bedelbrieven
20-07-2012 - Geplaatst door Andre PietMet enige regelmaat ontvang ik bedelbrieven van evangelisten. Een zielige vertoning vind ik dat altijd weer. Men beroept zich voor deze praktijk altijd op het eerste deel van 1Korinthe 9 waar Paulus de aanval pareert (9:3) dat hij niet bevoegd zou zijn om ondersteuning te ontvangen (9:4-6). De apostel zet het principe uiteen dat degene die het evangelie predikt ook het recht heeft om van het evangelie te leven (9:14). Een soldaat ontvangt soldij, wie een wijngaard plant eet van de vrucht daarvan en wie een kudde weidt geniet van de melk die het oplevert, zo illustreert Paulus (9:7). En ook in de wet was het zo geregeld dat zelfs een dorsende os niet gemuilkorfd mocht worden (9:9,10) en wie in het heiligdom diende ontving een deel van het altaar (9:13). Deze argumenten somt Paulus op ter verdediging dat predikers de bevoegdheid hebben om support te ontvangen.
Maar rechtvaardigt dit het sturen van bedelbrieven? Nee, integendeel! Zenders van bedelbrieven lezen 1Korinthe 9 maar voor de helft. Het vervolg van dit hoofdstuk is namelijk een aanklacht tegen dit gebruik. Wat Paulus uiteenzet is dat hij principieel geen enkele aanspraak doet op ondersteuning. Hij zou liever sterven dan om support vragen (9:15). Dit zegt nota bene een apostel, iemand die rechtstreeks en hoogstpersoonlijk is afgevaardigd door Christus zelf (9;1,2)! Geen mens die vandaag iets dergelijks kan claimen, maar zelfs als apostel maakt Paulus geen aanspraak op vergoeding (9:17). Hij stelt er juist een eer in om het Evangelie om niet te brengen en zo nodig met eigen handen te werken (9:18; 2Thes.3:8). Tegen deze achtergrond mag het gebruik van godsdienstige predikers die geld vragen typerend heten: het demonstreert dat men onbekend is met het Evangelie “om niet”. Aan hun boodschap hangt een prijskaartje.
Beste lezer, laat u niet misleiden door zielige oproepen of schuldgevoel. Gooi zulke brieven linea recta in de prullenbak. Paulus verdedigt in 1Korinthe 9 het recht om support te ontvangen maar deed nimmer aanspraak daarop. Het is geen plicht maar een voorrecht en genade (=vreugde) om te delen in het werk van de Heer. Hij voorziet… altijd en rijkelijk (Filp.4:19)!
Reageer op Facebook