GoedBericht.nl logo
English Blog

hield Abraham de wet van Mozes?

06-01-2016 - Geplaatst door Andre Piet

de wet “erbij gekomen”

In Galaten 3 betoogt Paulus dat Abram een rechtvaardige was door geloof in Gods belofte (Gal.3:6). Abram leefde uiteraard niet volgens de wet van Mozes want het zou nog eeuwen duren voordat die wet aan Israël zou worden gegeven (Gal.3:17). De wet is er “bijgekomen” na 2500 jaar menselijke geschiedenis (Gal.3:19; Rom.5:20). Met deze vaststelling geeft Paulus aan dat de wet van Mozes geen universele leefregel voor de mensheid is. De wet werd gegeven aan één volk, twee en half duizend jaar na Adam (Rom.5:14) en vierhonderd dertig jaar na de belofte aan Abram. Predikers probeerden de gemeenten van Galatië wijs te maken dat ze om rechtvaardig te leven, niet om de wet van Mozes heen konden. Maar als dat waar zou zijn, hoe kon Abram dan een rechtvaardige zijn, ver voor de geboorte van Mozes?

geboden en inzettingen vóór Mozes

Natuurlijk had God eerder bepalingen en onderwijs gegeven aan de mensheid. Dat begon reeds bij Adam, de stamvader van de mensheid. Zo dateert de instelling van het huwelijk uit die tijd (Mat.19:4,5; 1Kor.6:16). De ene God had zijn belofte gegeven aangaande het “zaad der vrouw” dat “de kop der slang” zou vermorzelen en Hij heeft dit ook uitgebeeld in de zon, maan en sterren(beelden) zodat de mensheid van oudsher letterlijk en figuurlijk bij het licht daarvan kon wandelen (1:14; 3:15). Later heeft God de regenboog gegeven als teken van zijn verbond met Noach en zijn nakomelingen, d.w.z. heel de mensheid. Dat ging gepaard met nieuwe instructies zoals de doodstraf (Gen.9:6) en de bevoegdheid van de mens om voortaan vlees te eten, uitgezonderd het bloed (Gen.9:3,4). Vandaar ook dat bij de apostelvergadering afgesproken wordt dat de gelovigen uit de natiën zich zouden onthouden van afgoderij, hoererij en van bloed (Hand.15:20, 29). Dat was geen gedeeltelijke handhaving van de wet van Mozes – het betreft universele instructies en aanwijzingen die gelden voor heel de mensheid sinds Adam!

waar hield Abraham zich aan?

Als daarom in Genesis 26:5 God tegen Izaak zegt:

… omdat Abraham naar Mij geluisterd
en mijn dienst in acht genomen heeft:
mijn geboden, mijn inzettingen en mijn wetten.

dan is het ongerijmd om daar de wet van Mozes in te lezen. Zo’n conclusie trekken heet een anachronisme – d.w.z. een begrip een invulling geven die het in die tijd nog niet kon hebben. Abraham had naar God geluisterd en (zoals er staat) “mijn dienst in acht genomen”. Wanneer we in het Hebreeuws hier op inzoomen zien we dat hier twee woorden gebezigd worden die dezelfde stam hebben (SJ-M-R) dat bewaren of bewaken betekent. Letterlijk dus: mijn bewaking bewaakt. God bewaakt zijn woord. Zo had God aan Abraham een eed gezworen en dat bewaakt Hij als geen ander. En die bewaking bewaarde Abraham – in zijn hart. God had Abraham daarover geïnstrueerd (“mijn geboden” – mitswah), verordeningen (“mijn inzettingen”) en aanwijzingen (“mijn wetten” – torah) gegeven. Het gaat hier over specifieke instructies en aanwijzingen die God aan Abraham had gegeven. Zoals Hij bij de Sinaï via Mozes specifieke instructies en aanwijzingen gaf aan het volk Israël.

onderscheiden waar het op aankomt

Waar het op neerkomt is dat we de Schrift met onderscheid zouden lezen. Gods verbond met Noach heeft een andere aard en reikwijdte dan zijn verbond met Abraham. En dat is op haar beurt weer onderscheiden van zijn verbond met Israël bij de berg Sinaï. Het gaat om verschillende gebeurtenissen, uiteenlopende tijdstippen, onderscheiden adresseringen en aanwijzingen. Het miskennen daarvan leidt tot de hopeloze mix van wet en genade waarover Paulus schrijft in de Galaten-brief.

Reageer op Facebook

Delen: