waarom de één wel en de ander niet?
20-12-2013 - Geplaatst door Andre Piet“Geloof is een gave Gods”, schrijft Paulus in Efeze 2:8. Vandaar dat de Schrift altijd weer geloof tegenover werken plaatst. Het is GOD die ons doet geloven door het horen van het Woord. Geloof is immers uit het horen van zijn Woord (Rom.10:17). Toch moeten we vaststellen dat de één wordt overtuigd en de ander niet. Nou ja, nog niet. Want uiteindelijk ontkomt niemand en zullen allen ‘er aan geloven’. Want elke knie zal buigen en elke tong zal tot eer van God belijden dat Jezus Heer is (Filp.2:10,11). Maar de vraag blijft: waarom nu de één wel en de ander niet? Daarover hoeven we niet te filosoferen of te theologiseren, want de Schrift zelf geeft antwoord. Als in Handelingen 13 het Woord tot de natiën komt, lezen we:
…. en allen, die bestemd waren ten eeuw-ige leven, geloofden.
-Hand.13:48-
GOD bestemt voor. En degenen die Hij tevoren bestemt, die roept Hij ook (Rom.8:29). In Romeinen 9:11 schrijft Paulus over Jakob en Ezau:
… toen de kinderen nog niet geboren waren en goed noch kwaad hadden gedaan (opdat het verkiezend voornemen Gods zou blijven, niet op grond van werken…
GOD kiest tevoren uit naar zijn voornemen. Ver voor onze geboorte. Efeze 1:4 en 5 spreekt zelfs van “voor de nederwerping der wereld”. Het is daarom ook GOD die ogen en oren opent. Uiteraard op zijn tijd.
Het oor dat hoort en het oog dat ziet, de HERE heeft beide gemaakt.
-Spreuken 20:12-
De andere kant van de medaille is dat GOD ook degene is, die ogen en oren gesloten houdt. Ook dat zegt de Schrift expliciet. Zo was het niet de bedoeling dat Israël bij het begin van onze jaartelling, als geheel tot bekering zou komen, en daarom hield GOD hun ogen en oren gesloten, lezen we keer op keer (Jes.6:10; Mat.13:14,15; Hand.28:25-27). Johannes zegt: “dáárom konden zij niet geloven” (Joh.12:39). Zoals we dat eveneens van Israël in de tegenwoordige tijd lezen:
GOD gaf hun een geest van diepe slaap, ogen om niet te zien en oren om niet te horen, tot de dag van heden.
-Rom.11:8- (een citaat uit Deut.29:4)
GOD maakt ziende maar óók blind, werd tegen Mozes gezegd (Ex.4:11). En Hij verhardt wie Hij wil, verklaart Paulus (Rom.9:18). Waar het op neerkomt, is dat GOD de regie van alles in handen heeft! Van geloof én ongeloof. Wie mag zien en verstaan, beroeme zich niet boven degene aan wie dat niet gegeven is. Om met Paulus te spreken:
Het hangt dus niet daarvan af, of iemand wil, dan wel of iemand rent, maar van GOD, die Zich ontfermt.
-Romeinen 9:16-
En aangezien GOD zich uiteindelijk over allen ontfermt, is de goede afloop verzekerd. Voor niemand uitgezonderd!
Want GOD heeft allen onder ongehoorzaamheid besloten, om Zich over allen te ontfermen.
-Romeinen 11:32-
Reageer op Facebook