Filippi 3:5 – naar wet Farizeeër
11-02-2023 - Geplaatst door Andre PietBesneden op de achtste dag, uit het ras van Israël, van de stam Benjamin, Hebreeër uit Hebreeën, naar wet Farizeeër…
Het begrip Farizeeër heeft in onze taal geen beste naam. Het geldt als synoniem voor huichelaar en schijnheilige. Die betekenis heeft het vooral gekregen door de striemende rede van Jezus in Matteüs 23. Zeven keer klinkt daar “wee jullie schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars…”. Maar bedenk wel: die rede is geen aanklacht tegen de partij van de Farizeeën maar tegen hun praktijk van ‘wel zeggen, maar niet doen’ (Mat.23:3).
Paulus had zijn opleiding genoten aan de voeten van Gamaliël (Hand.22:3), een vooraanstaande Farizeeër (Hand.5:34) en kleinzoon van de befaamde Hillel. In tegenstelling tot de partij van de Sadduceeën, geloofden de Farizeeën uitdrukkelijk wel in opstanding, engelen en geesten (Hand.23:8). In het Sanhedrin betuigde Paulus zonder omwegen: “ik, een Farizeeër, ik ben een zoon van een Farizeeër” (Hand.23:6).
Dat Paulus zich in Filippi 3 “naar wet Farizeeër” noemt, bevestigt temeer zijn onvervalst, Joodse identiteit. Hij stond uitstekend ‘voorgesorteerd’. Dit omdat de partij van de Farizeeën algemeen gold als “de meest nauwgezette partij van onze godsdienst” (Hand.26:5). Wat de interpretatie van de wet aangaat, was Saulus uitdrukkelijk geen Sadduceeër, zoals ook Jezus dat niet was (vergl. Mat.22:34!). Hij geloofde in opstanding…