Kolosse 2:11 – niet met mensenhanden

In Hem werden jullie ook besneden, in een besnijdenis die niet met mensenhanden werd gedaan, in het uitkleden van het lichaam van het vlees, in de besnijdenis van Christus…

In Christus hebben wij de volheid ontvangen. Paulus vervolgt zijn betoog door te stellen dat wie in Christus is, zowel besneden (:11) alsook gedoopt is (:12). Niet door ceremonieën “met mensenhanden” voltrokken, zoals de traditionalisten propageerden (2:8). Ondertussen ontging het hen dat deze rituelen waren gegeven aan Israël, en niet aan de natiën waartoe de Kolossers behoorden (2:13). Maar belangrijker nog: het ontging de traditionalisten vooral dat de rituelen verwijzen naar de geestelijke werkelijkheid in Christus.

“De besnijdenis van Christus” verwijst vanzelfsprekend niet naar wat Jezus als Joods jongetje had ondergaan op de achtste dag na zijn geboorte (Luc.2:21). Dat was inderdaad “werk van mensenhanden” waarbij slechts de voorhuid van het mannelijk geslachtsdeel werd weggenomen. Maar in “de besnijdenis van Christus” wordt heel “het lichaam van het vlees” afgelegd. Het verwijst, zoals het volgende vers laat zien, naar de dood en opwekking van Christus.

Aan het kruis werd ‘het mes in het vlees gezet’ en drie dagen later bracht God in de opstanding van Christus nieuw leven voort. Besnijdenis is een embleem van vruchtbaarheid en de achtste dag verwijst naar de opstandingsdag: daags na de sabbat!

Delen: