2Korinthe 3:18 – reflectie
24-11-2016 - Geplaatst door Andre PietWij allen echter, met een gezicht waarvan [de] bedekking is weggenomen, terwijl we de heerlijkheid van de Heer weerspiegelen, worden naar hetzelfde beeld getransformeerd, van heerlijkheid tot in heerlijkheid, zoals van [de] Heer, geest.
Mozes moest een bedekking op zijn stralend aangezicht doen, zodat de Israëlieten niet zouden zien op een heerlijkheid die weer verdween. Maar als Mozes’ aangezicht toen hij de stenen tafelen ontving, al zó straalde, hoeveel heerlijkheid heeft dan niet het nieuwe verbond dat blijvend is?! In het oude verbond golden eisen en voorwaarden. Het staat in contrast tot het nieuwe verbond waarin God uitsluitend belooft. Zeven maal klinkt “Ik zal”, “Ik zal”, “Ik zal” (Jer.31).
Het nieuwe verbond zal straks met Israël worden gesloten. Maar de geest van het nieuwe verbond is ook nu al werkzaam. Allen die de heerlijkheid van de Heer zien (belovend, levengevend, rechtvaardigend), worden naar hetzelfde beeld getransformeerd. Automatisch. Zoals een reflector het licht weerspiegelt van de lichtbron waarop het gericht is. Een stralende belofte!