begeren verkeerd?
19-02-2006 - Geplaatst door Andre PietAl sinds eeuwen heeft de kerk een reputatie opgebouwd heeft van afkeer van sex. Priesters en andere geestelijken mochten niet trouwen. Jongens en meisjes moesten slapen met de handen boven de dekens. Vanaf de kansel werd gepredikt dat we ‘het vlees’ moeten haten en er zelfs tegen strijden, etc. Onnoemelijk veel leed en schuldgevoel heeft deze prediking teweeg gebracht. Tot op vandaag. Het is namelijk een tegen-natuurlijke leer. Paulus heeft de opkomst van deze leer voorzegd (1Timotheüs 4:1-5). Hij noemt het zonder pardon een “lering van demonen, in huichelarij van valse uitspraken” (Concordant Version). Let op het woord ‘huichelarij”. D.w.z. men zegt zus, maar men doet zo. Het is genoeg bekend dat zij die leren dat we moeten strijden tegen het vlees, in het geniep dikwijls met volle teugen van datzelfde ‘vlees’ genieten. Dat is dus hypocriet.
Een aantal decennia terug blunderde een paus door te beweren dat Jezus’ woorden in de Bergrede “… een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd…” (Mat.5:28), ook slaat op de eigen (getrouwde) vrouw! Dat is natuurlijk absurd! Jezus sprak niet afkeurend over sexuele begeerte, maar verwees met zijn opmerking (o.a.) naar Exodus 20:17 waar staat: “gij zult niet begeren uws naasten vrouw…”. Lees de context:
“…gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is”.
Niet begeerte is het onderwerp maar het begeren van iets dat van de ander is. Want dat is de bron van echtbreuk.
Het is volkomen normaal dat jongens en meisjes en mannen en vrouwen sexueel tot elkaar aangetrokken worden (=begeerte). Zo zit de hele levende natuur in elkaar, en niemand minder dan God Zelf, heeft dat zo bedacht en gemaakt. Waarom? “… om met dankzegging te worden aanvaard” (1Tim.4:4).
Begeerte dient niet bestreden maar gestuurd te worden.
“Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt: want het wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed.”