Judas een verrader? (2)
12-03-2014 - Geplaatst door Andre PietIn de vorige blog betoogde ik dat Judas in bijbelvertalingen vele keren ten onrechte van verraad wordt beticht terwijl in het origineel sprake is van overgeven of overleveren. Dat neemt echter niet weg dat Judas inderdaad één keer een verrader wordt genoemd. In Lucas 6:16 lezen we:
en Judas Iskariot, die de verrader geworden is.
Hier is geen sprake van ‘overleveren’ maar wordt het Griekse woord prodotes gebruikt, dat inderdaad verrader betekent (zie ook Hand.7:52 en 2Tim.3:4). Een verrader is iemand die een geheim verklapt. Waaruit bestond Judas’ verraad? Wist Judas dingen die hij niet mocht doorvertellen? Deze vraag voert ons naar Caesarea Filippi, waar Petrus de bekende woorden uitsprak:
U bent de Christus, de Zoon van de levende God!
-Matteus 16:16-
Deze verklaring was Petrus, aldus Jezus, niet door “vlees en bloed” maar rechtstreeks door de Vader geopenbaard (:17). En een paar verzen later (:20) :
Toen verbood Hij (=Jezus) met nadruk zijn discipelen aan iemand te zeggen: Hij is de Christus.
Niet eerder dan na zijn opstanding mocht publiek worden bekend gemaakt dat Jezus de Christus is (zie ook Mat.12:16; 17:9, Joh.10:24, Hand.2:36). Tot die tijd waren slechts de discipelen van Jezus’ claim in dezen, op de hoogte. Onder embargo.
Nu gaan we van Caesarea Filippi naar Jeruzalem waar in de nacht van de 14-de Nisan in de Joodse Raad de zaak-Jezus diende. Het proces dreigde vast te lopen vanwege elkaar tegensprekende getuigenverklaringen. Maar dan is het de hogepriester die het geding een wending geeft en hoog inzet.
Ik bezweer U bij de levende God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God.
-Matteus 26:63-
De hogepriester heeft deze troef achter de hand gehouden. Jezus die tot dusver had gezwegen, was nu vanwege de eedzwering verplicht te antwoorden. Maar de vraag dringt zich op: hoe kwam de hogepriester aan deze informatie? Herinnert de formulering niet direct aan Petrus’ verklaring in Caesarea Filippi en die door Jezus was bevestigd? Dat was een geheim gesprek geweest en mocht nadrukkelijk met niemand worden gedeeld. Maar als de hogepriester niettemin van deze verklaring op de hoogte blijkt te zijn, dan betekent dat één van de twaalf uit de school moet hebben geklapt. Hier komt uiteraard Judas in beeld. Judas heeft contact opgenomen met de hogepriesters (Mat.26:14). Zij waren blij waren met Judas’ informatie en medewerking (Mar.14:11) omdat ze nu hun kans schoon zagen om Jezus op korte termijn te arresteren en te veroordelen.
In een volgende blog aandacht voor Judas’ motief om Jezus te verraden en over te leveren. Wilde Judas evenals de Joodse leiders dat Jezus gekruisigd zou worden? Of misschien juist niet?
Reageer op Facebook.