GOD als auteur van het kwaad
18-03-2017 - Geplaatst door Andre PietDr. M. Klaassen is een theoloog die regelmatig publiceert o.a. in het Reformatorisch Dagblad en is lid is van het hoofdbestuur van de SGP. Deze week verscheen van hem een opmerkelijk artikel met als titel ‘waarom de zondeval?‘. Hij licht toe:
Kinderen kunnen soms lastige vragen stellen. Een moeder kreeg van haar zoontje als vraag na het Bijbellezen: ‘Waarom heeft God de mens eigenlijk geschapen terwijl Hij al wist dat we in zonde zouden vallen’?!
Klaassen vervolgt:
Inderdaad heeft God de wereld geschapen, terwijl Hij wist dat de mens vallen zou. God heeft immers allesomvattende voorkennis van alle dingen/gebeurtenissen. In die zin kun je ook zeggen dat Hij de zondeval gewild heeft.
De eerste twee zinnen lijken me vanzelfsprekend: als GOD alle dingen weet, dan wist hij dus ook dat ‘de zondeval’ zou plaatsvinden. Het feit dat GOD dit liet plaatsvinden betekent inderdaad dat Hij ‘de zondeval’ “in die zin” gewild heeft; Hij wilde het niet verhinderen. Klaassen zegt hier terecht: “in die zin…”. Daarmee geeft hij aan dat in andere zin, Adams overtreding uiteraard tegen Gods wil inging. Klaassen haast zich vervolgens te zeggen:
Tegelijk maakt Hem dat niet de ‘auteur’ (de bewerker) van het kwaad. Het is immers de mens zelf die door te luisteren naar de verlangens van zijn eigen hart, tegen God koos. Dat is belangrijk om te begrijpen. Het toestaan van de zondeval, maakt God niet de bewerker van het kwaad, net zomin als de schrijver van een boek waarin de hoofdpersoon een moord pleegt, verantwoordelijk is voor die moord. Hij staat het toe in zijn verhaal, maar dat maakt hem niet de schuldige!
GOD is niet schuldig aan het kwaad alsof Hem dit verweten zou kunnen worden. Dat is volkomen Bijbels: GOD is recht en volmaakt in al zijn wegen (Deut.32:4). Maar wat Klaassen vervolgens beweert, is onlogisch. Eerst ontkent Hij dat GOD de auteur (de bewerker) is van het kwade omdat Hem dat tot schuldige zou maken. Maar vervolgens ontkent hij dat een schrijver “van een boek waarin de hoofdpersoon een moord pleegt, verantwoordelijk is voor die moord”. Hierin spreekt Klaassen zichzelf tegen. De metafoor van de creatie van een boek illustreert inderdaad prachtig hoe een auteur b.v. een moord kan laten plaatsvinden, zonder schuldig aan die moord te zijn. Een begrip als schuld is slechts van toepassing op het niveau van de rolspelers in het boek. De auteur staat daarboven en daarbuiten. De auteur is de schepper van het verhaal.
GOD verkondigde van de beginne de afloop (Jes.46:10). Het stond alles in het script en Hij is daarvan de Auteur. Hij geeft alles een plaats. Ook de goddeloze misdadiger kan niets doen buiten Hem om. Geen voetstap, geen gedachte, geen ademhaling zonder Hem! En niets is zonder bedoeling.
JAHWEH heeft alles gemaakt voor zijn doel, ja, zelfs de goddeloze voor de dag des kwaads.
-Spreuken 16:4-
En ja, GOD is inderdaad de Schepper van het kwaad. Althans, dat verklaart Hijzelf:
… opdat men het wete waar de zon opgaat en waar zij ondergaat, dat er buiten Mij niemand is; Ik ben JAHWEH, en er is geen ander, die het licht formeer en de duisternis schep, Ik maak de vrede en schep het kwaad; Ik, JAHWEH, doe dit alles.
-Jesaja 45:6,7-
GOD is niet schuldig aan het drama van het kwaad, maar ontvangt daarvoor alle eer! GODS boek heeft een ‘happy end’. Eind goed, al goed!