18. Hebreeën 10:1-18
06-03-2014 - Geplaatst door Andre PietPresentatie van studieavond gehouden op 6 maart 2014 in Rijnsburg
Deze avond ging over onderstaand gedeelte uit Hebreeën 10.
1 Want daar de wet slechts een schaduw heeft der toekomstige goederen, niet de gestalte dier dingen zelf, is zij nimmer in staat ieder jaar met dezelfde offeranden, die onafgebroken gebracht worden, degenen, die toetreden, te volmaken.
2 Immers, zou anders het offeren daarvan niet opgehouden zijn, doordat degenen, die de dienst verrichten, na eenmaal gereinigd te zijn, generlei besef van zonden meer hadden?
3 Doch door die offeranden werden ieder jaar de zonden in gedachtenis gebracht;
4 want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren of bokken zonden zou wegnemen.
5 Daarom zegt Hij bij zijn komst in de wereld: Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid;
6 in brandoffers en zondoffers hebt Gij geen welbehagen gehad.
7 Toen zeide Ik: zie, hier ben Ik (in de boekrol staat van Mij geschreven) om uw wil, o God, te doen.
8 In de aanhef zegt Hij: Slachtoffers en offergaven, brandoffers en zondoffers, hebt Gij niet gewild, noch daarin een welbehagen gehad, hoewel zij naar de wet gebracht worden.
9 Doch daarna heeft Hij gezegd: Zie, hier ben Ik om uw wil te doen. Hij heft het eerste op, om het tweede te laten gelden.
10 Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus.
11 Voorts staat elke priester dagelijks in zijn dienst om telkens dezelfde offers te brengen, die nimmer de zonden kunnen wegnemen;
12 deze echter is, na een offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God,
13 voorts afwachtende, totdat zijn vijanden gemaakt worden tot een voetbank voor zijn voeten.
14 Want door een offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.
15 En ook de Heilige Geest geeft ons daarvan getuigenis,
16 want nadat Hij gezegd had: Dit is het verbond, waarmede Ik Mij aan hen verbinden zal na die dagen, zegt de Here: Ik zal mijn wetten in hun harten leggen, en die ook in hun verstand schrijven,
17 en hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken.
18 Waar dan voor deze dingen vergeving bestaat, is er geen zondoffer meer nodig.
Beluister of download de studie deel 1:
Beluister of download de studie deel 2:
Bekijk of download de presentatie: