NIET als een dief in de nacht
14-09-2011 - Geplaatst door Andre PietGisteren liet ik zien dat “de dag des Heren” voor Israël zal aanbreken “na de verdrukking”, ter gelegenheid van de verschijning van de Messias op de Olijfberg bij Jeruzalem.
Ook voor de ekklesia, het lichaam van Christus, zal de dag des Heren aanbreken bij de verschijning van Christus. Alleen zal dat voor haar op een eerder tijdstip zijn. Paulus spreekt in 1Thes.4 over de wegrukking (“in een oogwenk weggerukt worden, de Heer tegemoet…”). In hoofdstuk 5 vervolgt Paulus met de opmerking dat de Thessalonikers goed op hoogte waren van “de tijden en gelegenheden” …
1 Maar over de tijden en gelegenheden, broeders, is het niet nodig, dat u geschreven wordt: 2 immers, gij weet zelf zeer goed, dat de dag des Heren zo komt, als een dief in de nacht.
1Thes.5
Hoezo “als in een dief in de nacht”? Voor wie?
3 Terwijl ZIJ zeggen: het is alles vrede en rust, overkomt hun, als de weeen een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen.
1Thes.5
De dag des Heren zal voor deze mensen onverwachts komen, zoals een dief in de nacht. In een tijd waarin alles vrede en zonder gevaar lijkt, overkomt hen juist een plotseling verderf. Voor de gelovigen in die dagen echter, liggen de zaken totaal anders! Hen zal die dag NIET overvallen als een dief!
4 Maar gij, broeders, zijt niet in de duisternis, zodat de dag u als een dief overvallen zou…
1Thes.5
Zoals “de dag” de ongelovigen onverwacht overvalt, zo zullen gelovigen precies weten ‘hoe laat het is’. Wanneer iedereen roept “vrede en geen gevaar”, is dat voor gelovigen het signaal om af te tellen. Want zij weten dat “een plotseling verderf” nadert. Dat is “de komende toorn” (1:10) d.w.z. de grimmige tijd waarin de tegenstander het gemunt zal hebben op Israël (Openb.12:13). Terwijl “een plotseling verderf” in het Midden Oosten uitbarst, vangt voor de gelovigen juist “de dag” aan. De gelovigen zullen in veiligheid worden gebracht (weggerukt) en de Heer tegemoet gaan (4:17). De essentie van wat Paulus in 1Thes.5 naar voren brengt is dat gelovigen “de dag” niet zal overvallen, daar zij op de hoogte zijn van “de tijden en gelegenheden”. De wegrukking vindt plaats in een context van “vrede en geen gevaar”, direct voorafgaand aan “een plotseling verderf”.
Wat in 1Thes.5:2 “de dag des Heren” heet, wordt in 5:4 “de dag” genoemd en in Filp.1:6 “de dag van Christus Jezus” en een paar verzen later (:10) “de dag van Christus”. In 1Kor.1:8 heet het “de dag van onze Here Jezus Christus”. Verschillende benamingen voor dezelfde dag: de dag dat de Heer, Christus of Christus Jezus voor ons, zijn ekklesia zal verschijnen.
Zoals de dag des Heren voor Israël uitdrukkelijk “na de verdrukking” begint, zo gaat “de dag” voor de ekklesia daar uitdrukkelijk aan vooraf.