welke overheden in Romeinen 13?
17-11-2016 - Geplaatst door Andre PietAl meerdere malen kwam ik in aanraking* met de eigenaardige opvatting dat Romeinen 13 niet zou spreken over burgerlijke autoriteiten maar over het gezag van de apostelen in de dagen van het boek Handelingen. De argumenten kort op een rijtje:
- autoriteiten hoeven niet perse burgerlijke autoriteiten te zijn;
- als elke burgerlijke overheid door God zou zijn aangesteld, dan zou dat betekenen dat verzet tegen een tirannieke overheid nooit gerechtvaardigd zou zijn;
- Paulus schrijft dat wie goed handelt niet bevreesd hoeft te zijn voor de autoriteiten. Als dit op burgerlijke autoriteiten betrekking zou hebben, zou dit niet opgaan, aangezien vele overheden juist de goeden verdrukken;
- het zwaard dat aan de autoriteiten is toevertrouwd, gaat over de volmacht die de apostelen hadden om uit te sluiten, te oordelen en zelfs te doden, zoals in het geval van Ananias en Safira;
- de belastingen waar Paulus over verwijst naar de inzamelingen die de apostelen hebben gehouden.
De eerste drie argumenten zijn negatief. Het zijn tegen-argumenten. Geen van de vijf redenen noemt één positieve grond waarom de autoriteiten in Romeinen 13 zouden slaan op de apostelen. Laat ik op mijn beurt dan een paar redenen noemen waarom Paulus wel degelijk spreekt over de wereldlijke autoriteiten.
- Paulus zegt dat “elke ziel” ondergeschikt zou worden aan de superieure autoriteiten (13:1). “Elke ziel”, niet slechts de gelovigen.
- Romeinen 13 wordt vooraf gegaan door hfst. 12 waarin Paulus aan het slot betoogde dat gelovigen zichzelf niet zouden wreken maar plaats zouden laten voor de toorn (:19). Daarop aansluitend brengt hij in Rom.13 ter sprake dat God in deze wereld een instantie verordend heeft dat namens Hem wraak oefent en daartoe ook een zwaard draagt, d.w.z. een instrument om het (doods-)vonnis uit te voeren. Gelovigen zouden zichzelf niet wreken waaruit volgt dat de instantie die God wél ingesteld heeft om te wreken buiten de sfeer van de gelovigen ligt.
- De wereldlijke autoriteiten heffen belasting. Het woord dat Paulus drie keer gebruikt in Romeinen 13:6,7 komt nog twee keer voor in het NT en beide keren (Luc.20:22; 23:2) gaat het over de de belasting aan de keizer. Het is bizar om de vrijwillige (!) inzamelingen die de apostelen hebben georganiseerd ‘belastingen’ te noemen.
En wat de tegenargumenten (2 en 3) betreft dat Romeinen 13 geen betrekking zou kunnen hebben op de wereldlijke autoriteiten:
- Paulus schreef zijn brief in de tijd dat keizer Nero regeerde. Eén van de meest wrede heersers ooit! Nooit roept Paulus op tot verzet tegen dit gezag. Wanneer een overheid ons dingen vraagt te doen die niet in overeenstemming zijn met Gods woord, dan hebben we te weigeren gehoorzaam te zijn (Hand.5:29). Maar ook in dat geval blijft de overheid onze superieur waaraan we ons onderschikken;
- Het goed doen waar Paulus over spreekt (12:2) is het zich aan de autoriteiten onderschikken. Zoals het kwaad doen synoniem is aan de autoriteiten weerstaan (12;2). Iedere overheid is gebaat bij onderschikkende zielen. Wie zich tegen de overheden verzet, zal daarom hun oordeel treffen.
Niets wijst in Romeinen 13 er op dat Paulus met de autoriteiten zou doelen op zichzelf en zijn collega-apostelen. Het is een geforceerde visie, zonder één enkele interne aanwijzing. In dat geval zou Paulus trouwens ook over de autoriteiten gesproken hebben in de eerste persoon: als ‘wij’ en ‘ons’. Met de autoriteiten waar elke ziel op aarde zich onder gesteld weet, doelt Paulus onmiskenbaar op de wereldlijke overheden. Slechts één houding past ons t.o.v. hen, nl. onderschikking. Zoals Paulus ook elders onderwijst (Tit.3:1; 1Tim.2:1-2).
* zoals hier (ned.) en hier en hier (eng.) verdedigd.