er staat wat er staat
14-11-2011 - Geplaatst door Andre PietIn het Nederlands Dagblad (14 november 2011) las ik een bijdrage van prof. dr. Gijsbert van den Brink onder de titel ‘Mosterdzaad, Bijbel en biologie‘. Hij vangt aan met:
Volgens Marcus 4:31 hield Jezus het mosterdzaad voor het kleinste van alle zaden op aarde. De Griekse handschriften zijn unaniem, en het is nog niet zo makkelijk om te betogen dat als je goed leest, er eigenlijk iets anders bedoeld wordt.
Dan vervolgt hij:
Letterlijk staat er weliswaar ‘het kleinere van alle zaden’, maar het is onomstreden dat daarmee de overtreffende trap bedoeld wordt: het kleinste. Theologen hebben soms de naam er behendig in te zijn een tekst iets anders te laten zeggen dan wat deze lijkt te zeggen, maar soms lukt dat gewoon niet. Dan geldt eenvoudig wat de dominee bij wie ik vroeger naar catechisatie ging placht te zeggen: er staat wat er staat en er staat dus niet wat er niet staat.
Let op wat hier gebeurd: eerst stelt de theoloog vast dat de letterlijke tekst niet luidt “de kleinste van alle zaden” maar “de kleinere van alle zaden”. Dat klopt. Onder theologen echter is het onomstreden dat dit niet zo is bedoeld. Vervolgens brengt (o ironie!) van der Brink de reputatie van theologen ter sprake, die een tekst iets laten zeggen, wat het niet zegt… In de rest van zijn artikel probeert Van den Brink het ontstane probleem op te lossen hoe Jezus iets beweerd kan hebben wat volgens iedere bioloog domweg niet waar is. Zijn oplossing is uiteindelijk:
… toen Christus het mosterdzaad het kleinste van alle zaden noemde, paste hij zich aan aan het wereldbeeld dat destijds gemeengoed was. Zo zag men dat in het oude oosten nu eenmaal: je hebt verschillende zaden, en het mosterdzaad is het kleinste. En omdat de boodschap die Hij met de gelijkenis van het mosterdzaad wilde overdragen hier verder los van staat, paste Jezus zich eenvoudig bij deze opvatting aan. Dat was ook wel zo pastoraal, want zo kon men Hem begrijpen.
Van den Brinks conclusie is: de Bijbel past zich aan bij primitieve en onjuiste voorstellingen in het wereldbeeld van de toenmalige tijd. Nu gaat het me niet om die conclusie, maar hoe van den Brink via een typerend staaltje van theologiseren daartoe komt. Terwijl hij nota bene z’n lezers nog had gewaarschuwd voor het feit dat theologen zeer behendig zijn in het verdraaien van de Schrift. Wanneer we er van uitgaan dat Jezus bedoelde wat Hij zei, namelijk, dat mosterdzaad “het kleinere van alle zaden is”, dan bestaat er niet eens een probleem! Jezus’ uitspraak laat immers ruimte voor andere kleine zaden en zelfs voor eventueel nóg kleinere zaden. Overigens, Jezus had het blijkens het parallelgedeelte in Mat.13:31 en 32 over alle zaden die in de akker gestrooid worden.
Had van der Brink maar wat beter geluisterd naar de predikant die hem onderwees: er staat wat er staat en er staat dus niet wat er niet staat.