wie heeft alleen onsterfelijkheid?
17-04-2021 - Geplaatst door Andre PietIn 1Timotheüs 6:16 schrijft Paulus over…
… de gelukkige en enige Machthebber, de Koning der koningen en Heer der heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die niemand van de mensen waarnam en ook niet kan waarnemen.
Gewoonlijk gaan uitleggers er vanuit dat Paulus hier refereert aan God. De gedachte daarbij is deze: God alleen is de bron van onsterfelijkheid en Hij bewoont een ontoegankelijk licht. Beiden punten op zichzelf zijn waar, maar m.i. niet beslissend voor de beantwoording van de vraag in de titel hierboven. Hieronder drie redenen waarom ik meen dat niet God, maar de Heer Jezus Christus het onderwerp van bovenstaand vers is.
1. Jezus Christus is de Koning der koningen en de Heer der heren
In Openbaring 17:14 lezen we:
… het Lammetje zal hen overwinnen omdat hij de Heer van heren en de Koning van koningen is.
2. alleen Jezus Christus heeft op dit moment onsterfelijkheid
In 1Korinthe 15 vanaf vers 22 onderwijst Paulus dat zoals in Adam allen stervende zijn, in Christus alle mensen zullen worden levend gemaakt. Ieder echter in zijn eigen rangorde. Christus als eersteling en vervolgens die van Christus zijn in zijn parousia. Aangezien dat laatste, nl. de parousia nog toekomstig is, betekent dit dat op dit moment alleen nog maar Christus is levend gemaakt. Hij sterft niet meer (Rom.6:10) en is dus onsterfelijk. Van God lezen we nooit dat Hij onsterfelijk is, wel dat Hij onvergankelijk is (Rom.1:23; 1Tim.1:17). Onsterfelijkheid (Gr. athanasia) wil zeggen: de dood is verzwolgen in de overwinning. Teniet gedaan. Of zoals 1Kor.15:54 het formuleert:
Zodra nu (…) dit sterfelijke onsterfelijkheid (Gr. athanasia) zal aandoen, dan zal het woord geschieden hetgeen geschreven is: verzwolgen werd de dood in overwinning!
3. Jezus Christus bewoont momenteel een ontoegankelijk licht die niemand van de mensen kan waarnemen
Paulus was van dit feit een ‘ooggetuige’. Christus Jezus verscheen aan hem op de weg naar Damascus vanuit de hemelse heerlijkheid. Hij heeft Christus gezien maar het licht dat hij zag was ontoegankelijk en “schitterender dan de zon” (Hand.26:13). Paulus is vanwege dit licht in de ogen drie dagen lang blind geweest (Hand.22:11; 9:9).
conclusie
De onvergankelijke God heeft Christus als eersteling levend gemaakt in onsterfelijkheid. Tot aan de parousia in de nabije toekomst, is Christus de enige die onsterfelijkheid heeft.