atheïsme gedijt bij een kleine god

Eén van de speerpunten van de boodschap op GoedBericht.nl is dat alles begint met de erkenning van “God als God” (Romeinen 1:21). Waar dit wordt losgelaten, ontspoort het denken onherroepelijk. Want als God echt God is, dan is Hij alwetend: niets verrast Hem ooit. Dan is Hij ook almachtig: niets verhindert Hem om te bereiken wat Hij Zich heeft voorgenomen. Als dát fundament verdwijnt, blijft er slechts een godje over dat lijkt op de mens: beperkt in kennis, afhankelijk in macht, en met goede bedoelingen die vaak mislukken. Het is precies dit beeld dat in de christenheid dominant is geworden. En het is dát karikatuurbeeld waar atheïsten op schieten.

hoe christenen atheïsten van munitie voorzien

Atheïsten zijn dan ook niet in de eerste plaats mensen die de ene GOD loochenen, maar eerder mensen die niet kunnen geloven in het godsbeeld dat hun is voorgehouden. Ironisch genoeg delen zij daarin vaak dezelfde uitgangspunten als veel christenen: een God die wíl maar niet kán, of een God die kán maar kennelijk niet wíl. En dus blijft de wereld in het ongewisse over de GOD die Zich in de Schrift openbaart: Degene “die alles werkt naar de raad van zijn wil” (Efeziërs 1:11). Die ook “de gelukkige God” is (1Tim.1:11) omdat alles gelukt wat Hij Zich voorneemt.

Op een van de posters op een atheïstisch platform luidt de vraag:

Hoe kan een alwetende God een wezen scheppen waarvan Hij al wist dat deze zijn tegenstander zou worden?

De poster suggereert een dilemma: óf God wist niet dat dit schepsel (de satan) een tegenstander zou worden en dan is Hij niet alwetend, óf Hij wist het wel en dan zou Hij moedwillig een mislukking hebben gecreëerd.

Dat deze vraag prangend is, begrijp ik heel goed. Maar het probleem zit niet in de vraag zelf – het probleem zit in de achterliggende voorstelling van God. Want de Schrift leert nergens dat het optreden van de tegenstander een mislukking was. Integendeel: alles wat God maakt, dient een doel.

De HERE heeft alles gemaakt voor zijn doel, zelfs de goddeloze voor de dag des kwaads.
–Spreuken 16:4–

Dit vers is in zijn eenvoud revolutionair. Het kwaad in de wereld is geen storing in de machine, maar een onderdeel van het ontwerp. God heeft niet een tegenstander tegen wil en dank gekregen; Hij heeft een tegenstander gemaakt omdat Hij hem nodig heeft, niet als concurrent maar als instrument.

Het kwaad, de zonde, het lijden en de dood vormen de donkere achtergrond waartegen Gods heerlijkheid, liefde en redding zichtbaar worden. De aanwezigheid van het kwaad toont geen falende god, maar een GOD wiens werk nog niet voltooid is. Zoals een alchemist ruwe stoffen omzet tot zuiver goud, zo keert Hij kwaad ten goede. Waar de christenheid dit elementaire inzicht heeft verzwegen, heeft zij atheïsten de munitie gegeven om God in diskrediet te brengen.

Een andere poster stelde de vraag:

Toen God de Boom van Kennis in het midden van de hof plaatste, wist Hij toen wat er zou gebeuren? Als Hij het wist, zette Hij ons op voor mislukking. Als Hij het niet wist, is Hij niet alwetend.

Ook hier verschijnt hetzelfde dilemma, voortkomend uit hetzelfde misverstand: dat Gods doel was dat de mens in onschuld zou blijven. Maar dat is nergens gezegd. De Schrift laat juist zien dat het eten van de vrucht geen verrassing was, maar een stap in een groter plan.

Paulus schrijft:

God heeft allen onder de ongehoorzaamheid besloten, om Zich over allen te ontfermen.
–Romeinen 11:32–

De ongehoorzaamheid staat niet los van Gods voornemen, maar is er onderdeel van. De mens werd niet “opgezet voor mislukking”, maar geplaatst op een weg die noodzakelijk is om tot kennis van goed én kwaad te komen, en daarmee tot kennis van God Zelf. Het evangelie laat zien dat de weg naar leven loopt via dood, en dat redding pas redding is wanneer er iets is om van gered te worden.

God wist precies wat er zou gebeuren in de hof. Niet omdat Hij de afloop slechts voorzag, maar omdat Hij de afloop bepaalt. Zijn plan mislukt niet, het ontvouwt zich.

het echte probleem…

De atheïstische posters stellen goede vragen – vragen die eerlijke antwoorden verdienen. Maar het antwoord ligt niet in het verdedigen van een godje dat slachtoffer is van zijn eigen schepping, verrast wordt door gebeurtenissen en afhankelijk is van menselijke medewerking. Zo’n wezen bestaat inderdaad niet. Het antwoord ligt in de erkenning van de ene GOD die alles beschikt vóórdat iets gebeurt, die niets overkomt, die kwaad niet toelaat, maar doelbewust een plaats geeft in zijn plan, en die uiteindelijk alles recht zet en allen terecht brengt. Wie dit ziet, ontdekt dat het bestaan van kwaad geen raadsel is naast Gods almacht, maar een onderdeel van zijn wijsheid.

slot

Het atheïsme floreert waar de christenheid God heeft verkleind. Maar het Woord openbaart een GOD die werkelijk God is. Geen mislukkingen, geen noodgrepen, geen teleurstellingen. Alles heeft zijn plaats in het grote ontwerp dat uitloopt op verzoening, herstel en heerlijkheid. Alleen deze GOD is werkelijk waard om “GOD” genoemd te worden.

Delen: