Marcus 12:32 – de enige God
12-08-2016 - Geplaatst door Andre PietEn de schriftgeleerde zei tot Hem:
Inderdaad, Meester,
naar waarheid hebt U (=Jezus) gezegd,
dat Hij (=God) één is
en dat er geen ander is dan Hij.
Een schriftgeleerde wilde Jezus testen en vroeg Hem welk gebod het eerste van alle is (12:28). En Jezus begon zijn antwoord met: “Het eerste is: Hoor, Israel, de Heer, onze God, de Heer is één…” (12:30), ontleend aan het ‘Sjema’, dat we vinden in Deuteronomium 6:4. Het zijn woorden waar elke gelovige Jood van weet, dat er niets belangrijkers is dan deze belijdenis. Hij staat er mee op en hij gaat er mee naar bed (Deut.6:7).
Jezus kende geen leer van drie-eenheid. Die leer zou pas eeuwen later uitgevonden worden in een omgeving die geheel vervreemd was van Israëls ‘Sjema’. Het Bijbels onderwijs begint met de waarheid dat God één is en dat er geen ander is dan Hij. Daarom sprak Jezus zijn hemelse Vader ook aan als “de enige waarachtige God” (Joh.17:3).
Omdat er slechts één God is, zijn er geen concurrenten of rivalen in het spel. Wat Hij zich voorneemt gebeurt. Niemand die Hem weerhoudt. Omdat er één God is kan Hij ook werkelijk GOD zijn!