vingers branden aan de hel
07-04-2004 - Geplaatst door Andre PietIn het Nederlands Dagblad van vandaag stond het volgende bericht (ik citeer slechts een deel):
GIETHOORN – Hemel en hel staan centraal op een meerdaags congres van studenten theologie uit Utrecht. De tweede congresdag ging over de hel, ,,een zolderkamertje van het geloof waar we zelden komen”. De Bijbel spreekt sober maar ook somber, heel ernstig en indringend over de hel. Het is onmogelijk vol te houden dat het slechts een randverschijnsel in het Oude Testament is, zegt de hervormde theoloog dr. Jan Hoek. Hoek sprak gisteren op het meerdaagse congres van de Utrechtse Gereformeerde Theologen Studentenvereniging Voetius, waarvan veertig leden op een kampeerboerderij in Giethoorn stilstaan bij ‘hemel en hel’. Het ging op de tweede dag vooral over de hel, zo bleek. De hel is echt geen populair onderwerp, weet Hoek onder verwijzing naar de godsdienstsocioloog Hijme Stoffels. Die stelde: ,,De hel is taboe. Een zolderkamertje van het geloof waar we zelden komen.” Hoek daarover: ,,Mensen zijn niet meer bang voor de hel, maar eerder voor ontluistering en lijden op het sterfbed. De hel is, kortom, vreselijk uit de mode.” Maar het negeren van dit onderwerp – ook christenen branden er liever hun vingers niet aan – is volgens hem geen oplossing. Hoek: ,,We moeten constateren dat er een hel is…
Dr.Jan Hoek durft zijn vingers wél te branden aan de hel, maar weet helaas weinig zinnigs te zeggen over het onderwerp. Blijkens het verslag gaat hij helemaal op de theologische toer en verzuimt hij (dus…) de Schrift te laten spreken. Veertig (voor een deel) aankomende predikanten werden wederom opgezadeld met niet wezenlijk ter zake doende kennis, om de mythe van de hel vooral toch maar in stand te houden. Een mythe (lees: een lering van demonen!) dat het Evangelie van “de levende God die een Redder van alle mensen is”, fataal ondermijnt. Het tegengeluid dat op het congres te horen was, was weer zo ‘heerlijk’ theologisch vaag (“onwerkelijke werkelijkheid”…), waardoor de congresgangers vermoedelijk weer met lege handen naar huis konden gaan.
Ze hadden, als je ’t mij vraagt, heel wat beter het nieuwste boekje van Martin Zender kunnen kopen…