GoedBericht.nl logo
English Blog

wie is de bruid?

29-08-2012 - Geplaatst door Andre Piet

Van een bezoeker van GoedBericht.nl ontving ik onderstaande email:

Onlangs heb ik een Bijbelstudie beluisterd van broeder Dato Steenhuis. Hierin beweert hij dat Christus de bruidegom van de Gemeente is, maar niet de Bruidegom van Israël. Men baseert dit op de volgende stellingen:

Johannes de doper is de ‘vriend van de bruidegom’ (Joh. 3:29). Als Israël de bruid van het Lam zou zijn, dan zou Johannes toch zelf ook bij de bruid horen?

Want is het niet juist de taak van de vriend van de bruidegom om allerlei voorbereidingen voor de bruiloft te treffen. Zo is ook Johannes de Doper als vriend van de Bruidegom de wegbereider voor Christus en Zijn Bruid, om zo de Bruid tot de Bruidegom te leiden. Dan is dit toch niet logisch als Johannes zelf bij die Bruid behoort?

Nog een punt van overdenking is het feit dat Christus als Koning voor Israël komt. Dit rijmt dan toch niet met dat Israël de Bruid van het Lam zou zijn?

Het is voor mij erg moeilijk te beredeneren wat hier nu bedoeld wordt. De gemeente is het lichaam van Christus, maar gezien bovenstaand kan het ook de bruid zijn.

Op uw site las ik dat Christus de Bruidegom van Israël is, maar gezien het bovenstaande zou dit niet logisch zijn. Wellicht wilt u mij hierover eens iets meer vertellen?

(…)

Een boeiende vraag. Dat Israël (en meer specifiek Jeruzalem) als bruid wordt geschilderd door de profeten, lijkt me evident. Jesaja 62:5 spreekt daarover maar het duidelijkst en meest uitgebreid vinden we dit gegeven terug bij de profeet Hosea.

14 Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart. 15 Ik zal haar aldaar haar wijngaarden geven, en het dal Achor maken tot een deur der hoop. Dan zal zij daar zingen als in de dagen van haar jeugd, als ten dage toen zij trok uit Egypte. 16 En het zal te dien dage geschieden, luidt het woord des HEREN, dat gij Mij noemen zult: mijn man, en niet meer: mijn Baal. 17 Ja, Ik zal de namen der Baals verwijderen uit haar mond; hun naam zal niet meer genoemd worden. 18 Te dien dage zal Ik voor hen een verbond sluiten met het gedierte des velds, het gevogelte des hemels en het kruipend gedierte der aarde. Dan zal Ik boog en zwaard en oorlogstuig in het land verbreken, en hen veilig doen wonen. 19 Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig: Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming; 20 Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de HERE kennen. 21 Het zal te dien dage geschieden, dat Ik verhoren zal, luidt het woord des HEREN: Ik zal de hemel verhoren, en die zal de aarde verhoren…
Hoofdstuk 2:14-21 

de bruid = Israël
Het kan niet missen: hier wordt gesproken over Israël waarmee JAHWEH een nieuw (huwelijks-)verbond zal sluiten. Vanuit de woestijn zal het volk wederom optrekken naar het beloofde land en via het dal van Achor daar binnentrekken (zie ook Micha 2:12,13). Het Nieuwe Testament verandert niets aan dit perspectief en we hebben daarom ook niet de minste reden om aan te nemen dat Johannes in het boek Openbaring een andere bruid voor ogen zou hebben dan de profeten. Sterker, “de bruid van het Lam” heet nog steeds expliciet Jeruzalem (21:2, 9, 10, zie ook 19:7,8).

Hoofd en Lichaam
In de brieven van Nieuwe Testament komt de term bruid of bruiloft niet één keer voor. In de brieven van de apostel Paulus wordt de ekklesia voornamelijk beschreven als “het lichaam van Christus”. Een onafscheidelijke eenheid tussen Hoofd en lichaam. Efeze 5:31,32  spreekt van de ekklesia die “één vlees” is met Christus. Terwijl voor een bruid de gemeenschap nog toekomstmuziek is (of: geacht wordt te zijn), beleeft de ekklesia, als lichaam van Christus, die nu al. Dit in tegenstelling tot Israël dat tot op heden haar Messias nog niet gevonden heeft. Het boek Hooglied spreekt profetisch en poëtisch van de ervaringen van deze zoekende bruid. Hoe dat ook zij, het beeld van een bruid past niet bij de ekklesia die “het lichaam van Christus” is.

de vriend van de bruidegom
En dan het argument dat Johannes “de vriend van de bruidegom” genoemd wordt (Joh.3:29). Het argument gaat als volgt: Johannes was als Israeliet een vriend van de bruidegom en dus kan Israël niet de bruid zijn. Het is nogal kort door de bocht geredeneerd, nog afgezien van het feit dat met zo’n conclusie Hosea’s profetie van tafel wordt geveegd. Maar er is nog iets. Lucas 16:16 zegt: “De wet en de profeten gaan tot Johannes….”. Johannes de Doper is de ‘hekkensluiter’ van de profeten van het oude verbond.  Elders zegt Jezus van hem:

Voorwaar, Ik zeg u, onder hen, die uit vrouwen geboren zijn, is er niemand opgestaan, groter dan Johannes de Doper, maar de kleinste in het Koninkrijk der hemelen is groter dan hij.
Mat.11:11

Hoe groot Johannes ook was, hij is de laatste vertegenwoordiger van het oude verbond. En aangezien het begrip ‘bruid’ betrekking heeft op het Israël waarmee een nieuw (huwelijks-)verbond gesloten zal worden, hoort Johannes daar dus niet bij. Hij stond in een intieme betrekking tot de Bruidegom, maar als vriend. Niet als bruid.

Israëls Koning en Bruidegom
En dan het argument dat Christus de Koning van Israël is en daarom niet haar Bruidegom kan zijn. Ook dat is een onzuivere redenering. Men moet sowieso oppassen om beelden door elkaar te gebruiken en tegen elkaar uit te spelen. Men mag evenmin redeneren: Christus is Israëls Rots en aangezien je met een rots niet kunt trouwen, is Hij dus niet de Bruidegom… Ieder voelt wel hoe krom zo’n conclusie is.
In dit geval zie ik trouwens niet eens een tegenstrijdigheid tussen Bruidegom en Koning. Integendeel. Want wanneer Israël trouwt met de Koning dan wordt zij daarmee automatisch bevorderd tot koningin. En komt deze status niet perfect overeen met de rol die zij als natie temidden van de volkenwereld straks zal vervullen?

Kort en goed:
terwijl Israël nog in afwachting is van de Messias vervult zij haar profetische rol als bruid. De profeten zijn daar duidelijk over en het Nieuwe Testament bevestigt dit nadrukkelijk. Ondertussen wordt in de tegenwoordige tijd een volk verzameld dat nu reeds “één vlees” is met Christus: “de ekklesia die zijn lichaam is” (Ef.1:22,23). En zoals de bruid een volk representeert, zo geldt dit ook voor de Bruidegom: Hoofd en Lichaam. En daarom zien ook wij als gelovigen in de tegenwoordige tijd uit naar de aanstaande bruiloft… “op de derde dag” (Joh.2:1)
Niet als Bruid maar als leden van het Lichaam van de Bruidegom!

Reageer op Facebook

Delen: