Psalm 1:6 – de goddelozen teniet gedaan

… JAHWEH kent de weg van de rechtvaardigen, maar de weg van de goddelozen vergaat.

De rechtvaardige in de Schrift, is degene die gelooft in wat GOD toezegt. Geloof wordt gerekend tot rechtvaardigheid. Dat is een universeel principe. Wie rekent op wat GOD belooft en verklaart, bewandelt per definitie de rechte weg. Dát woord houdt immers stand en zal altijd uitkomen.

De andere kant van dezelfde medaille is dat de weg van ongeloof dus geen stand houdt. Goddelozen hebben geen toekomst. In deze psalm wordt ook beschreven dat ze in het toekomstig gericht, als kaf door de wind worden weggeblazen. Er blijft niets van hen over.

Dat de goddeloze roemloos ten ondergaat betekent niet dat GOD hen als mens zou hebben afgeschreven. Dat is uitgesloten. Zou GOD werk van zijn handen ooit kunnen laten varen? Zou GODS liefde begrensd zijn? Een ’totdat’ hebben? Nee, GOD oordeelt en brengt in het gericht juist omdat Hij van al zijn schepselen houdt. In het gericht zet Hij alles recht. Hoe pijnlijk ook. Maar met succes, want na het gericht is er geen goddeloze meer te vinden. Alle knieën zullen buigen en elke tong zal GOD loven!

Delen: