GoedBericht.nl logo
English Blog

annihilatie?

02-02-2015 - Geplaatst door Andre Piet

De leer dat de goddelozen uiteindelijk zullen worden verdelgd, heet in de theologie deftig het annihilationisme oftewel de annihilatie-leer. Dit is een uit het Latijn afkomstige term, waarbij het woord ‘nihil’ verwijst naar de goddelozen die tot ‘niets’ zullen worden gemaakt. Volgens deze leer wacht de goddelozen geen eindeloos lijden (zoals traditioneel wordt geleerd) maar vernietiging. Heel wat Schriftplaatsen kunnen daarvoor worden aangevoerd. Zo is in Gods oordelen sprake van “vertering” (Hebr.10:27), “verbranding” (Mat.13:40-42,50) en “verdelging” (Ps.92:8; Ps.145:20). Dit ’tot niets worden’ is ook wat uitgedrukt wordt in “de tweede dood” die ook het resultaat is van “het meer van het vuur”. Waarbij dood in de Bijbel geen andere vorm van leven is, maar het einde en het tegenovergestelde van leven. Wie dood is, “is niet meer” (Job 7:21; 10:18,19; Ps.39:14). Tot zover geheel akkoord.

de tweede dood niet definitief

De grote vergissing van de annihilatie-leer is dat de (tweede) dood definitief zou zijn. Dat staat haaks op het Evangelie dat de overwinning op de dood predikt. Een overwinning die garant staat voor de uiteindelijke vernietiging van de dood! Paulus leert in 1Korinthe 15 dat zoals in Adam allen sterven, zo ook allen zullen worden levendgemaakt zoals Christus, de Eersteling. Ieder in zijn eigen rangorde. Het is dezelfde apostel  die in Romeinen 5 leert dat, evenals via één daad alle mensen zijn veroordeeld om zondaren en stervelingen te zijn zo ook door één daad alle mensen zijn bestemd tot rechtvaardiging van leven. Zo universeel als het eerste is, zo universeel is ook het tweede.

de dood wordt teniet gedaan

De annihilatie-leer staart zich blind op de situatie die er zal zijn gedurende “de aeon der aeonen”, beschreven in Openbaring 21 en 22. Dan zullen de goddelozen inderdaad tot niets zijn gemaakt. Dood voor de tweede keer. De annihilatie-leer maakt echter een fatale vergissing door te menen dat deze situatie het eindstation zou zijn. Dat is uitgesloten want in Openbaring 21 en 22 heerst Christus nog met de zijnen (22:1, 5) terwijl we weten vanuit Paulus’ onderwijs in 1Korinthe 15 dat het heersen van Christus een “totdat” heeft. Totdat de dood namelijk als laatste vijand zal zijn teniet gedaan. Dat houdt in dat als Christus in Openbaring 21 en 22 nog heerst, daarmee is gezegd dat de dood kennelijk nog niet is teniet gedaan. Wat ook klopt, want velen bevinden zich in “de tweede dood” (Openb.21:8). Door de dood werd een einde gemaakt aan de goddelozen, zodat vanaf dat moment nog één vijand resteert: de dood zelf. Het teniet doen van de dood is het ultieme eindpunt van Christus’ regering. Wanneer alle mensen zijn levend gemaakt en allen in hemel, op aarde en onder de aarde Jezus als Heer zullen belijden tot eer van God de Vader, dan zal Christus afstand doen van de troon. Dan heeft Hij alles volbracht en kan Hij een volmaakt Koninkrijk overdragen aan zijn God en Vader die dan zal worden “alles in allen” (1Kor.15:28).

annihilatie-leer haaks op het Evangelie

De annihilatie-leer ontkent de clou van het Evangelie dat zegt dat Christus Jezus de dood teniet doet en leven en onvergankelijkheid aan het licht brengt (2Tim.1:10). In de annihilatie-leer blijft de dood altijd bestaan.

De annihilatie-leer plaatst de mens op een voetstuk. Als de mens ‘nee’ tegen God zegt, dan is en blijft het ‘nee’. De mens krijgt daarmee het laatste woord. God wil dat alle mensen gered worden (1Tim.2:4) maar als de mens het niet wil, dan gebeurt het niet. Dat maakt de anihilatie-leer tot een vorm van theologisch humanisme. God wil wel alle mensen redden maar Hij is geen Redder van alle mensen (1Tim.4:10), aldus deze leer.

In de annihilatie-leer is God een ‘loser’, want Hij zoekt het verlorene maar Hij staakt als blijkt dat Hij niet in staat is om te vinden.

De annihilatie-leer loochent de liefde Gods die naar haar wezen (Gr. agapé) onvoorwaardelijk is en om niet. Volgens deze leer echter is Gods liefde gelimiteerd en laat God wel degelijk varen “de werken Zijner handen”.

Delen: