Romeinen 10:21 – een ongezeglijk en tegensprekend volk
19-08-2021 - Geplaatst door Andre PietMaar tegen Israël zegt Hij: de hele dag spreid Ik mijn handen uit naar een ongezeglijk en tegensprekend volk.
In het voorgaande vers citeerde Paulus Jesaja 65:1 en hier Jesaja 65:2. Aan de ene kant wordt God gevonden door hen die Hem niet zoeken terwijl aan de andere kant een volk waar Hij voortdurend bemoeienis mee heeft, ongezeglijk en tegensprekend is. Vanwaar dat verschil?
Het antwoord is inmiddels duidelijk. Het volk is ongezeglijk en tegensprekend omdat het meent zelf wijs en beter te zijn. Door die houding komt het woord van God niet bij haar binnen. Want waarom zou men nog luisteren, als men het tóch al weet. En zeker niet luisteren naar een “onverstandige natie” (:19).
Maar God confronteert een waanwijs Israël opzettelijk met ‘dwaasheid’. Via een ‘natie’ die geen historie van Godsopenbaring heeft. Via een ‘natie’ die ook nooit godsdienstige ijver aan de dag legde. Maar juist via hen heeft God het volk Israël iets te melden. De essentie van waar het God om gaat. Om zijn rechtvaardigheid. Om zijn ontferming. Dat Hij zijn handen de ganse dag naar hen uitspreidt. Maar die boodschap is onverteerbaar tot op de dag van vandaag. Omdat het alle eigen werk terzijde stelt.