chronologie 15: laatste jaarweek nog toekomst?
16-02-2016 - Geplaatst door Andre PietIn de laatste blogs in deze chronologie-serie heb ik uiteengezet hoe Daniël 9 zeventig jaarweken voorzegt, oftewel zeventig cycli van sabbatsjaren, gerekend vanaf de herbouw van Jeruzalem in de dagen van koning Kores. Deze periode van vijfhonderd jaren (jubeljaren inbegrepen) eindigde in het optreden van de Messias onder zijn volk. Historie inmiddels.
bezwaren tegen het historisch verstaan
Tegen deze voorstelling van zaken wordt als bezwaar ingebracht, dat een halve jaarweek volgens de profetie nog in toekomst ligt. Wordt immers in het boek Openbaring niet diverse keren gesproken over “twee en veertig maanden” (Openb.11:2; 13:5) en “twaalfhonderd zestig dagen” (Openb.11:3; 12:6), wat precies drie en half jaar en dus een halve jaarweek is? En verwijst Jezus in zijn tweede bergrede ook niet naar Daniël 9:27?
15 Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting,
waarvan door de profeet Daniel gesproken is,
op de heilige plaats ziet staan
(wie het leest, geve er acht op)
laten dan wie in Judea zijn,
16 vluchten naar de bergen.
-Matteus 24:15-
Het antwoord op deze vragen is in het kort tweeërlei:
- De Schrift onderscheidt meerdere periodes van drie en half jaar. Zowel in het verleden als in de toekomst.
- Jezus verwijst in Matteüs 24:15 niet naar Daniel 9:27 maar naar Daniël 12:11.
Beide antwoorden verdienen enige toelichting.
drie en half jaar – verschillende perioden
Als de Bijbel spreekt van een tijdsduur van drie en half jaar, slaat dit niet noodzakelijk op dezelfde periode. Zo lezen we tot twee keer toe (Luc.4:25, Jak.5:17) dat het in de dagen van Elia “drie jaar en zes maanden” niet regende. Niemand zal deze periode verwarren met de termijn waarvan sprake is in het boek Openbaring. Inderdaad, de lengte van beide perioden komt overeen – maar de periodes zelf zijn verschillend. Hetzelfde geldt ook voor de twee halve jaarweken in Daniël 9:27. Het eerste deel verwees (zo zagen we) naar de periode van Jezus’ publieke optreden tot aan zijn dood en het tweede deel vanaf Jezus’ dood tot aan Stefanus’ steniging. Ook deze beide periodes in de geschiedenis zijn duidelijk onderscheiden van de tijd van grote verdrukking in de toekomst.
Christus en de anti-christ
De vraag die in dat verband slechts overblijft is: vanwaar telkens deze termijn van drie en half jaar? Welnu, het verband zit ‘m niet alleen in de overeenkomst maar ook in het contrast. De drie en half jaar van de antichrist is het spiegelbeeld en negatief type van de drie en half jaar van Christus. Christus bekrachtigde het verbond drie en half jaar, tot twee keer toe. De antichrist daarentegen zal het verbond drie en half jaar verkrachten. Christus deed de offerdienst staken door haar te vervullen. De antichrist daarentegen zal de offerdienst staken om een gruwel (afgodsbeeld) op te richten. Het zal de inleiding zijn van een grote verdrukking waarin de heilige stad vertreden zal worden (Openb.11:2). In die drie en half jaar zullen twee getuigen op het tempelplein optreden en de macht hebben om “de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt gedurende de dagen van hun profeteren” (Openb.11:6). Ziedaar een exacte herhaling van wat Elia ooit deed (Jak.5:17).
Jezus verwees naar Daniël 12
Naast het misverstand dat drie en half jaar altijd zou slaan op dezelfde periode, is er ook het misverstand dat Jezus in zijn toespraak van Matteüs 24, zou verwijzen naar de laatste jaarweek van Daniël 9. Dat lijkt mij onjuist. Jezus verwijst naar de tijd van het einde waarvan gesproken wordt in Daniël 12.
11 En van de tijd af dat het dagelijks offer wordt gestaakt
en een gruwel wordt opgericht, die verwoesting brengt,
zijn het duizend tweehonderd en negentig dagen…
In Daniël 12 gaat het onmiskenbaar, evenals in Matteüs 24, over de tijd van het einde. Over de heilige plaats en over de offerdienst die plaats zal maken voor een gruwel die daar wordt opgericht. Let op: zowel Jezus in Matteüs 24 als Daniël 12 spreken van één specifieke “gruwel”. Enkelvoud. Daniël 9:27 daarentegen spreekt van “gruwelen”, meervoud.
Bovendien wordt in Daniël 9:27 niet gesproken over een gruwel die wordt opgericht in het midden van de jaarweek. Dat wordt er dikwijls in geprojecteerd, maar het staat er niet. Wat we lezen is dat gedurende zeven jaren een verbond wordt bekrachtigd en in de helft van de jaarweek slachtoffer en spijsoffer zal worden gestaakt. Daarna is in Daniël 9:27 sprake van gruwelen en van verwoesting.
Het moment dat de dagelijkse offerdienst zal worden gestaakt en een gruwel wordt opgericht in de heilige plaats, is het startpunt van een grote verdrukking, “zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal”, zo voegt Jezus in Matteüs 24:21 er aan toe. Ook met deze mededeling verwees Hij naar Daniël 12 (vers 1) waar we lezen dat het een tijd zal zijn “van grote benauwdheid, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe…”.
Met de staking van de offerdienst en de oprichting van een gruwel, zal het grote aftellen beginnen. Daniël 12:11 spreekt van twaalfhonderd negentig dagen, dat is (ruim) drie en veertig maanden. Elders is sprake (zoals we zagen) van “twaalfhonderd zestig dagen”, oftewel (ruim) “twee en veertig maanden”. Aangezien de vertreding van Jeruzalem eindigt na twaalfhonderd zestig dagen (Openb.11:2), zal een maand later mogelijk reeds een begin gemaakt worden met de herbouw van de stad.
conclusies
Hoe dit verder ook zij, ik hoop in elk geval duidelijk gemaakt te hebben dat de periode van zeventig jaarweken in Daniël 9 zijn vervuld in de geschiedenis. De zeventigste jaarweek omvat de zeven jaren waarin enerzijds de Messias het grote werk volbracht (Dan.9:24) en anderzijds de jaren waarin het Joodse volk de Messias één en andermaal verwierp, wat vervolgens leidde tot de verwoesting van Jeruzalem in 70AD. Bij die ene verwoesting zou het niet blijven, want verwoestingen (meervoud!) zouden vastbesloten zijn tot het einde aan toe, aldus Dan.9:26. Zoals we in andere Schriftplaatsen ook zagen dat in de tijd van het einde, Jeruzalem wederom verwoest zal worden… na (jawel!) drie en half jaar.
GOD voorzegt niet alleen gebeurtenissen maar bepaalt ook wanneer dat zal zijn. In het fenomeen dat gebeurtenissen en termijnen zich in vaste patronen herhalen, herkennen we de hand van Hem die alle tijden volkomen beschikt.
Reageer op Facebook