GoedBericht.nl logo
English Blog

26. 1Korinthe 14:17-34

08-05-2014 - Geplaatst door Andre Piet
Presentatie van studieavond gehouden op 8 mei 2014 in Bodegraven

Deze avond vond een bespreking plaats van het onderstaande gedeelte uit 1Korinthe 14.

17 Want gij dankt wel goed, doch de ander wordt er niet door gesticht.
18 Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek;
19 maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong.
20 Broeders, weest geen kinderen in het verstand, maar in de boosheid; wordt in het verstand volwassen.
21 In de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here.
22 Derhalve zijn de tongen een teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen; de profetie echter is niet voor de ongelovigen, maar voor hen, die geloven.
23 Indien dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat gij wartaal spreekt?
24 Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond,
25 het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is.
26 Hoe staat het dan, broeders? Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden.
27 Indien er in tongen spreken, laten het er twee, ten hoogste drie zijn, ieder op zijn beurt, en laat een uitleg geven.
28 Is er echter geen uitlegger, dan moet men zwijgen in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken.
29 Wat de profeten betreft, twee of drie mogen het woord voeren, en de anderen moeten het beoordelen.
30 Maar indien aan een ander, die daar gezeten is, een openbaring ten deel valt, moet de eerste zwijgen.
31 Want gij kunt alleen een voor een profeteren, opdat allen lering en allen opwekking erdoor ontvangen.
32 En de geesten der profeten zijn aan de profeten onderworpen,
33 want God is geen God van wanorde, maar van vrede.
34 . Zoals in alle gemeenten der heiligen moeten de vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet vergund te spreken, maar zij moeten ondergeschikt blijven, zoals ook de wet zegt.

Beluister of download de studie deel 1:

Beluister of download de studie deel 2:

Bekijk of download de presentatie:

Delen: