Kolosse 1:18 – Hij is het hoofd van het lichaam

… en Hij is het hoofd van het lichaam, de ekklesia. Hij is de oorsprong, eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alles de eerste zou worden.

In de voorgaande verzen ging het om “elk schepsel” en “het al” dat in, door en voor de Zoon is geschapen. In vers 18 verschuift het  perspectief naar de voorrang die Christus ook heeft in de nieuwe schepping. Een schepping die aanvangt bij Christus als de eerstgeborene uit de doden. Als zodanig is Hij ook “het hoofd van het lichaam, de ekklesia”. Het woord ‘hoofd’ heeft per definitie de gedachte in zich van ‘eerste’. In het Hebreeuws zijn beide woorden (rosj – risjon) ook direct aan elkaar verwant. Het hoofd gaat voorop – dat begint al bij de bevalling.

“De ekklesia” is het gezelschap dat God door middel van het Evangelie sinds Christus’ opstanding uitroept en verzamelt. In het begin slechts uit de Joden en later ook uit de natiën. Waarbij de muur (“de wet der geboden”, Ef.2:15) die aanvankelijk tussen beide groepen in stond, is afgebroken. “De twee zijn ééngemaakt”. Dat deze ekklesia het lichaam van Christus is, is via Paulus (en via hem alleen!) geopenbaard. Zoals hoofd en lichaam een onverbrekelijke en organische eenheid vormen, zo ook Christus en de ekklesia. Zijn positie is onze positie!

Delen: