Efeze 4:7 – eenheid en verscheidenheid
18-06-2018 - Geplaatst door Andre PietMaar aan een ieder van ons werd de genade gegeven naar de maat van het geschenk van de Christus.
In de voorgaande verzen schreef Paulus over de eenheid die er is tussen al de gelovigen. Het is de eenheid in het belijden zoals aangereikt door de apostel met als hoogtepunt de ene GOD en Vader van allen, boven allen, door allen en in allen (4:6). Allen hebben we deel aan dezelfde eenheid. Daarin is geen verschil. Maar… aan iedere gelovige afzonderlijk is genade gegeven naar een specifieke maat. Die maat heet hier: “de maat van het geschenk van de Christus”.
“De Christus”, dat is het Hoofd is van het lichaam, de ekklesia. Hij is degene die schenkt en de genade geeft aan iedere gelovige afzonderlijk naar de gouden standaard die hij daarvoor hanteert. De genade die ieder in het bijzonder ontvangt werkt verschillend uit. Want de genade is precies toegesneden op de aanleg en de behoeften van ieder afzonderlijk.
Een fluit produceert ander geluid dan een trompet of saxofoon, ook al wordt in elk dezelfde lucht ingeblazen. Maar het is juist deze verscheidenheid aan instrumenten waardoor de eenheid gediend wordt. Dat is de verscheidenheid in de ekklesia. Georkestreerd door Christus zelf!