GoedBericht.nl logo
English Blog

35. Hoe kan ‘eeuwig’ in Rom.16:26 en 2Kor.4:18 tijdelijk zijn?

Dat God volgens Rom.16:26 “de eeuw-ige God” is wil zeggen dat Hij de God der eeuwen is. Hij is de Koning der aionen (1Timotheüs 1:17). Zoals ‘eeuw-ige tijden’ (Rom.16:25) ‘de tijden der eeuwen’ zijn, zo is “de eeuw-ige God” de God der eeuwen.

Wat betreft 2Kor.4:18 lezen we (letterlijk vertaald)

En wij letten niet op de dingen die worden gezien maar op de dingen die niet worden gezien. Want het zichtbare is voor een moment maar de dingen die niet worden gezien zijn aeonisch.

Ten opzichte heerlijkheid van de toekomende aionen is het lijden van de tegenwoordige tijd slechts ‘voor een moment’ (Gr. ‘pros kairon’). In Mattheüs 13:21 en Marcus 4:17 wordt dezelfde uitdrukking gebruikt en vertaald met ‘van het ogenblik’. ‘Pros kairon’ duidt niet op tijdelijke dingen in het algemeen maar op de dingen van een moment.
Dat aion niet tegenover tijd (Gr. chronos) staat, blijkt b.v. uit de uitdrukking ‘eeuw-ige tijden’ (b.v. 2 Timotheüs 1:9 ‘chronôn aiôniôn’).

Delen: