Jesaja 66:24 – hel of dal van Hinnom?
16-04-2020 - Geplaatst door Andre PietZij zullen uitgaan en de lijken aanschouwen der mannen, die van Mij afvallig geworden zijn; want hun worm zal niet sterven, en hun vuur zal niet uitdoven, en zij zullen voor al wat leeft een afgrijzen wezen.
Het laatste vers van Jesaja spreekt van de komende aeon waarin de Messias zal heersen vanuit Jeruzalem. Een rechtvaardig Koninkrijk. Maar ook met strenge sancties. De lijken van omgekomen rebellen tegen JAHWEH zullen geen begrafenis krijgen maar in het dal van Hinnom bij Jeruzalem blijven liggen. Aangevreten door gewormte en vuur. De vele pelgrims die wereldwijd zullen optrekken naar Jeruzalem zullen bij het passeren dit kunnen zien.
Het Griekse woord voor het ‘dal van Hinnom’ is Gehenna. Het is pure misleiding dat bijbelvertalingen daar ‘hel’ van hebben gemaakt (Mar.9:45). Jesaja spreekt niet over een plaats waar onsterfelijke zielen worden gefolterd. Jesaja spreekt over wegterende lijken op een aanwijsbare plek op de kaart van Jeruzalem. Elders “het lijkendal” genoemd (Jer.31:40). Een luguber schouwspel, maar met een hel heeft het niets van doen.
Het idee van een hel is onbekend in de Schrift. Zeker, de GOD van de Bijbel oordeelt. Hij vonnist en voert gerichten uit. Maar altijd corrigerend. Rechtzettend en terechtbrengend.