hoofdbedekking = lang haar
17-06-2009 - Geplaatst door Andre PietN.a.v. de studiedag zondag j.l., legde iemand mij deze vraag voor: hoe kan Paulus als Jood beweren (11:4,7) dat het een oneer voor een man is als hij bidt of profeteert met gedekt hoofd? Is het juist voor Joodse mannen geen gebruik dat bij geestelijke activiteiten het hoofd wordt bedekt met een talith of keppeltje?
Graag wil ik deze weblog gebruiken om dit hiaat van de studiedag op te vullen.
Doelde Paulus met ‘hoofdbedekking’ inderdaad op een doek, keppel, hoed of pet, dan zou dit inderdaad betekenen dat Paulus zich frontaal keerde tegen de Joodse gebruiken. Niet erg aannemelijk, aangezien Paulus juist enkele verzen tevoren nog had betoogd:
Geeft noch aan JODEN, noch aan Grieken, noch aan de gemeente Gods AANSTOOT…
1Kor.10:32
Zou Paulus met de woorden van 1Korinthe 11:4 en 7, zich verzetten tegen een gebruik in de Joodse wereld? Terwijl de teneur van het voorgaande hoofdstuk toch was, dat waar het culturele gebruiken betreft, Paulus bereid was zich in álles aan te passen? Of zou Paulus wellicht doelen op een heel andere hoofdbedekking? Dat we inderdaad in deze laatste richting hebben te denken, blijkt, wanneer Paulus een aantal verzen later schrijft:
13 Oordeelt zelf: is het voegzaam, dat een vrouw met ongedekten hoofde tot God bidt? 14 Leert de natuur zelf u niet, dat, indien een man LANG HAAR draagt, dit een schande (lett. zonder eer) voor hem is, 15 doch dat, indien een vrouw LANG HAAR draagt, dit een eer voor haar is? IMMERS, het haar is haar tot (lett. in plaats van) een SLUIER gegeven.
Aha! Paulus heeft het niet over een kunstmatige hoofdbedekking maar over haardracht! Lang háár fungeert als sluier. Het woord dat Paulus trouwens gebruikt voor ‘bedekking’ betekent letterlijk: ‘naar beneden dekkend’, wat de associatie met ‘lang haar’ onderstreept.
Noemt Paulus in het algemeen een man met “vrouwenhaar” (vergl. Openb.9:8) al geen eer, voor iemand “bidt en profeteert” (zoals in die dagen nog gebeurde; 1Kor.13:8) is het ongepast. Als een man bad of profeteerde en daarbij lang haar had, openbaarde hij zich als vrouw. En omgekeerd: een vrouw die bad of profeteerde en daarbij kort haar had, openbaarde deze zich als man.
In het algemeen (wereldwijd) geldt lang haar voor een vrouw als haar eer. Paulus betoogt dat waar een vrouw dingen doet die in de regel aan de man zijn voorbehouden* (“bidden en profeteren”), zij haar plaats inneemt door een volmacht (een sluier = lang haar) op het hoofd te hebben.
Oordeelt zelf…
—————————————-
* De man is een type van “het beeld en de heerlijkheid van God” (=Christus). Van de Schepper dus. De vrouw is een type van de schepping. Tijdens de studiedag zijn deze dingen nader uitgewerkt.
deel 1
deel 2