GoedBericht.nl logo
English Blog

wat is verzoening?

13-05-2006 - Geplaatst door Andre Piet
Samenvatting van de tweede studie, gehouden op 13 mei 2006 over het thema 'wat is verzoening?'

Alleen in Paulus’ brieven komt het begrip ‘verzoening’ voor. Weliswaar komen we het woord ook op talloos veel andere plaatsen in onze Bijbelvertalingen tegen, maar dat is volstrekt ten onrechte. Verzoenen heeft alles met vijandschap en niets met zonden te maken. Zonden worden bedekt, vijanden verzoend.Korinthe 7 is het enige hoofdstuk (van de in totaal zes) waar over verzoening gesproken wordt, in een ‘alledaagse’ context van menselijke verhoudingen. Het gaat daar om een vrouw die haar man verlaten heeft en ongehuwd zou behoren te blijven zodat ze zich weer met haar man zou kunnen verzoenen.
1Korinthe 7:11

We zijn gewend om te denken dat het eten van de verboden vrucht in de hof van Eden, ongehoorzaamheid was. Dat klopt ook. Maar waarom was de mens ongehoorzaam? Wat was de oorzaak van die ongehoorzaamheid? Omdat men de slang geloofde, die God als vijandig voorstelde (“… God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden…”). Sinds die leugen wantrouwt de mens God. Alle religie is gebaseerd op angst voor een vijandig God. God moet verzoend (gesust) worden, zo is de gedachte in elke religie. Maar juist dát idee is de essentie van de vervreemding!
Genesis 3:5

De meeste atheïsten zijn bang dat God vijandig is. Het bestaan van het kwaad in de wereld (het lijden, de pijn, de dood, etc.), motiveert hen daarin. Door God weg te redeneren, onderdrukt men die angst.

Nergens leert de Schrift dat God verzoend moest worden of werd. Integendeel, de mens of de wereld wordt met God verzoend. Niet omgekeerd. God is nooit vijandig naar de mens(-heid) geweest.

Romeinen 5:10 (“… toen wij vijanden waren, met God verzoend werden“);
2Korinthe 5:18 (“… God, die door Christus ons met Zich verzoend...”);
2Korinthe 5:19 (“… dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende was…”;
Kolosse 1:20 (“… alle dingen weder met Zich te verzoenen…”)

Vanaf de hof van Eden wordt God verweten, vijandig te zijn. Zou God alleen volstaan met het teniet doen van de zondaren, dan zou de echo van die beschuldiging altijd blijven doorklinken. Als een beschuldiging de oorzaak is van vijandschap en vervreemding, dan is er maar één manier om de vijandschap te niet te doen: de beschuldiging weerleggen! Alleen door het overtuigende bewijs van Zijn liefde te leveren, kan God het hart van de vervreemde mens winnen. Oftewel: de wereld met Zich verzoenen.

In Romeinen 12 lezen we:
“… indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem te drinken, want zo zult gij vurige kolen op zijn hoofd hopen.”
Het is onmogelijk om vijandschap te handhaven, als je ’tegenstander’ jou te eten geeft terwijl je honger hebt. Waar je vijand kwetsbaar en hulpeloos is, biedt zich de ideale gelegenheid aan, om diens vijandschap te ontmantelen. Dat is precies wat God doet. Hij geeft Leven (brood, drinken), aan een vijandige en stervende wereld.
Romeinen 12:20

Het woord voor ‘verzoenen’ in het Grieks (katallasso) is samengesteld uit de woorden ‘naar beneden’ en ‘veranderen’. Het idee is dat wie zich verzoend, zich vernederd voor de ander.Paulus schrijft dat iemand misschien nog de moed heeft om voor een goede te sterven. Dat gaat héél ver. Maar God gaat tot het uiterste. Hij laat Zijn Zoon sterven voor goddelozen en zondaren. Dat is het bewijs van Zijn liefde.
Romeinen 5:7,8

In de orthodoxe theologie stelt men het zo voor, dat God verzoend moet worden. Calvijn schreef: “God is de mens een vijand geweest (…) God de Vader is door Christus’ offerande voldaan en verzoend; zijn gramschap is door deze Voorbidder gestild”. In deze voorstelling is God de vijand en Christus Degene die als ‘bliksemafleider’ Gods toorn afwende. Tegen de achtergrond van zo’n Godsbeeld past de vertaling in Romeinen 5 “… wij roemen zelfs in God… “. Maar “zelfs” is fout. Er hoort “ook” te staan. De verzoening is juist Gods initiatief! Hij liet Zijn Zoon kruisigen en rekende het de wereld desondanks niet toe.
Romeinen 5:10,11; 2Korinthe 5:19

In Romeinen 11:15 schrijft Paulus:
“… Want, indien hun verwerping de verzoening der wereld is, wat zal hun aanneming anders wezen dan leven uit de doden?”
“Hun verwerping” duidt op de Joden die als volk, vijanden van het Evangelie zijn. In het boek Handelingen lezen we hoe Jeruzalem het Evangelie van de opgestane Messias afwijst. Heel officieel toen het Sanhedrin Stefanus stenigde. Stefanus betekent ‘kroon’ en staat model voor de prediking dat de Koning, die op het punt stond terug te keren. Stefanus zag Jezus daarom ook staan aan de rechterhand Gods… Maar Israël wees dit Evangelie af en bij die gelegenheid komt Saulus van Tarsus voor het eerst in de picture. Hij past op de mantels die de leidslieden tijdelijk bij hem hadden achtergelaten. Hoe illustratief! De mantel staat in de Bijbel voor heerlijkheid. Welnu, door het Evangelie af te wijzen, ontdeed Israël zich van haar glorie. Tijdelijk komt de heerlijkheid dan bij Saulus uit (het heidense) Tarsus terecht. De boodschap van de openbaring van het Koninkrijk maakt (tijdelijk) plaats voor de boodschap van Paulus. De verzoening der wereld, is het actuele Evangelie in onze dagen. Hoezeer ook (juist door de christenheid!!) afgewezen en verketterd…

Romeinen 11:15, 28 (“… Zij zijn naar het evangelie vijanden om uwentwil…”); Handelingen 7:56-58;
de mantel als beeld van heerlijkheid: (o.a.) Genesis 37:3; Jozua 7:21; 1Samuël 15:27,28; Ezra 9:3

Want de liefde van Christus dringt ons, daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is… “, schrijft Paulus in 2Korinthe 5. Waarom stierf Hij? Vanuit de mens bezien stierf Christus als slachtoffer van vijandschap. Maar vanuit Gods perspectief stierf Christus.. om te worden opgewekt (“… Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt…”). Via Adam werd de dood het deel van heel de mensheid. Via Christus, de laatste Adam, ontvangt diezelfde mensheid het Leven.
2Korinthe 5:14,15; 1Korinthe 15:22

Hoe verzoent God de wereld met Zich? Paulus geeft het antwoord: “… God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, door hun hun misstappen niet toe te rekenen… “. De wereld veroordeelde Jezus onrechtmatig, men sloeg Hem, geselde Hem, bespotte Hem, spijkerde Hem aan het hout, etc. Maar vanaf het kruis klonk de bede: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen… “. Inderdaad, zij wisten niet wat ze deden. Maar God wist wél wat Hij deed. Hij gaf Zijn Zoon over om het ultieme bewijs van Zijn liefde te leveren. Hij rekent de wereld de misstappen niet toe, want juist zó wil Hij de mensheid het Leven geven! Zo stapelt God vurige kolen op het hoofd van een vijandige wereld.

2Korinthe 5:19 (‘paraptoma’ is letterlijk: naast vallen. In Romeinen 11:11 vertaald met ‘val’. Het woord ‘overtreding’, zoals in Romeinen 4:15 is een ander woord); Lucas 23:34; Romeinen 12:20

De ongetwijfeld schoonste illustratie van verzoening vinden we in de geschiedenis van Jozef, die uiteraard een type van Christus is. Geliefd door zijn vader, verworpen door zijn broers, komt in een put terecht (> graf), wordt door Jakob dood gewaand, verblijft incognito buiten het land en bereikt daar een positie aan de top. Enfin, door hongersnood gedreven komen de broers in Egypte en Jozef geeft hen brood… Na veel ge-heen en weer, maakt Jozef zichzelf tenslotte bekend en zegt dan tegen z’n compleet perplex staande en verschrikte broers:
“… weest nu niet verdrietig en ziet er niet zo ontsteld uit, omdat gij mij hierheen verkocht hebt, want om u in het leven te behouden heeft God mij voor u uit gezonden (…) Daarom heeft God mij voor u uit gezonden om u een voortbestaan te verzekeren op aarde, en om voor u een groot aantal geredden in het leven te behouden. Dus zijt gij het niet, die mij hierheen gezonden hebt, maar God …”
Jozef rekende de misdaden van zijn broers niet toe, want juist door hun misdaad zou God hen redden. God had tot in elk detail, de regie volmaakt in handen.

Christus moest gekruisigd worden. Het was “naar de bepaalde raad en voorkennis van God”. God had de zwartste, meest vijandige achtergrond nodig (het kruis) om eens voor altijd het onomstotelijke bewijs te leveren van Zijn liefde.
Lucas 24:26; Handelingen 2:23

De meest wanstaltige verdraaiing van verzoening komt uit de koker van de orthodoxie:
God is een vijand die voldoening eist. Het lijden van Golgotha is de vergelding (=toerekening van de overtredingen) waarin God voldoening vond en verzoend werd.
Maar God is geen vijand! Op het kruis werd niet aan God betaald maar door God. Op Golgotha werd God niet verzoend maar was God bezig om de wereld met Zich te verzoenen.

Het kruis is Gods middel om de wereld met Zich te verzoenen. De verzoening is pas af, als er geen vijand meer zal zijn en alle tong tot eer van God de Vader zal juichen.
2Korinthe 5:19; Filippi 2:11

In de gevangenis-brieven gebruikt Paulus een woord voor verzoenen, dat nergens anders in Griekse literatuur wordt aangetroffen: ‘apo-katallasso‘. Letterlijk: vanaf-verzoenen, NBG: weder verzoenen. In Efeze 2 schrijft Paulus dat God de vijandschap tussen Jood en heiden, (uitgebeeld door de soreq, de tussenmuur op het tempelplein) teniet doet. “… en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis… “. Dus niet alleen verzoening met God maar ook verzoening onderling. Dat is ‘apo-katallasso‘.
Efeze 2:14,15

In Kolosse 1:20 lezen de meeste vertalingen “…vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen weder met Zich te verzoenen…”. Echter: “vrede gemaakt hebbende” staat in de aoristus en dat is een tijdloze werkwoordsvorm. Aoristus wil zeggen: zonder horizon. God hééft geen vrede gemaakt door het bloed van het kruis – Hij máákt vrede door het bloed van het kruis. D.w.z. door het kruis verzoent God het al met Zich. Het kruis demonstreert een liefde waar alle vijandschap op stuk loopt!

Met uitzicht op de verzoening van het al, zijn gelovigen zij, die thans al verzoend zijn (vertikaal en horizontaal). Zij hebben nu reeds “de genade Gods in waarheid erkend”.
Kolosse 1:21: 1:6

‘Apo-katallasso‘ in Kolosse 1:20 duidt op zowel verticale verzoening (“het al met Zich”) als op de horizontale verzoening (alle vijanden onderling). Ziedaar het allesomvattend effect van het kruis. Niet alleen een verzoening van alle vijanden op aarde maar ook van die in de hemelen, inclusief alle vijandige overheden en machten in de hemelse gewesten.
God verzoent niet een beetje, ook niet veel.. maar “het al”.
Kolosse 1:20; Efeze 6:12

Delen: