drie teksten
12-11-2009 - Geplaatst door Andre Piet
Zondag j.l. sprak ik tijdens een Goedbericht-bijeenkomst in Zoetermeer over het thema ‘waarom moest Christus gekruisigd worden?‘. Daarbij werd uiteengezet dat God d.m.v. het kruis elk vijandig en vervreemd schepsel, “hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is” tot Zichzelf zal verzoenen (Kol.1:20). Niet Gód verzoende Zich aan het kruis maar door middel van het kruis verzoent Hij de wereld tot Zích. De kruisiging zelf is een daad van ultieme vijandschap maar door Gods antwoord daarop (de opstanding) máákt Hij juist juist vrede met elk creatuur.
Een gewaardeerde broeder uit Canada stuurde me n.a.v. de presentatie van zondag j.l. een email. De presentatie had zijn instemming maar hij miste de bespreking van een drietal cruciale (what’s in a word…) teksten uit de brieven van Paulus. Tonen deze teksten niet dat het kruis noodzakelijk was om te demonstreren “de ernst van de zonde tegen een heilig en rechtvaardig God”?
1. Romeinen 8:3
Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees; God heeft, door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees, opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest.
Paulus spreekt hier niet over zonden maar over zonde. Enkelvoud. Als zondaar is elk mens veroordeeld te sterven. Dat heeft niet te maken met wat wat we gedaan hebben (zonden), maar met wie we zijn (zondaar). De dood is het oordeel over de zonde maar tevens de oplossing en het einde daarvan. Want wie eenmaal gestorven is, “is gerechtvaardigd (=vrij) van de zonde” (6:7). Paulus betoogt in Romeinen 6-8 dat wie gelooft “één plant is geworden” (6:5 SV) met Christus. Gelovigen worden met Christus geïdentificeerd: tesamen gekruisigd, tesamen begraven, tesamen opgewekt. In Hem liggen zonde en dood achter ons en “wandelen we in nieuwheid des levens” (6:4). “De Geest van het Leven” (8:2) die Jezus uit de doden opwekte, woont in ons (8:11), zodat “de eis der wet” (8:4) in ons vervuld kan worden.
Conclusie: Paulus spreekt in Romeinen 8:3 niet over Gods oordeel over de zonden in het lijden op het kruis. Nee, hij heeft het over Gods oordeel over de zonde, in de dood van Christus. Door Christus’ dood maakte God een einde aan “de oude mens” (6:3).
2. Galaten 3:13
Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt.
Paulus citeert hier Deut.21:22,23 waar gesproken wordt over iemand die een zonde begaat waarop de doodstraf staat en aan een hout gehangen wordt. Zo’n gehangene was een van God vervloekte. Daarom mocht gedurende de nacht het lijk niet aan het hout blijven hangen, maar moest het dezelfde dag nog begraven worden. Welnu, Jezus is op grond van de wet, naar het oordeel van de Joodse leidslieden, des doods schuldig bevonden en heeft zo de vloek van deze wet gedragen. Door echter deze vloek te dragen heeft Hij hen tevens vrijgekocht van de wet. Want “dóór en vóór de wet gestorven…” (Gal.2:19).
Conclusie: het Joodse volk heeft Jezus aan een hout gehangen en omgebracht (Hand.5:30) en daarmee Jezus tot een vervloekte gemaakt. Van een straf of oordeel van Godswege over de zonden is in Gal.3:13 geen sprake.
3. 2Korinthe 5:21
Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.
Christus kende geen zonde maar werd niettemin als zondaar ter dood gebracht. Het was het Joodse volk dat “door de handen van wetteloze mensen” (Hand.2:23) dit Jezus aandeed. Hoe kan Paulus dan schrijven “heeft HIJ (=God) voor ons tot zonde gemaakt”? Het waren toch ménsen die dit deden? Luister naar het antwoord van Petrus als hij op het tempelplein de mannen van Israël aanspreekt:
En nu, broeders, ik weet, dat gij uit onkunde hebt gehandeld, gelijk ook uw oversten maar zo heeft GOD in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten tevoren geboodschapt had, dat zijn Christus MOEST lijden…
Handelingen 3:17,18
Achter de schermen had God volkomen de regie in handen. Dit MOEST gebeuren. Ten diepste, zoals Paulus in (o.a.) 2Korinthe 5 uiteenzet, om zo de wereld tot Zich te verzoenen. Precies zoals Jozef in Egypte, juist door wat z’n broers hem hadden aangedaan, in staat was hen in leven te houden maar óók hun harten te winnen (Gen.45:5,7). Naar de mens gesproken waren het Jozefs broers die hem misdadig verkochten. Maar ‘van bovenaf’ bezien was het Gód die Jozef naar Egypte stuurde.
Conclusie: Mensen veroordeelden Jezus als zondaar, maar het was God die Zijn Zoon daarvoor niet spaarde maar voor ons allen overgaf (Rom.8:32). Opdat we via deze weg “in Christus een nieuwe schepping” (2Kor.5:17) zouden worden en “gerechtigheid Gods in Hem” (2Kor.5:21).