opgewekt in heerlijkheid
15-11-2014 - Geplaatst door Andre PietIn 1Korinthe 15 vanaf vers 35 beschrijft Paulus met wat voor lichaam de doden zullen worden opgewekt. Hij doet dat aan de hand van contrasten. Er wordt in vergankelijkheid gezaaid (= begraven) maar er wordt opgewekt in onvergankelijkheid. Zo karakteristiek als vergankelijkheid is in deze oude schepping, zo karakteristiek is onvergankelijkheid voor de nieuw schepping. De nieuwe schepping is daarmee ook definitief en blijvend.
Het tweede contrast met ons huidige lichaam is, dat dit lichaam in oneer (ontluistering) gezaaid wordt, terwijl het opgewekt zal worden in heerlijkheid. De ontluistering van ons lichaam dient zich vroeg of laat bij ons aan. Het is een gegeven dat velen slechts met moeite kunnen erkennen. Lichaamsfuncties worden minder of verdwijnen zelfs. Hoe ouder we worden hoe meer we ons moeten behelpen met hulpmiddelen en prothesen. Prediker 12 beschrijft dat proces treffend in beeldende taal.
Het lichaam van de opstanding is precies het tegenovergestelde. Zoals ontluistering ons huidige lichamelijke bestaan typeert, zo wordt het opstandingslichaam getypeerd door heerlijkheid. Dat is meer dan alleen, dat er geen ontluistering meer zal zijn. In de voorgaande verzen schreef Paulus over hemelse lichamen en aardse lichamen. Hemelse lichamen, d.w.z. hemellichamen zoals de zon, maan en sterren hebben allen verschillende heerlijkheid (15:40,41). Heerlijkheid betekent hier: licht(glans). Heerlijkheid en licht zijn dikwijls synonieme begrippen in de Schrift. Zo is er sprake van “de heerlijkheid van het aangezicht van Mozes” (2Kor.3:7), daarbij doelend op zijn gelaat dat straalde. Het hemelse Jeruzalem in Openb.21 heeft de zon niet van node, omdat de heerlijkheid van God haar verlicht (21:23).
Het verschil in heerlijkheid tussen de hemellichamen dient als vergelijking met het opstandingslichaam. Paulus schrijft: “Zo is het ook met de opstanding der doden” (1Kor.15:42). Zoals de zon, maan en sterren verschillende heerlijkheid hebben, zo hebben de lichamen in de opstanding ook verschillende heerlijkheid. Nemen we deze vergelijking letterlijk, dan betekent dit dat het opstandingslichaam bekleed is met licht. Er zullen kennelijk gradaties in lichtglans zijn, maar het lichaam zal letterlijk stralen.
Op de berg van de verheerlijking zagen de discipelen in een gezicht (Mat.17:9) het lichaam van Jezus van gedaante veranderen (Mat.17:2). Het Grieks gebruikt daarvoor het woord ‘metamorfose’. Jezus’ gelaat begon te stralen gelijk de zon en zijn klederen werden wit als het licht. Dat is niet metaforisch maar letterlijk. Als Christus later vanuit de hemel aan Saulus op de weg naar Damascus verschijnt, verscheen Hij in “licht, schitterender dan de glans der zon” (Hand.26:13). Dat licht was zo fel, dat Saulus drie dagen lang verblind was. En Johannes zag op Patmos iets soortgelijks (Openb.1:16). In de opstanding zal ons vernederd lichaam gelijkvormig gemaakt worden aan “het lichaam van de heerlijkheid” van Christus (Filp.3:21). Dus ook letterlijk stralend en lichtgevend. Om zo ook met Hem te “verschijnen in heerlijkheid” (Kol.3:4).
Het lichaam van de opstanding zal bekleed zijn als met licht (vergl. Mat.17:2). Misschien dat Adam en Eva ook een dergelijke bekleding van licht in de hof hebben gekend. Toen zij van de verboden vrucht hadden gegeten, merkten ze ineens op dat ze naakt waren. Ze zondigden en derfden daardoor de heerlijkheid van God (Rom.3:23). Verdween vanaf dat moment de luister waarmee ze waren bekleed, zodat ze zich genoodzaakt zagen zich te hullen in vijgebladeren? Hoe dat ook zij, het lichaam van de opstanding zal bekleed zijn op een wijze waarvan we ons op dit moment nauwelijks een voorstelling kunnen maken. Opgewekt in heerlijkheid! Stralend en lichtgevend!
Reageer op Facebook