GoedBericht.nl logo
English Blog

na zesduizend jaar…

21-07-2011 - Geplaatst door Andre Piet

profetische tijden
Gedurende de laatste tientallen jaren hebben we kunnen zien dat in het Midden-Oosten het profetisch decor in gereedheid wordt gebracht. Een reconstructie van vele landen en volkeren zoals deze bestonden in de dagen van Israëls profeten. Ze zijn er weer: Egypte, Syrië, Libanon, Perzië (Iran) maar vooral natuurlijk de piepkleine Joodse staat Israël met als hoofdstad Jeruzalem. En niet te vergeten in de Gaza-strook, Israëls aloude aartsrivaal: de Filistijnen (in onze uitspraak: de Palestijnen). Al sinds decennia bepaalt deze regio als geen ander het wereldnieuws. de bijbelse termijn verstrijkt Dat deze ontwikkelingen dagelijke kost zijn op het journaal waarnaar we kijken, hoeft degene die de Schrift kent, niet te verbazen. Want de in de Bijbel aangekondigde termijn voor deze aeon, is bezig te verstrijken. Petrus schrijft in zijn laatste brief, i.v.m. “de dag des Heren” die zal komen…

Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. 2Petrus 3:8

Opmerkelijk: Petrus herhaalt zijn statement “één dag is als duizend jaar”. Twee keer spreekt hij over “één dag” en twee keer over “duizend jaar”. Dat is niet zonder betekenis. Want daarmee herinnert hij zijn lezers aan de profetie in Hosea 6, waar gesproken wordt over de HERE die  “na twee dagen” en “ten derde dage” tot Zijn volk zal terugkeren. Twee dagen zal de natie als dood zijn, maar op de derde dag zal het tot leven worden gewekt.

de zevende dag
Maar er is nóg iets: “de dag des Heren” verwijst voor Petrus’ Joodse lezers, ook naar de sabbat, dat is de zevende dag. Welnu, voor de Here is de zevende dag, het zevende millennium. “De dag des Heren” verwijst naar de duizend jaren, waarin de schepping tot rust zal komen en alle heilsprofetieën voor Israël en de volken vervuld zullen worden. Die dag zelf zal duizend jaar duren, maar het zal ook aanvangen na zesduizend jaar menselijke geschiedenis. Zonder nu in deze weblog alles nauwkeurig terug te rekenen, mag als bekend worden verondersteld dat we momenteel niet ver verwijderd zijn van de afloop van deze zesduizend jaar. Grof gerekend: van Adam tot Abraham is tweeduizend jaar. Van Abraham tot Christus is  tweeduizend jaar. En van Christus’ heengaan tot nu toe, is ook bijna  tweeduizend jaar. Drie keer tweeduizend jaar levert een totaal op van zesduizend jaar.

nieuwlichterij?
Wat ik hier naar voren breng is overigens absoluut geen nieuwigheid van GoedBericht.nl. Hoewel het  maar weinig wordt vernomen, is deze waarheid niettemin reeds duizenden jaren bekend. Niet alleen in de Schrift, maar ook in de Joodse traditie alsook bij de oude kerkvaders. En ook Maarten Luther schreef erover. De citaten hieronder tonen dit overduidelijk aan. In de Encyclopedia Britannica (11-de editie) staat over de Talmoed te lezen:

De visie die het meest veelvuldig naar voren wordt gebracht… is dat het Messiaanse koninkrijk duizend jaar zal duren (sommigen zeggen twee duizend jaar)… De wereld zal zes duizend jaar arbeiden en zwoegen; dan zal de duizendjarige Sabbatsrust aanbreken voor het volk van God in het koninkrijk van de Messias.

In de The Jewish Encyclopedia, (V, pag. 211) lezen we:

Het vers ‘duizend jaar zijn in Uw ogen als de dag van gisteren” (Ps.90:4), suggereert het idee dat de tegenwoordige wereld van arbeid zal worden opgevolgd door een Sabbats-millenium, “de komende wereld”.  Deze zes millennia zijn onderverdeeld… in drie perioden: de eerste tweeduizend jaar zonder de wet, de volgende tweeduizend jaar onder de heerschappij van de wet en de laatste tweeduizend jaar als voorbereiding voor de heerschappij van de Messias, temidden van strijd en catastrofes.

Irenaeus, een leerling van Polycarpus, die op zijn beurt de apostel Johannes nog gekend heeft, schreef in zijn ‘tegen ketterijen’ (boek 1, hfst.28):

In zoveel dagen als de wereld is gemaakt, in zoveel duizend jaar zal het worden voltooid …. Want de dag des Heren is als duizend jaar en in zes dagen is de schepping compleet gemaakt, dus is het duidelijk dat zij ook voleindigd zal worden na zesduizend jaar.

In de brief van Barnabas (rond 200 na Chr.), schrijft deze:

Let op kinderen, wat Hij bedoelde met “in zes dagen voltooide Hij”.  Hij bedoelde dit: dat de Here in zesduizend jaar alle dingen tot een einde zal brengen.

In 1540 schreef Maarten Luther een werkje genaamd ‘berekeningen van de jaren van de wereld’. Dat jaar was het precies (volgens zijn berekening) het jaar 5500. Met instemming citeert hij in zijn voorwoord ene Paul van Burgos, die schreef:

De wereld zal zesduizend jaar bestaan. Twee duizend jaar in ledigheid, tweeduizend jaar voor de wet en tweeduizend jaar voor de Messias.

zijn we wakker?

En zo zou er nog veel meer te noemen zijn. Al deze citaten maken echter één ding duidelijk: zowel joodse geleerden in de Talmoed, alsook kerkvaders in de eerste eeuwen van onze jaartelling en ook meer recent, Maarten Luther, benoemden in hun dagen reeds, de generatie waarin wij thans leven! En de mensen nu…? Doorgaans slapen ze en hebben geen benul van het tijdsgewricht waarin we leven. Maar wat een voorrecht voor hen die wél wakker zijn en uitzien naar de grootse profetische gebeurtenissen die op handen zijn!

Delen: