16. Johannes 5:30-5:47
26-05-2016 - Geplaatst door Andre PietPresentatie van een studieavond gehouden op 26 mei 2016 in Bodegraven
Jezus’ toespraak in Johannes 5 heeft het karakter van een rechtsgeding. Jezus voert zijn verdeding n.a.v. de aanklacht van de Joodse autoriteiten dat Hij zich aan godslastering schuldig zou maken. Jezus verklaart daarentegen bij herhaling dat Hij niets kan doen van zichzelf. Hij geeft slechts gehoor aan de missie waartoe Hij gezonden is door zijn God en Vader. Hij voert de woorden van Johannes de Doper op als getuige en meer nog zijn hemelse Vader die door Hem werkte. Want wie anders dan God kon het wonderteken van Bethesda hebben verricht? Bovendien, de Schriften getuigden van Hem. Zou men maar bereid zijn deze te onderzoeken en te geloven. Nu was het vooral de eer van mensen die hen blokkeerde om tot Hem te komen en zo het leven te vinden.