gave vragen
16-05-2011 - Geplaatst door Andre PietOp de weblog over de gaven in Efeze 4:11 ontving ik enkele reacties. Ik had betoogd dat de vijf genoemde gaven (apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars) doelen op hen die ons het ‘Nieuwe Testament’ hebben gegeven. Sindsdien is de ekklesia volwassen en niet langer onmondig. Behalve instemming riep deze bijdrage ook kritiek op. Twee punten van kritiek lijken me de moeite waard om op in te gaan, vooral omdat ze bij nader inzien slechts bevestigen en aanvullen.
1. Ook vandaag is het werk van evangelisten, herders en leraars broodnodig.
Geheel mee eens. In tegenstelling echter tot de periode waarin de vijf gaven werden gegeven, zijn dit nu geen exclusieve gaven van enkelen, maar werk waartoe de voltooide Schriften iedere gelovige bekwaam vermag te maken. Zo kon Paulus aan Timotheüs schrijven: “doe het werk van een evangelist” (2Tim.4:5). De Schriften maken capabel tot elk goed werk (2Tim.3:17). Ook om anderen herderlijk te weiden en te onderwijzen in de Schriften.
2. De ekklesia bestaat nog steeds uit onvolwassen en onmondige gelovigen.
Helemaal akkoord. In Efeze 4 wordt gezegd dat de gaven gegeven worden totdat de ekklesia als geheel een “volwassen man” (:13) en (temidden van zoveel wind van leer!) niet langer onmondig zou zijn (:14). Tegelijkertijd wordt van individuele gelovigen gezegd dat zij zouden groeien naar Hem, die het Hoofd is (Ef.4:15). Individueel maakt elke gelovige een groeiproces door, maar als totaliteit heeft de ekklesia sinds de voltooiing van de Schriften een volwassen status (zie ook 1Kor.13).