Psalm 145:21 – danken en loven

Van de lofprijzing van JAHWEH zal mijn mond spreken…

Eén van woorden die als een rode draad door de vijf boeken van de Psalmen loopt, is het Hebreeuwse grondwoord ‘hallel’. We herkennen dat in het internationaal bekende woord ‘halleluja’, dat is: ‘looft JAHWEH!’. Het Hebreeuwse woord is afgeleid van een woord dat ‘stralen’ of ‘schijnen’ betekent (Jes.13:10). Wie iemand looft die laat hem of haar stralen. Die stelt iemands heerlijkheid in het licht.

Loven is wat anders dan danken en gaat daar ook bovenuit. Wanneer ik GOD dank dan bewijs ik mijn erkentelijkheid voor wat ik heb ontvangen. Maar wanneer ik GOD loof, dan spreek ik niet wat ik van Hem heb ontvangen, maar dan stel ik zijn heerlijkheid in het licht. Bij GOD danken denk ik altijd nog aan mijn eigen zegeningen terwijl als ik GOD loof, dan denk ik uitsluitend aan Hemzelf.

Het is geweldig om je zegeningen te tellen en GOD daarvoor te danken. Maar GOD loven gaat nog zoveel verder. Dan vergeet je jezelf en spreek je uitsluitend van zijn grootheid en hoe uniek Hij is. En van de heerlijkheid van zijn woord. Van wat Hij heeft gedaan en wat Hij zal doen!

Delen: