sinds wanneer “de Zoon van God”?
01-09-2017 - Geplaatst door Andre PietSinds wanneer is Jezus de Zoon van God? Vanuit de kerkgeschiedenis luidt het (orthodoxe) antwoord: van eeuwigheid af. Dat is al geen Bijbelse term. Dat geldt ook voor de uitdrukking ‘God de Zoon’ waar men sinds de belijdenissen van Nicea en Athanasius van spreekt. Het zijn “woorden van menselijke wijsheid” (1Kor.2:13). Zo Bijbels als het is om te spreken van “God de Vader”, zo onbijbels is het te spreken van ‘God de Zoon’. De eerste uitdrukking lezen we tientallen keren, de tweede daarentegen nergens. Logisch ook, want diezelfde Schrift benadrukt dat er “één God, de Vader” is (1Kor.8:6; Ef.4:6; Joh.17:3). Daarom heet Jezus Christus nergens ‘God de Zoon’, maar consequent “de Zoon van God”.
Vóór zijn geboorte wordt hij niet ‘Zoon’ maar “woord” genoemd, d.w.z. het woord waardoor God alle dingen tot stand heeft gebracht (Joh.1:3). Hetzelfde woord van God dat tot Maria kwam en “vlees werd” (Joh.1:14). Daarover sprak ook de engel Gabriël toen deze bij Maria kwam en zei:
… heilige geest zal op jou komen en kracht van de Allerhoogste zal jou overschaduwen. En daarom zal het heilige dat verwekt wordt, Zoon van God worden genoemd.
Lucas 1:35
Helder en eenduidig verklaart de engel dat de benaming “Zoon van God” zijn oorsprong vindt in het feit dat God zelf de verwekker is van het kind dat geboren zou worden. Kracht van de Allerhoogste zou Maria overschaduwen en zwanger maken. En omdat deze verwekking volstrekt uniek was, heet Jezus elders ook “de eniggeboren Zoon van God” (Joh.3:18). Want geen mens op aarde is ooit zo ter wereld gekomen. In Galaten 4:4 bevestigt Paulus dit wanneer hij schrijft:
… toen de volheid van de tijd kwam, zond God zijn Zoon, wordend vanuit een vrouw, wordend onder [de] wet…
Ondanks zijn verheven positie als Zoon van God sinds zijn geboorte, heeft Jezus de gestalte van een slaaf aangenomen, en is hij gehoorzaam geworden tot de dood van het kruis (Filp.2:7,8). Of zoals de Hebreeën-brief zegt:
… hoewel Zoon zijnde, leerde hij gehoorzaamheid door de dingen die hij leed…
-Hebreeën 5:8-
Tijdens zijn wandel hier op aarde was Jezus Zoon (nl. van God; 5:5). Toch is zijn verwekking in de schoot van Maria niet de enige keer geweest dat God hem verwekte. Toen Paulus de synagoge van Antiochië toesprak, zei hij:
… en wij evangeliseren jullie dat de belofte die aan de vaderen geschiedde, dat God deze volledig heeft vervuld aan hun kinderen, door Jezus te doen opstaan, zoals ook in de tweede psalm staat geschreven: je bent mijn Zoon, vandaag heb Ik je verwekt.
-Handelingen 13:32,33; zie ook Psalm 2:7 en Hebr.1:5; 5:5,8-
Zonder Paulus’ uitleg in Handelingen 13 zouden we bij de woorden “vandaag heb Ik je verwekt”, wellicht eerst hebben gedacht aan Jezus’ conceptie in Maria’s schoot. Maar bij nader inzien is die optie niet logisch. Want hoe zou iemand in het stadium van een bevruchte eicel kunnen worden aangesproken? Nee, het “vandaag heb Ik je verwekt” slaat op zijn verwekking uit de doden, aldus Paulus. En dat is een zinvolle verklaring, want op de dag van zijn opstanding kon Jezus wél worden aangesproken door zijn God met “vandaag heb Ik je verwekt”. Let op dat er niet staat dat hij toen pas de Zoon werd. Hij was reeds de Zoon, alleen op de dag van zijn opstanding werd hij wederom verwekt. Hetzelfde woord voor ‘verwekken’ (genereren) dat Paulus gebruikt in Hand.13:33 i.v.m. opstanding, werd ook reeds gebruikt door de engel Gabriël toen deze sprak over het wonder dat in Maria’s schoot zou plaatsvinden (Luc.1:35).
Samengevat: sinds zijn geboorte is Jezus Christus de Zoon van God. Eerst verwekt in Maria’s schoot – later vanuit de doden.