Exodus 20:5 – tot in het vierde geslacht
17-08-2017 - Geplaatst door Andre PietJe zult je voor hen niet neerbuigen, noch hen dienen, want Ik ben JAHWEH jouw God, een jaloers God die de verdorvenheid van de vaderen bezoekt aan de zonen, aan de derde en vierde generatie van hen die mij haten.
Bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘de tien Woorden’. Vaak opgevat in de zin dat God wraakzuchtig de zonden van de vaderen zou straffen tot aan de vierde generatie aan toe. Maar de betekenis is precies omgekeerd.
Deze woorden werden gezegd tegen een volk dat op weg was naar het land dat God beloofd had aan Abraham. Maar Hij had toen ook voorzegd dat dit voorlopig nog niet vervuld zou worden (zie Gen.15:13-21). Wanneer zijn nageslacht in een vreemd land zou zijn (lees: Egypte), dan zou pas de vierde generatie op weg gaan naar het Beloofde land. Want, zo verklaarde God, “eerder is de maat van de verdorvenheid van de Amorieten niet vol”.
Exodus 20:5 houdt in dat God traag is in het uitvoeren van het oordeel. Pas wanneer men na drie, vier geslachten blijft volharden in het kwaad, dan gaat Hij ingrijpen. Dan pas is de maat vol. Exodus 20:5 wijst niet op wraakzucht, maar juist op Gods geduld.