nijlpaarden in het kippenhok
21-02-2011 - Geplaatst door Andre Piet
Het kan verkeren. In 1995 publiceerde uitgeverij Medema een brochure onder de titel Alverzoening’, besproken en weerlegd door Willem J. Ouweneel. De achterkant van dit boekje pakt uit met:
De alverzoeningsleer is, in allerlei variaties, één van de ernstigste, meest subtiele en moeilijkst te ontrafelen onbijbelse leringen waardoor de christelijke leer bedreigd wordt.
Vorige week publiceerde Ouweneel een nieuw boek onder de titel ‘vijf nijlpaarden in het kippenhok’ als vervolg op zijn bestseller ‘vijf olifanten in een porseleinkast’. In dit nieuwe boek gaat Ouweneel o.a. in op het thema alverzoening en verwijst hij achterin ook naar diens eerdere publicatie hierover. Maar hij blijkt wederom een complete switch te hebben gemaakt. Was de alverzoeningsleer ooit een fundamentele dwaalleer, nu behandelt hij het als een respectabel standpunt dat zeker geen aanleiding zou mogen zijn tot verkettering (pag.111). Het zal menig lezer verbazen maar deze move van 180 graden bij Ouweneel beschouw ik heel wat minder positief dan dat ze misschien op het eerste gezicht lijkt. Was hij zich vroeger in elk geval er nog van bewust hoeveel bij ‘alverzoening’ in het geding is, nu is het alles relativering wat de klok slaat en mogen leringen vooral geen ketterij meer worden genoemd. De leer van de eindeloze hellestraf is een visie die evenzeer respect verdient als die van alverzoening. Eigenlijk is er maar één ketterij waar Ouweneel zich in dit boek druk om maakt en dat is te zeggen: zo is het! Een zaak afdoen met “er staat geschreven…!” is uit den boze. Of zoals hij schrijft op blz. 131: “…smijten met losse bijbelteksten moest eigenlijk verboden worden”.
Nou ja, ook Ouweneel erkent nog wel dat er écht fundamentele zaken zijn waar christenen het beslist eens over moeten zijn. Dat zijn dan uiteraard geen zaken waarvoor hij zich direct op de Schrift beroept (want “dat moest eigenlijk verboden worden”) maar zaken die door de kerk van oudsher zijn geformuleerd in de Apostolische Geloofsbelijdenis (de Twaalf Artikelen) en andere leringen die breed gedragen worden in de christenheid. Zoals b.v. de drie-eenheidsleer (!) en de leer van verzoening door voldoening (36,37). Men ziet, niet de Schrift is bij hem de norm maar de breedte van de christenheid.
Met zijn relativering en hooggeleerde nuance-drang ontvreemdt Ouweneel de argeloze lezer van “het Woord Gods, levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard”. Wat “de Schrift zegt” is vooral betrekkelijk, terwijl elkaars mening respecteren een absolute constante is. Ouweneel preekt met zijn ‘vijf nijlpaarden …’ de passie in het kippenhok. Maar zoals het spreekwoord zegt: boer pas juist dán op je kippen!