Leven Uit Genade
13-08-2015 - Geplaatst door Andre Pietsamenvatting van samenkomst gehouden op 25 maart 2007 in Zoetermeer.
Eén van de grote motto’s van de Reformatie luidt: Sola Gratia (= alleen genade)! Maar wat is genade?
Het Hebreeuwse woord voor genade is ‘chen’. Ons woord ‘gein’ is daarvan afgeleid.Het Griekse woord voor genade is ‘charis’ en dat is afgeleid van ‘chairo’, hetgeen ‘vreugde’ betekent.
Puur vanuit de afleiding van het woord betekent genade: dat wat blij maakt of vreugde geeft.
Genade maakt blij. Maar hoezo? Wat is vanuit Bijbels oogpunt karakteristiek voor genade?
Genade staat voor: ‘om niet’ of ‘gratis’.
23 Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, 24 en worden OM NIET gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.
-Romeinen 3-
3 Want wat zegt het schriftwoord? Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. 4 Nu wordt hem die werkt, het loon niet toegerekend uit genade, maar krachtens verplichting. 5 Hem echter, die NIET WERKT, maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid…
-Romeinen 4-
6 Indien het nu door genade is, dan is het niet meer uit werken; anders is de genade geen genade meer.
– Romeinen 11-
Het woord Evangelie (=goed bericht) is in de Schrift dikwijls synoniem voor ‘de genade Gods’. Zo bijvoorbeeld in Kolosse 1:6. Daarom spreekt Paulus in Handelingen 20 ook van “het Evangelie van de genade Gods”. Het Evangelie is Evangelie omdat alles afhangt van God en niets van de mens. Het is zwart of wit. Een beetje gratis is even onmogelijk als een beetje zwanger. God is de Redder van alle mensen OM NIET. Van de Kolossers lezen we dat ze “de genade Gods in waarheid hadden leren kennen”. Het louter bezigen van termen als genade is geen garantie dat het ook “in waarheid” om genade gaat.
Kolosse 1:6; Handlingen 20:24
In de wereld is ‘gratis’ een schaars begrip. ‘Voor niets gaat de zon op’, wordt gezegd. Dat is ook zo: de zon die de duisternis verdrijft en licht en leven brengt, staat model voor de genade van God. Hij laat de zon opgaan over bozen en goeden. Maar in de wereld is gratis verdacht. Waar in advertenties geschermd wordt met ‘gratis’, daar blijkt in de kleine lettertjes gewoonlijk wel degelijk sprake te zijn van een prijskaartje. In een christelijke setting is het al niet anders. Men zegt dat Gods liefde onvoorwaardelijk is, maar tegelijkertijd dreigt men met de een eindeloze hel als men zich niet bekeert. Of men predikt ‘genade alleen’ maar tegelijkertijd moet je wel…
Is het verwonderlijk dat de wereld zich afkeert van zulke hypocrisie?
Matteüs 5:45
De genade Gods die garant staat voor de redding van alle mensen, is dezelfde genade die hen die (dit) geloven ook opvoedt. Zij zullen ondervinden dat de universele genade van God, hen traint en richting en inhoud geeft aan hun leven. Het geeft een overweldigend Godsbesef, zodat het vanzelfsprekend leidt tot een leven waarin Hij geëerd wordt. Waar het licht schijnt verdwijnt de duisternis. Het negatieve (goddeloosheid en wereldse begeerten) zal als vanzelfs genegeerd (verzaakt) worden.
Titus 2:11,12
Het woord voor ‘genade’ in het Grieks (charis), is direct verwant aan het woord voor ‘dankzegging’ (eu-charistia). Waar men ‘om niet’ ontvangt, daar klinkt logischerwijs ‘dank u wel’. In vele talen zien we deze connectie van ‘genade’ en ‘dankzegging’. Fransen zeggen ‘merci’ en dat is direct verwant aan het Engelse ‘mercy’ (= ontferming, genade). Spanjaarden zeggen ‘gracias’ en de Italianen ‘grazie’ en we herkennen onmiddelijk het Engelse ‘grace’ (=genade) daarin.
De overgang tussen het getob van Romeinen 7 (“wat ik niet wil, dat doe ik”; “ik ellendig mens, wie zal mij verlossen?”) en de vreugde van Romeinen 8 (‘de gezindheid van de Geest is leven en vrede”) wordt gemarkeerd door Romeinen 7:25: “Gode zij dank….!” Letterlijk staat hier het woord ‘charis’ d.w.z. genade. In Romeinen 8 is het onvermogen van de mens een gepasseerd station. Niet omdat dit inmiddels niet meer waar zou zijn (integendeel!), maar omdat het geen issue meer is. Het is een uitgangspunt geworden. Als vervolg daarop gaat het in Romeinen 8 over het vermogen van God! Wat Hij gedaan heeft, doet en zal doen. Dát maakt blij!
Pogen en proberen zijn typerende termen voor wat de Bijbel onder ‘werken’ verstaat. Het falen zit al in de woorden ingebakken. Wie zegt ‘ik heb het geprobeerd’, heeft gefaald. God probeert nooit iets, Hij doet het gewoon. Heel veel prediking in kerken en kringen is gericht om mensen beter hun best te laten doen. “Weest heilig, want Ik ben heilig…”, wordt daar gepredikt. En aangezien de mens slechts de buitenkant heiliger (of wat daar voor door gaat!) kan maken, is hij dus per definitie bezig schijn-heilig te wezen. En daarmee is hij nog verder van huis dan de doorsnee ongelovige, want die doet zich ten minste niet beter voor dan hij of zij werkelijk is.
De Schrift zegt niet “weest heilig, want Ik ben heilig…”, maar “gij ZULT heilig zijn, want Ik ben heilig…”. Het is een belofte!.
1Petrus 1:16 – de weergave in de gebruikelijke vertalingen is fundamenteel fout. Israëls fout destijds, was dat ze niet uitging van geloof (in de belofte Gods) maar van werken (Rom.9:31,32)
zie ook: 1Korinthe 1:29-31; Efeze 5:26; Hebreeën 2:11
Heel de bedoeling van ons leven wordt samengevat in Efeze 1:6:
… opdat wij zouden zijn “tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade!”