GoedBericht.nl logo
English Blog

naar de natien gezonden

11-11-2011 - Geplaatst door Andre Piet

In een vorige blog ging het over Paulus in Rome (Handelingen 28) die aan de Joodse leiders vertelt dat het heil Gods naar de natien gezonden werd. Daarbij doelt hij niet op de enkele “vreemdeling binnen de poorten”, zoals Cornelius en diens huis, aan wie het Evangelie werd verteld. Dat was inderdaad in de beleving van veel Joden al schokkend genoeg. Maar Paulus’ statement gaat veel verder: het heil Gods werd aan de natien gezonden, d.w.z. niet langer aan Israël! Israels bekering en herstel waren niet meer aan de orde. Dat is waar het over gaat in Handelingen 28. Paulus:

25 Terecht heeft de Heilige Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen gesproken (…)
“27 … het hart van DIT VOLK (=Israël) is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, OPDAT zij niet zien met hun ogen en met hun oren niet horen en met hun hart NIET verstaan en zij ZICH BEKEREN, en Ik hen zou GENEZEN.”
28 Het zij u dan bekend, dat dit heil Gods aan de heidenen gezonden WERD

Paulus meldt in Rome wat hij al predikte sinds zijn naam Paulus werd (Hand.13:9). De naam Paulus markeert Israëls terzijdestelling terwijl de boodschap van redding (“het heil Gods”) naar de natien gaat. Reeds in Handelingen 13 had hij in de synagoge van Antiochie verkondigd:

40 Ziet dan toe, dat u niet overkome, wat in de profeten gezegd is: 41 Ziet, verachters (=Israël), en verwondert u en verdwijnt; want Ik werk een werk in uw dagen, een werk, dat gij VOORZEKER NIET ZULT GELOVEN, als iemand het u verhaalt.

Het lot van Israël als natie was bezegeld. Paulus richtte zich niet tot Israël als natie maar tot “enigen uit hen” (Rom.11:14). Als “verachters” van het gepredikte Woord zou de natie “verdwijnen”, een woord dat in 70 AD werkelijkheid werd, toen Jeruzalem met de grond gelijk werd gemaakt. En ondertussen zou God een wonderlijk werk in hun dagen doen, wat voorzeker niet geloofd zou worden… Wanneer Paulus dan ook in datzelfde Antiochie op massief verzet van Joodse zijde stuit, verklaart hij:

Maar Paulus en Barnabas zeiden vrijmoedig: Het was nodig, dat eerst tot u het woord Gods werd gesproken, doch nu gij het verstoot en u het eeuwige leven niet waardig keurt, zie, nu wenden wij ons tot de heidenen.
Handelingen 13:46

Waarmee vastgesteld is dat Paulus’ mededeling in Handelingen 28:28 inderdaad terugverwijst naar de ommekeer veel eerder in het boek Handelingen (hoofdstuk 13).
In een volgende weblog aandacht voor Paulus’ laatste rede te Jeruzalem (Hand.22)…

deel I
deel III 

Delen: