet hij, maar Sem het eerstgeboorterecht had verkregen? geen zoon van Noach Wat Cham zijn vader heeft aangedaan is een dieptepunt in Noachs leven. De zondvloed was nog maar recent ten einde gekomen en God had Noach en zijn zonen gezegend (Gen.9:1,8). Kanaän als halfbroer van Noachs zonen staat buiten deze zegen. Want niet Noach, maar Cham was zijn vader. Tot twee keer toe wordt gezegd: Cham was de vader van Kanaän. De zonen van Noach, die uit de ark gegaan waren, waren Sem, Cham en Jafet; Cham was de vader van Kanaan. Gen.9:18 (zie ook 9:22) illustratief Met Noach als landman en wijngaardenier ving "de aeon van deze wereld" (Ef.2:2) veelbelovend aan. Maar in plaats van over de aarde te heersen, blijkt Noach niet eens in staat zichzelf te beheersen. Hij verliest zijn waardigheid en zijn eigen zoon "ziet zijn naaktheid". Slechts Sem en Jafeth houden hun vader in ere en bedekken hem met de mantel der liefde. In bedekte termen is hiermee Noachs profetie van Gen.9:25-27 geïllustreerd. Kanaän wordt een "knecht der knechten" en mist de Noachietische zegen. God zal zijn Naam (Hebr. Sem) verbinden aan het nageslacht van Sem. God zal het nageslacht van Jafeth (=uitbreiden) over de hele aarde uitbreiden.

13-12-2024 Lees verder

een synagoge op de Tempelberg?

Maandag j.l. was op Israel’s Army Radio een interview te beluisteren met de Israëlische minister van nationale veiligheid, Ben-Gvir. Als een uitgesproken 'havik' in het Israëlische kabinet heeft hij al vaak aangegeven op de Tempelberg te willen bidden en ook al diverse keren dit samen met andere Joden demonstratief gedaan. Dit uiteraard tot groot ongenoegen in de Arabische wereld maar ook elders wordt dit als een gevaarlijke provocatie gezien. In het genoemde interview verklaarde Ben-Gvir dat hij het als "rascistische discriminatie tegen de Joden" beschouwde dat Joden niet mogen bidden op de Tempelberg. Maar grote opzien baarde zijn uitspraak dat hij een synagoge wil bouwen op het terrein van Al-Aqsa, wat de Arabieren Haram al-Sharif noemen. Geen Israëlische minister deed sinds 1948 zo'n vergaande uitspraak. reacties Het Palestijnse ministerie van Buitenlandse Zaken verklaarde dat het de uitspraken van Ben-Gvir beschouwde als "een expliciete en flagrante oproep om de moskee te slopen". Ook het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft haar bezorgdheid geuit. Elke poging om een synagoge op de Tempelberg te bouwen "zou een flagrante minachting tonen voor de historische status-quo met betrekking tot de heilige plaatsen in Jeruzalem", aldus een woordvoerder van dat ministerie. En ook collega-ministers in het Israëlische kabinet, inclusief premier Netanyahu, namen afstand van de uitspraken van Ben-Gvir. prematuur Binnen religieus-zionististische kring leeft Ben-Gvirs verlangen naar een gebedshuis op de tempelberg heel sterk. De minister sprak van een synagoge maar er zijn ook uitgewerkte plannen voor de bouw van een heuse tempel. De uitvoering echter van die droom is op dit moment prematuur. Het huidige geo-politieke klimaat laat het absoluut niet toe. Overigens pleitte Ben-Gvir niet voor de sloop van de Al-Aqsa, zoals het Palestijnse ministerie van Buitenlandse Zaken ten onrechte verklaarde, maar voor een synagoge naast de Al-Aqsa-moskee. Hoezeer een dergelijk gebouw op die locatie nu nog onmogelijk is, vanuit het profetisch woord weten we dat deze er gaat komen. En inderdaad, naast het Al-Aqsa-complex. De ontwikkelingen gaan snel en bovendien: het einde van deze aeon is nabij. Wees wakker! Zie ook: de plaats van de aanstaande tempel

30-08-2024 Lees verder

7. Wat veranderde er sinds Handelingen 28?

Handelingen 28 is niet alleen de afsluiting van Lucas' tweede boek, maar ook de afsluiting van een periode waarin de Jood voorrang genoot. Sinds het begin van het boek Handelingen werd aan Israël "het Evangelie van de besnijdenis" verkondigd (Gal.2:7) waarin het volk werd opgeroepen om de opgewekte Messias alsnog te aanvaarden. Zou Israël zich in die dagen hebben bekeerd, dan was daaraan de belofte gekoppeld dat de Messias vanuit de hemel zou terugkeren en daarmee tijden zouden aanbreken "van wederoprichting van alles waarvan de profeten hebben gesproken" (Hand.3:19-21). in deze tijd? Aan het begin van het boek Handelingen wordt de vraag door de discipelen gesteld: "Heer herstelt U in deze tijd het Koninkrijk voor Israël?" (Hand.1:6). Toen werd hen aangezegd dat het hen niet toekwam om de tijden en gelegenheden te weten waaraan de Vader de beschikking aan Zich heeft gehouden. Maar aan het einde van het boek Handelingen komt alsnog het antwoord. 'De twaalf' in Jeruzalem mochten het niet weten, maar de dertiende apostel, Paulus, geeft in Rome duidelijkheid. ... en zonder het eens geworden te zijn, gingen zij uiteen, nadat Paulus dit ene woord gesproken had: Terecht heeft de Heilige Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen gesproken, 26 zeggende: Ga heen tot dit volk en zeg: Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken; 27 want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen en met hun oren niet horen en met hun hart niet verstaan en zij zich bekeren, en Ik hen zou genezen. -Handelingen 28:25-27- het doek valt voor Israël Het speciale appèl dat op Israël wordt gedaan, loopt als een rode draad door heel het boek Handelingen. Totdat in hoofdstuk 28 het doek valt.  Vanaf dan is de mogelijkheid van Israëls herstel uitgesloten. Het Koninkrijk voor Israël zal niet in die dagen worden hersteld. De bijzondere positie van Israël is voorbij en "het Evangelie van de besnijdenis" dat aan Petrus en de zijnen was toevertrouwd, was niet langer aan de orde. werd gezonden Pal na het bovenstaande citaat volgt dan ook Paulus' veelzeggend statement: Het zij u dan bekend, dat dit heil Gods aan de natiën werd gezonden; die zullen dan ook horen! -Handelingen 28:28- Nu Israëls bekering en herstel van de baan zijn, blijft over de mededeling dat het heil Gods (dat in de eerste plaats aan het volk was gezonden; Hand.3:26) naar de natiën gezonden werd. Let op: "werd gezonden" en niet zoals veel vertalingen zeggen: "gezonden is", alsof het heil Gods pas bij deze mededeling naar de natiën toeging. Paulus refereert aan de tijd dat hij een "apostel van de natiën" werd (Rom.11:13), veelzeggend gemarkeerd door zijn naamsverandering ("Saulus, anders gezegd Paulus"; Hand.13:9). Paulus' boodschap veranderd? Niet Paulus' boodschap is veranderd sinds Handelingen 28, zoals sommigen ten onrechte hebben geconcludeerd. Men (ver)knipt Paulus brieven in tweeën: de brieven die hij vóór en ná Handelingen 28 schreef. Slechts de latere brieven zouden voor ons nog geldig zijn, zo is de redenering in deze opvatting. Maar deze gevaarlijke conclusie berust op het misverstand dat "het Evangelie van de voorhuid" zoals onderwezen door Paulus zou zijn veranderd sinds Handelingen 28. Het is omgekeerd: Paulus verklaart dat "het Evangelie van de besnijdenis" 'over de datum'! Sinds Handelingen 28 houdt Paulus vanuit de gevangenis zijn lezers voor dat "de tussenmuur van afscheiding" tussen Jood en heiden is weggebroken (Ef.2:14). De verdeling van "de twee', behoort sindsdien tot het verleden. Paulus predikte nooit "het Evangelie van de besnijdenis" Het boek Handelingen ving aan met de prediking van uitsluitend "het Evangelie van de besnijdenis". Sinds Handelingen 13 voegde zich daarbij ook Paulus die "het Evangelie van de voorhuid" predikte, naast het reeds bestaande getuigenis van 'de twaalf'. Het is de tijd van twee soorten bedieningen (Gal.2:1-9). In Handelingen 28 zet Paulus een punt achter "het Evangelie van de besnijdenis" en blijft over het ene "Evangelie van de voorhuid". Paulus zelf heeft nooit "het Evangelie van de besnijdenis" aan Israël gepredikt. (Hand.13:40,41; 22:18). Hij predikte "het Evangelie van de voorhuid" ('een heidens evangelie') aan Jood en heiden. Zonder onderscheid. Juist om die reden stond hij ook in kwade reuk in Jeruzalem, ja zelfs bij de achterban van Jakobus (Hand.21:20,21). Paulus' ondankbare taak in de Handelingen-tijd bestond daaruit dat hij aan het Joodse volk moest vertellen dat het Evangelie naar de natiën was gezonden. Het werd de reden van zijn gevangenneming in Jeruzalem (Hand.22:21). Paulus aanzegging in Rome dat Israël niet in die dagen zou worden hersteld, vormt het sluitstuk van deze ontwikkeling.

22-06-2024 Lees verder

Recente Toespraken
Prikbord

zondag 22 december
Den Haag (10.00 uur)
thema: een lamp in een troebele plaats

Bijbel-vers
donderdag, 19 december

Kolosse 2:14 – de officiële besluiten

… uitwissend het handschrift dat tegen ons was en ons bedreigde, [bestaande in] de officiële besluiten. En hij heeft het uit het midden weggenomen, vastnagelend aan het kruis.

Dit vers lijkt sterk op wat Paulus schrijft in Efeze 2:14. In beide verzen wordt verwezen naar ‘de wet’ maar ook naar “de officiële besluiten”. De meeste vertalingen geven het Griekse woord (dogma) helaas weer met ‘inzettingen’. Maar het begrip ‘dogma’ doelt altijd op besluiten met een bindend karaker. Bijvoorbeeld die van de keizer (Luc.2:1 en Hand:17:7).

In Handelingen 16:4 is sprake van de besluiten die waren genomen tijdens de apostelvergadering in Jeruzalem. Unaniem en zwart op wit was besloten dat de natiën vrijgesteld waren van het onderhouden van de wet van Mozes. Of (en in hoeverre) de Joden nog “onder de wet” stonden, was niet het onderwerp van discussie. Onuitgesproken bleef daarmee “het handschrift” een bedreiging voor de Jood.

Paulus leerde echter dat ook de Jood vrij is van de wet (Gal. 4:4, 5). Dit onderwijs werd later de directe aanleiding voor Paulus’ arrestatie in Jeruzalem (Hand. 21). Vanuit zijn gevangenschap in Rome maakt Paulus duidelijk dat binnen de ecclesia het verschil tussen Jood en heiden verleden tijd is. “Het handschrift” staat niet langer tussen hen in; het is vastgenageld aan het kruis!

Delen: