transparantie, geen interpretatie
10-09-2001 - Geplaatst door Andre PietDit artikel heb ik (AP) geschreven op verzoek van het Nederlands Bijbelgenootschap en stond afgedrukt in het september-nummer (2001) van Met Andere Woorden.
Een introductie
Vijf en zeventig jaar geleden verscheen in Amerika het Concordant Literal New Testament. Misschien hebt u nog nooit van deze vertaling gehoord. In dat geval kunt u in dit artikel met de principes van dit – in vele opzichten – unieke project kennismaken.
De man achter de Concordant Version was Adolph Ernst Knoch. Overtuigd van de inspiratie van de “heilige Schriften” vond hij dat de bestaande vertaalmethoden te veel ruimte boden aan de interpretaties van de vertalers. Knoch meende dat het mogelijk moest zijn om een veel transparantere Bijbelvertaling te presenteren. Een Bijbelvertaling die niet zo zeer mooi en literair verantwoord is, maar die maximaal laat zien wat “er staat geschreven” in de grondtekst. Waarin eigen gedachten van vertalers zo veel mogelijk uitgesloten zijn. Een Bijbelvertaling dus die de lezer maximaal confronteert met de feiten van de grondtekst en minimaal met de meningen van de vertaler.
concordante vertaalmethode
‘Concordant’ wil zeggen ‘eensluidend’, ‘overeenstemmend’. Een concordante vertaling beoogt een één-op-één vertaling te zijn. Eén woord in de grondtekst met één vertaalwoord weergeven. Het uitgangspunt bij concordant vertalen is dan ook : concordant waar mogelijk, maar altijd consistent. De woordenschat van de grondtekst moet zoveel mogelijk in de vertaling intact blijven.
Woorden ontlenen hun betekenis aan de wijze waarop ze worden gebruikt. Wanneer men een bepaald woord in de Bijbel wil leren kennen, dient men een concordantie op de grondtekst te raadplegen, om vervolgens na te gaan waar en hoe het betreffende woord wordt gebruikt. Het probleem is echter dat de concordantie op de grondtekst meestal de discordantie van de Bijbelvertaling aan het licht brengt. Iedereen die vertrouwd is met het bestuderen van de Bijbel kent dat verschijnsel. Om een willekeurig voorbeeld (of een voorbeeld van willekeur?) te geven: het Griekse woord MUTHOS (vergelijk ons woord ‘mythe’) komt vijf keer in het Nieuwe Testament voor. Drie keer wordt het in de NBG-vertaling weergegeven met ‘verdichtsel’, één keer met ‘fabel’ en één keer met ‘(oudevrouwen-)praat’. Dat is dus discordant, in tegenstelling overigens tot de Statenvertaling, die vijf keer van ‘fabelen’ spreekt.
Niet alleen wordt één woord uit de grondtekst met verschillende vertaalwoorden weergegeven, maar die vertaalwoorden kunnen op hun beurt weer de weergave zijn van verschillende woorden uit de grondtekst. Zo wordt bijvoorbeeld het woord AION onder meer met ‘eeuwigheid’ en ‘wereld’ vertaald. Discordant dus. Maar het woord ‘wereld’ dient niet slechts als vertaalwoord van AION maar ook van KOSMOS. Zo ontstaat er een wirwar van vertaalwoorden die het onderzoek naar Bijbelwoorden buitengewoon lastig maakt.
Nog een voorbeeld: het Griekse woord METANO’EO wordt afwisselend vertaald met ‘berouw hebben’ en bekeren’. Niet concordant dus. Maar ‘bekeren’ kan ook de weergave zijn van het Griekse woord EPI’STREPHO. Het laat zich raden dat wanneer bij gelegenheid beide Griekse woorden in één zin worden gebruikt, zoals dat bijvoorbeeld in Handelingen 3:19 het geval is, dit wel tot geforceerde constructies moet leiden.
Een concordante vertaalmethode onderkent het hierboven beschreven probleem. Zij neemt daarom haar uitgangspunt in de woordenschat van de grondtekst. Dat levert niet altijd tekst op dat het gehoor streelt. Maar het brengt wel veel meer de waarheid van de oorspronkelijke Schriften aan het licht. Is dat niet van véél groter waarde? De methodiek van de Concordant Version opent de ogen voor veel zaken die in de gebruikelijke discordante vertalingen onder een bedekking blijven liggen.
eeuwigheid of aeoon?
Een ingrijpende verrassing levert de concordante vertaling van het reeds eerder genoemde Griekse woord AION op. Dit woord wordt in de NBG-vertaling weergegeven met ‘wereld’, met ‘eeuw’, maar meestal met ‘eeuwigheid’. Het gaat er nu niet om hoe AION concordant het beste kan worden weergeven. Maar wel wat het resultaat zou zijn als dit woord concordant zou worden weergegeven. Een consequente weergave van een ronduit slecht vertaalwoord als ‘eeuwigheid’ kan dan al heel ‘ontdekkend’ zijn! In dat geval zouden we lezen over “het einde van de eeuwigheid” (Matteüs 28:20), maar ook over “vóór de eeuwigheden” (1Korinthe 2:7), “de voorbije eeuwigheden” en over “de voleinding van de eeuwigheden” (Hebreeën 9:26). Het idee van eindeloosheid dat het woord eeuwigheid in zich draagt, zou door de keuze van een concordante weergave vanzelf worden gecorrigeerd.
In Lucas 1:33 (NBG) wordt gezegd dat Christus zal heersen “tot in eeuwigheid”. Paulus daarentegen stelt in 1Korinthe 15:25 dat Christus’ heerschappij uitdrukkelijk een “totdat” heeft. Hoe kan dat? Wel, in een concordante vertaling bestaat deze tegenstrijdigheid niet. Want deze leest in Lucas 1:33 (geheel conform de grondtekst) dat Christus heerst “tot in de aeonen”. Geen eeuwigheid dus, maar aeonen.
De waarheid aangaande de aeonen in het verleden, het heden en de toekomst is in vrijwel alle Bijbelvertalingen weg vertaald. De reden en achtergrond van dat fenomeen is nu niet aan de orde, maar het feit als zodanig is gemakkelijk te staven. Hieronder volgt een beknopte lijst van verwante uitdrukkingen, met links de concordante, letterlijke weergave en rechts (cursief) de NBG-vertaling.
tot in de aeoon (Johannes 13:8) – tot in eeuwigheid
tot in de aeonen (Lucas 1:33) – tot in eeuwigheid
tot in al de aeonen (Judas:25) – in alle eeuwigheden
tot in de aeonen van de aeonen (Openbaring 20:10) – in alle eeuwigheden
tot in de aeoon van de aeoon (Hebreeën 1:8) – in alle eeuwigheid
tot in…de aeoon van de aeonen (Efeze 3:21) – van eeuwigheid tot eeuwigheid
Wat is er in de NBG-vertaling overgebleven van de verschillende uitdrukkingen waarin aeonen een rol spelen? Het woord ‘alle’ is in een aantal gevallen zomaar toegevoegd. Van aeonen worden (soms) eeuwigheden gemaakt, een woord dat op de keper beschouwd innerlijke tegenstrijdig is. Diverse nuanceringen in de grondtekst zijn zonder enige noodzaak verdwenen. Een concordante vertaling daarentegen brengt ze aan het licht.
andere voorbeelden
De waarde van consistentie in vertaalwoorden kan nauwelijks overschat worden. Voor Bijbelstudie is het onontbeerlijk. Hoe zouden we ons anders Bijbelse (kern-) begrippen eigen kunnen maken? Laat ik nog een paar voorbeelden geven om dit duidelijk te maken.
Het meervoud van het Griekse woord DAIMON wordt in de NBG-vertaling een enkele keer weergegeven met ‘goden’, soms met ‘duivelen’, maar meestal met ‘boze geesten’. Dat laatste is niet echt een vertaling, het een interpretatie. Niet dat het Nieuwe Testament geen melding maakt van ‘boze geesten’, maar dan staat er iets totaal anders (Lucas 8:2: PNEUMATOON PONÉROON). Door DAIMON met ‘boze geest’ te vertalen wordt er een moreel element (‘boos’) aan een volstrekt neutraal Grieks woord toegevoegd. Die keren dat DAIMON wordt vertaald met ‘duivel’ maakt de zaak evenmin duidelijker, omdat ‘duivel’ gewoonlijk het vertaalwoord is van DIABOLOS. Op deze manier wordt de Bijbellezer het onmiskenbare verschil onthouden dat de grondtekst maakt tussen verschillende begrippen. Discordante vertalingen blokkeren daarom de weg naar het verkrijgen van een juiste kennis van Bijbelwoorden.
Het Griekse woord APOSTOLOS wordt vrijwel altijd met ‘apostel’ weergegeven. Van de ongeveer tachtig keer dat het woord voorkomt zijn daar drie uitzonderingen op. Eén keer wordt het vertaald met ‘gezant’ en twee keer met ‘afgevaardigde’. Vanuit concordant gezichtspunt bezien had het vertaalwoord ‘gezant’ niet gebruikt mogen worden, omdat dit een aantal keren als vertaalwoord van het woord PRES’BEUO dient.
Het woord ‘afgevaardigde’ geeft perfect de betekenis van APOSTOLOS weer. Waarom maakt men dan geen consequente keuze voor dit woord? Of (als u het onverteerbaar zou vinden wanneer de ‘apostelen’ uit het Nieuwe Testament zouden verdwijnen) waarom niet APOSTOLOS altijd weergeven met ‘apostel’? De discordante weergave van het NBG wekt nu de indruk dat een ‘afgevaardigde’ iets anders zou zijn dan een ‘apostel’. Daarmee bevestigt de NBG weliswaar een gangbaar dogmatisch inzicht, maar is ze daarmee niet inconsistent in haar benadering van de brontaal?
Laatste voorbeeld: het Griekse woord AGGELOS. Gewoonlijk wordt dit woord weergegeven met ‘engel’, soms met ‘bode’ en één keer met ‘boodschapper’. De laatste twee vertaalwoorden heeft men gekozen wanneer het woord AGGELOS op Johannes de Doper, op Paulus, of op de verspieders in Jericho betrekking heeft. Begrijpelijk is deze discordantie natuurlijk wel, omdat het overeenkomt met het heersende idee dat engelen nu eenmaal geen mensen zijn. Maar het is strijdig met het gegeven dat het woord AGGELOS in de grondtekst zowel voor hemelwezens als voor mensen gebruikt wordt.
tot slot
Uit bovenstaande voorbeelden moge duidelijk zijn welke waarde de concordante vertaalmethode voor de liefhebber van de woorden Gods kan hebben. Slechts eensluidende vertaalwoorden stellen de Bijbellezer in staat door te dringen tot de betekenis van de woorden van de grondtekst. Een concordante vertaling confronteert de Bijbellezer met de feiten van de grondtekst, waardoor de ‘leek’ – niet afhankelijk van de interpretaties van de ‘professional’- zijn eigen conclusies kan trekken.
Concordante en discordante vertaalwoorden verhouden zich als sterren tot planeten. Echte sterren hebben een vaste plaats aan het firmament, terwijl planeten – naar hun oorspronkelijke betekenis – dwaalsterren zijn. Zeker, planeten verspreiden licht. Maar de ene keer staan ze in het ene sterrenbeeld, de andere keer in een ander sterrenbeeld. Planeten dwalen aan de hemel en laten zich daardoor moeilijk vinden. Ze bieden geen houvast.
In onze donkere wereld is er niets wat meer vóórlicht en wezenlijke oriëntatie biedt dan de woorden Gods. Een consequente, betrouwbare overzetting van die woorden is van vitaal belang. Aan deze overtuiging ontleent de concordante vertaalmethode haar bestaansrecht.