GoedBericht.nl logo
English Blog

welk geloof telt voor God?

22-08-2018 - Geplaatst door Andre Piet

In Romeinen 4 geeft Paulus een uitgebreide toelichting op het Schriftwoord in Genesis 15:6. In Genesis 15 lezen we dat Abram vaststelde dat hij en zijn vrouw Sara na tientallen jaren huwelijk nog steeds kinderloos waren. Inmiddels waren zij op leeftijd gekomen en (naar de mens gesproken) was alle hoop op nageslacht verkeken. En dan is het God die hem in de nacht naar buiten roept en op doet zien naar de sterrenhemel. Zó (ontelbaar) zou zijn zaad zijn, verzekert God hem. En dan lezen we de woorden:

En Abram geloofde in JAHWEH en Hij rekende het tot rechtvaardigheid.

Abrams geloof een voorwaarde?

Aan Abraham werd niets gevraagd. Er werd geen voorwaarde gesteld. De belofte werd aan Abram gegeven, zonder enige tegenprestatie. Zou Abram deze belofte niet hebben geloofd, dan zou dat niets veranderen aan Gods verplichting om zijn woord aan Abram na te komen. Belofte maakt immers schuld. Het is om die reden dat Paulus betoogt in Romeinen 4:

5 Maar hem die niet werkt maar geloof vestigt op Hem die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.

Niet ieder willekeurig geloof rekent God tot rechtvaardigheid. Welk geloof telt voor Hem? Het staat er bij: hem die zijn geloof vestigt op Hem die de goddeloze rechtvaardigt, die wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid. Negatief geformuleerd: wie ontkent dat God de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof niet gerekend tot rechtvaardigheid.

God rechtvaardigt de goddeloze – hoezo?

Wat betekent dat: “Hem die de goddeloze rechtvaardigt”? In de voorgaande hoofdstukken had Paulus aangetoond dat alle mensen zondaren zijn. Niemand uitgezonderd. Romeinen 3:

11 Er is niemand die begrip heeft. Er is niemand die de God zoekt. 12 Allen weken af en werden tegelijk onbruikbaar. Er is niemand die goedgunstigheid doet, zelfs niet één.

Met andere woorden: voor “de goddeloze” kan ieder mensenkind worden ingevuld. Niemand uitgezonderd. Luister naar Paulus in Romeinen 3:

23 Want allen zondigden, en hebben tekort van de heerlijkheid van God 24 en worden om niet gerechtvaardigd, in de genade van Hem, door de verlossing die in Christus Jezus is…

Allen zondigden. Allen komen te kort van Gods heerlijkheid. En allen worden gerechtvaardigd. Om niet en in genade. Dat is wat hier staat geschreven! God rechtvaardigt dus daadwerkelijk de goddeloze. Want niemand uitgezonderd!

alle mensen!

In Romeinen 5 vervolgt Paulus zijn betoog en laat hij zien dat de positie van iedere sterveling vastligt in ons aller stamvader Adam. Een mens is veroordeeld om zondaar en sterveling te zijn omdat hij een Adamiet is. Dat is geen keuze die aan de mens wordt voorgehouden. Het is een gegeven dat reeds bij de geboorte vastligt. En dan trekt Paulus ten slotte zijn conclusie in Romeinen 5:18. In telegramstijl. Het vers bevat in het Grieks niet eens een werkwoord. Het lijkt op een wiskundige vergelijking.

Zo dan, ZOALS door één misstap
voor alle mensen
tot veroordeling [was],
ZO OOK door één rechtsuiting
voor alle mensen
tot rechtvaardiging van leven.

Door één misstap van Adam zijn alle mensen veroordeeld tot zonde en dood. Welnu zegt Paulus, zo is er ook, door één rechtsuiting, d.w.z. één daad van gehoorzaamheid (:19) voor alle mensen rechtvaardiging (en leven; 1Kor.15:22). De veroordeling door de ene misstap is niet optioneel. Aan geen enkel mens wordt gevraagd of hij er voor kiest om zondaar of sterveling te worden. Nee, het is een onontkoombaar feit. Voor alle mensen. Welnu, zou de ene daad van gehoorzaamheid van Jezus Christus daarvan onder doen? Dus wel daadwerkelijke veroordeling van alle mensen maar geen daadwerkelijke rechtvaardiging voor alle mensen? In dat geval echter gaat de vergelijking in Romeinen 5:18 geheel mank. Dan is het daadwerkelijk effect van Adam misstap veel groter dan dat van Christus’ gehoorzaamheid. Terwijl Paulus nu juist in dit gedeelte betoogt dat de genade in Christus “veel meer” (:15,17) is dan de misstap van Adam.

aanbod of mededeling?

Het gaat er nu niet om hoe of wanneer alle mensen rechtvaardiging van leven ontvangen. Dat bepreekt Paulus in o.a. 1Korinthe 15:22-28. Het gaat hier om het feit dat God de goddeloze oftewel alle mensen rechtvaardigt. De waarheid van het Evangelie is, dat zo onvermijdelijk als zonde en dood zijn voor ieder mensenkind, zó onvermijdelijk zijn ook rechtvaardiging en leven. Dat is geen aanbod of keuze. Het is een mededeling. Een goed bericht! Zonder dat de mens er ook maar iets aan kan toedoen of afdoen. God rechtvaardigt de goddeloze! En dát geloof rekent God tot rechtvaardigheid.

Delen: