GoedBericht.nl logo
English Blog

1Korinthe 9:6-8 – wie appels vaart, die appels eet

12-06-2019 - Geplaatst door Andre Piet

Of hebben alleen ik en Barnabas geen bevoegdheid om niet te werken? Wie is ooit soldaat en betaalt zijn eigen rantsoenen? Wie plant een wijngaard en eet niet de vrucht daarvan? Of wie hoedt een kudde en eet niet vanuit de melk? Spreek ik deze dingen soms naar de mens, of zegt ook de wet niet deze dingen?

Paulus en zijn (vroegere) medewerker Barnabas deden nooit een beroep op ondersteuning vanuit de ekklesia’s. Waren zij dan de enigen van de apostelen die daarop geen aanspraak konden maken? Natuurlijk niet. Paulus geeft drie voorbeelden vanuit het natuurlijke leven waarin iedereen het vanzelfsprekend vindt, dat mensen hun levensonderhoud ontvangen vanuit hun werk.

De drie beroepen die Paulus noemt zijn niet willekeurig. Want ze beschrijven precies wat hij in geestelijke zin ook deed. Paulus was als een soldaat aan het front werkzaam  t.b.v. de ekklesia (2Kor.10:5). En de ekklesia te Korinthe was als een wijngaard die hij had mogen planten (vergl. 3:6) en ze was ook als een kudde die hij had gehoed (Hand.20:28). Zouden zij hem dan ook niet voorzien in zijn levensonderhoud? Eerst wil Paulus aantonen dat dit voluit zijn bevoegdheid is. Om daarna duidelijk te maken waarom hij daarvan afziet…

Delen: