GoedBericht.nl logo
English Blog

opdracht tot volkerenmoord?

05-03-2008 - Geplaatst door Andre Piet

VRAAG:
Hoe is Gods opdracht om de volken van Kanaän uit te roeien, te rijmen met een God van liefde.

 

ANTWOORD:
1. Israël kreeg de opdracht om de inwoners van het land te VERDRIJVEN.

Ex.23:27 – Ik zal al Uw vijanden voor u doen vluchten
Ex.34:24 – Ik zal volken voor uw aangezicht verdrijven
Dt.4:38 – om volken, groter en machtiger dan gij, voor u uit te drijven
Dt.6:19 – door al uw vijanden voor u uit te jagen
enz.

Alleen degenen die ondanks de waarschuwingen tóch in het land bleven, die moesten worden gedood. Zie voor deze volgorde Deut.7 vers 1 (verdrijven) en vers 2 (uitroeien). De inwoners van Kanaän waren al jaren tevoren gealarmeerd en wisten dat God het land zou doen toekomen aan het volk Israël. Luister naar wat Rachab tegen de verspieders zegt:

9 (…) Ik weet dat de HERE u het land gegeven heeft en dat de schrik voor u op ons gevallen is en dat alle inwoners van het land voor u sidderen. 10 Want wij hebben gehoord, dat de HERE de wateren van de Schelfzee voor uw ogen heeft doen opdrogen, toen gij uittoogt uit Egypte, en wat gij gedaan hebt aan de beide koningen der Amorieten aan de overzijde van de Jordaan, Sichon en Og, die gij met de ban geslagen hebt. 11 Toen wij dat hoorden, versmolt ons hart en vanwege u bleef bij niemand meer enige moed over, want de HERE, uw God, is een God in de hemel boven en op de aarde beneden.
Jozua 2

2. God heeft vierhonderd jaar gewacht, alvorens de inwoners van Kanaän weg te jagen.

God zei het volgende tegen Abram:

13 (…) Weet voorzeker, dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land, dat het hunne niet is, en dat zij hen dienen zullen, en dat die hen zullen verdrukken, vierhonderd jaar. 14 Doch ook het volk, dat zij zullen dienen, zal Ik richten, en daarna zullen zij met grote have uittrekken. 15 Maar gij zult in vrede tot uw vaderen gaan; gij zult in hoge ouderdom begraven worden. 16 Het vierde geslacht echter zal hierheen wederkeren, want eerder is de maat van de ongerechtigheid der Amorieten niet vol.
Genesis 15

De inwoners van het land bezondigden zich aan extreme gruwelen (bestialiteit, kinderoffers, enz. – Deut.18:12) maar God greep pas bij het vierde geslacht in. In overeenstemming met wat we lezen in “de tien woorden”:

….die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten
Exodus 20:5

Het volk Israël heeft honderden jaren moeten wachten op de vervulling van de belofte, puur omdat de maat van ongerechtigheid van de Amorieten niet eerder vol was. De verdrijving van de volken in de dagen van Jozua, eeuwen later, was daarmee een demonstratie van Gods geduld.

3. Ook het volk Israël wordt verdreven als ze aanhoudend ongehoorzaam zijn aan God.

In Leviticus 18 lezen we het volgende:

24 Verontreinigt u niet door dit alles, want door dit alles hebben zich verontreinigd de volken die Ik voor u uit wegdrijf. 25 Het land toch werd verontreinigd en Ik vergold daaraan zijn ongerechtigheid, zodat het land zijn inwoners uitspuwde. 26 Gij echter zult mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht nemen en geen van deze gruwelen doen, noch de geboren Israëliet, noch de vreemdeling die in uw midden vertoeft – 27 want al deze gruwelen deden de lieden van het land, die vóór u waren, zodat het land onrein werd – 28 opdat het land u niet uitspuwe, wanneer gij het verontreinigt, zoals het uitgespuwd heeft het volk, dat vóór u was.

God discrimineert niet. Vanwege hemeltergende ongerechtigheid werden heidense volken ten slotte het land uit gezet. God doet echter hetzelfde met zijn uitverkoren volk: Hij laat hen deporteren en in ballingschap gaan. Meer dan eens is dit gebeurd.
Opdat men zou weten dat Hij de HERE is.

Delen: