duurt de jubeljaar-cyclus 49 jaar?
01-03-2025 - Geplaatst door Andre PietDe afgelopen tien jaar zijn op de GB-website vele studies geplaatst die wijzen op de schitterende betekenissen van het jubeljaar. Niet in het minst ook in verband met de Bijbelse chronologie. Markante mijlpalen in de Bijbelse geschiedenis vallen telkens samen met jubeljaren. Essentieel in deze benadering is uiteraard het gegeven dat een jubeljaar het vijftigste jaar is. Leviticus 25 zegt daarover:
8 Voorts zult gij u zeven jaarweken tellen, zevenmaal zeven jaren; zodat de dagen van de zeven jaarweken negenenveertig jaren zijn. 9 Dan zult gij bazuingeschal doen rondgaan in de zevende maand op de tiende van de maand; op de Verzoendag zult gij de bazuin doen rondgaan door uw ganse land. 10 Gij zult het vijftigste jaar heiligen en vrijheid in het land afkondigen voor al zijn bewoners, een jubeljaar zal het voor u zijn…
Het moet duidelijk zijn dat het jubeljaar volgt op een periode van negenenveertig (7×7) jaren. Ons woord ‘jubileum’ is via-via ook van dit Bijbelse begrip afgeleid. Bijbels gezien is een jubileum per definitie een gouden jubileum: het vijftigste jaar.
het 49e jaar?
Hoe duidelijk het bovenstaande ook moge zijn, er is van oudsher altijd veel discussie geweest over de lengte van een jubeljaar-cyclus. Een bekende uitleg is dat het jubeljaar geen ingelast jaar zou zijn, maar dient als het eerste jaar van de nieuwe reeks van jaarweken. In dat geval was alleen het eerste jubeljaar een vijftigste jaar, maar alle navolgende jubeljaren een negenenveertigste jaar.
Het argument voor deze redenering ontleent men aan Leviticus 23. Daar is sprake van de Pinksterdag als vijftigste dag na zeven weken/sabbatten (Lev.23:15,16). Aangezien de vijftigste dag hier tevens de eerste dag is van een nieuwe week, concludeert men daaruit dat ook het jubeljaar het eerste jaar is van een jaarweek. Maar deze parallel met de Pinksterdag gaat niet op. Weken van dagen zijn van een heel andere orde dan weken van jaren. Cycli van dagweken gaan namelijk eindeloos door, zonder onderbreking. Jaarweken daarentegen tellen tot zeven en sluiten daarna af met een jubeljaar. Daarna begint een nieuwe cyclus van zeven jaarweken. Elk vijftigste jaar is een jubeljaar, terwijl het niet elke vijftigste dag Pinksteren is.
een afgezonderd jaar
Een gouden jubileum is het vijftigste jaar en daarna begint een nieuwe telling van vijftig jaren. Zodat twee gouden jubilea samen exact honderd jaar duren. Precies zo is het met het jubeljaar. Het vijftigste jaar is een geheiligd, d.w.z. een afgezonderd jaar en maakt daarom geen deel uit van de voorafgaande negenenveertig jaren. Als het jubeljaar ook het eerste jaar van een nieuwe sabbatsjaar-cyclus zou zijn, dan zou er een probleem ontstaan. In dat geval zou het eerste sabbatsjaar al na vijf jaar landbouw komen, in plaats van na de voorgeschreven zes jaar van zaaien en oogsten. Dit strijdt met wat Leviticus 25 zegt:
3 Zes jaar zult gij uw akker bezaaien en zes jaar zult gij uw wijngaard snoeien, en de opbrengst daarvan inzamelen, 4 maar in het zevende jaar zal het land een volkomen sabbat hebben…
De conclusie moet zijn dat het jubeljaar per definitie het vijftigste jaar is en altijd volgt NA zeven maal zeven jaren. Slechts met dat uitgangspunt komen we tot een Bijbelse tijdlijn waarvan de mijlpalen perfect synchroon lopen met jubeljaren. Dat laatste mag dan weliswaar niet als bewijs dienen, het vormt wel een grandioze bevestiging!